Poetry slam avonturen

Poëzie voordragen als in een wedstrijd, dat is poetry slam. De afgelopen tijd heb ik aan meerdere poetry slams meegedaan. Eén slam vond plaats in het rokersgedeelte van een bruin café. Er was een klein podium met microfoon. De jury nam plaats aan de tafels. Het publiek zat op barkrukken. En er waren veel dichters die bretels droegen.

In de dikke blauwe lucht droeg ik mijn eerste gedicht voor. Een theatraal gedicht over een meisje dat verliefd is op een jongen die vakken vult in de supermarkt. Het voordragen ging goed, dus ik mocht door naar de tweede ronde. Toen vroeg de presentator opeens aan elke dichter wie zijn favoriete superheld was en wat zijn lievelingsgroente was. Superheld? Lievelingsgroente? Ik was zo overvallen door de vraag dat ik  kon niks anders bedenken dan: ‘Pippi en paprika’. Pippi en paprika, het klinkt als een slechte kinderserie: Pippi en paprika op reis en Pippi en paprika in de grote stad.

Uiteindelijk haalde ik in de finale samen met één andere dichter. Ik klom het podium op en begon met mijn voordracht. Ik zat net midden in een gevoelig gedicht, toen er zomaar iemand de ruimte binnenviel. Hij stampte naar de sigarettenautomaat. Ik hield even pauze, maar de man draaide zich niet om. Hij begon luid muntjes in de automaat te gooien, griste een pakje sigaretten weg en liep weer naar buiten. Ik maakte mijn voordracht af en ik werd tweede.

Later dacht ik nog terug aan de man die sigaretten haalde. Wie weet was het een dichter die nooit een poetry slam heeft gewonnen. Ik zag al voor mij hoe hij elke keer uit wraak in de finale even een pakje sigaretten gaat halen. Met een grote portemonnee met zoveel mogelijk kleingeld, zodat het mooi door de poëzievoordracht heen rinkelt.