een paar- enkelvoud of meervoud?

Ik worstel met "Een paar kinderen begint te juichen." of "Een paar kinderen beginnen te juichen." Volgens mij is het eerste grammaticaal correct. Het is één paar dus enkelvoud. Maar het tweede klinkt gewoon veel beter en natuurlijker. (En wordt tegenwoordig ook meer gebruikt, denk ik.) Ik wil geen grammaticafouten maken, maar ik wil ook niet hardnekkig vasthouden aan regels als dat niet lekker leest.

Lid sinds

17 jaar 5 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Ik vind dat altijd zo'n gezeik, "technisch gezien is het enkelvoud". De kinderen juichen toch, niet het paar?
Precies. De kinderen juichen. "Het echtpaar juicht." Dat kan dan weer wel.
8 januari 2008 - 23:28

Lid sinds

17 jaar 5 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Ik vind dat altijd zo'n gezeik, "technisch gezien is het enkelvoud". De kinderen juichen toch, niet het paar?
Moet ik opeens aan denken, is 'een paar' in dit geval niet een bijwoord?
9 januari 2008 - 11:35

Lid sinds

18 jaar

Rol

  • Gewone gebruiker
Enkele groeps- en hoeveelheidsaanduidende woorden zijn equivalenten van onbepaalde hoofdtelwoorden geworden, zoals een paar en een heleboel. De persoonsvorm bij onderwerpen met een paar en een heleboel wordt bepaald door het zelfstandig naamwoord: Een paar boeken zijn nog zoek. Een heleboel tieners kwamen naar het muziekfestival. Maar een paar in de betekenis 'een vast tweetal' wordt met een enkelvoudige persoonsvorm gecombineerd: Een paar schoenen kost in die winkel hooguit veertig euro (Taaladviesnet)
12 januari 2008 - 2:02