Iedereen kan schrijven…mits aan een aantal regels voldaan wordt

Als redacteur/schrijfcoach krijg ik geregeld manuscripten toegestuurd die een goede opbouw missen en van A naar B kabbelen. Vaak geschreven door mensen die denken dat het niets voorstelt, een boek schrijven…
Schrijven is een ambacht. Zoals een kok smaken in een gerecht in balans moet houden, brengt een schrijver een tekst in evenwicht met ‘schrijfingrediënten’. Waar een kok aan de hand van een recept te werk gaat, doet de schrijver dat met de plot. Deze ingrediënten zijn onmisbaar voor het schrijven van een verhaal:
Een roman heeft een onderwerp – een thema – en bevat een begin, een midden en een eind. Samen vormen ze de plot; de kern van het verhaal.

Wat ik geregeld mis in een manuscript van een beginnend auteur is een conflict, een onmisbaar ingrediënt. Met een conflict in een boek bedoel ik het punt waarop de hoofdpersoon te maken krijgt met een probleem; iets wat het evenwicht verstoort in een alledaagse situatie. Tegen het einde van het verhaal wordt het probleem meestal opgelost.

En dan is er nog de achteloosheid van sommige schrijvers: personages die eerst blond stijl haar hebben, maar die een paar hoofdstukken verder ‘donkere krullen uit het gezicht wegstrijken’.
Een andere onverschilligheid is te veel zinnen laten beginnen met Hij… of Zij… De zin omdraaien maakt het vaak boeiender. Te veel ‘ennen’ leest ook niet fijn. Kijk eens wat er gebeurt als je ‘en’ weglaat en van de lange zin twee korte maakt… Vaart!

Je verhaal wordt ook veel beter als je emoties laat zien in plaats van ze te vertellen. Een zin als: Jolien was blij haar moeder weer te zien wordt veel beeldender als je zegt: Jolien omknelde haar moeders hals. Waar kwam dat tranerige gevoel in haar keel ineens vandaan?

Als je de lezer graag wilt laten weten in welke achtergrond het verhaal zich afspeelt, betekent dat niet dat je je als schrijver verliest in beschrijvingen van van alles en nog wat – of dit meer dan eens herhaalt!

Nieuwsgierigheid is een sleutelwoord voor spanning! Spanning in een boek ontstaat als de tekst vragen oproept; de nieuwsgierigheid van de lezer naar het antwoord moet geprikkeld worden.

Heel belangrijk: lees alles wat je geschreven hebt regelmatig terug. Komt het over zoals je het bedoeld had of moet je hiervoor andere woorden gebruiken; zinnen verplaatsen?

Dus ja, iedereen kan in principe leren schrijven! 

Marianne Miltenburg is redacteur, auteur en schrijfcoach. In 2001 verscheen haar eerste jeugdboek, De vloek van Kiekeberend. Ze was een aantal jaren columniste voor een veel gelezen magazine, schreef Engelstalige columns in een Griekse krant en maakte redactionele specials voor diverse tijdschriften. In oktober 2010 kwam haar eerste vertaling vanuit het Engels op de markt van het jeugdboek Seven Sorcerers van auteur Caro King: Zeven Magiërs. Door haar werk als redacteur en schrijfcoach, ontdekte ze dat er behoefte bestond aan een schrijvershandleiding. Daarom schreef ze "En toen, en toen… en toen…", waarin uit de doeken wordt gedaan hoe boekteksten in elkaar steken, welke technieken kunnen worden toegepast, hoe belangrijk een spanningsboog is en hoe je een personage levendig maakt. Meer weten over Marianne? Kijk dan op haar website.

Techniek