Er was eens een planeet, Himaya genaamd, gelegen in een sterrenstelsel hier ver vandaan. In het prachtige havenstandje, van het machtige koninkrijk Gidrea, woonde een klein en onschuldig meisje, Amia. Omgeven door sprookjesachtige maar krakkemikkige huisjes en wonderlijke wezens die het liefst je kop af rukte en je lichaam mee sleepte naar hun donkere hol in het bos, waar ook de bomen zouden feesten van je wegrottende lijk, wist Amia een ding zeker; Een lang en gelukkig leven, dat bestond hier niet.
Maar Amia lag niet stilletjes in haar bed te huilen, bang voor monsters onder haar bed, nog was ze bezeten door het akelige gevoel opgejaagd te worden terwijl ze in het donker door de straten wandelden. Zoals in de natuur nou eenmaal gebruikelijk is, had Amia zich aangepast aan haar leefomgeving. En zoals bij de mens nou eenmaal gebruikelijk is, was die aanpassing met name te danken aan intelligentie.
Waar de beesten op de planeet zich bewapend hadden met scherpen tanden en een harde huid, riep de vader van Amia slechts nors vanuit zijn luie stoel, 'Amia, hoe vaak moet ik het nog zeggen, trek je pantser aan als je naar buiten gaat!'
Braaf maar onder enig gemok hees Amia zich in het houten vest dat naast de deur hing. Ze sloeg de koker met pijlen over haar rug en met haar boog in haar hand sjokte ze deur uit. Ze was de straat nog niet uit, of Gomni en zijn vrienden versperde haar de weg.
'Hey Amia, ga je weer naar het bos om te boomknuffelen?' De jongens achter hem grinnikte vals mee. 'Ik hoorde dat Baldred van plan is onze stad aan te vallen, je weet wel wat ze daar doen met gekken zoals je moeder.' Amia beet op haar lip en binnen een seconde had ze haar vuist tot zijn ooghoogte geheven. Even dook hij verschrikt achteruit en ook het achtergrondkoor van grinnikende jongens hield zich stil.
'Wat Baldred daar doet moeten ze zelf weten, maar ook gekken zoals jij worden hier gewoon door hun in mootjes gehakt.' Amia greep Gomni bij zijn kraag beet en trok zijn gezicht naar zich toe. 'Ik hoop dat je minder bang bent voor soldaten, dan voor kleine meisjes zoals ik.' Ze duwde Gomni tegen zijn vrienden aan en passeerde de groep.
Na gestamel en gestuntel hoorde Amia hoe de jongens hun zwaarden uit de schede trokken. Amia draaide zich om, spande haar boog en nog voor de sloomste van de groep zijn zwaard gereed had was Gomni in zijn schouder geraakt door Amia's pijl, precies tussen de stalen schubben van zijn schouderbekleding. Hij schreeuwde en jammerde terwijl een van zijn vrienden lachend de pijl uit zijn schouder trok.
Gomni duwde hem woedend opzij, en terwijl hij met zijn andere hand het bloeden stelpte stormde hij met zijn zwaard voor zich uit op Amia af.
Amia ving de klap op met haar boog, sloeg het zwaard ermee uit zijn handen en verkocht hem vervolgens met haar boog een harde klap in zijn gezicht. Gomni was witheet en greep Amia bij haar schouders beet. Hij duwde haar met zijn arme gestrekt tegen de muur aan en in een ruk tilde hij zijn knie op en plantte hem in Amia's maag. Amia klapte in elkaar en een scherpe stekende pijn trok door hij hele lijf heen.
'Houd daar onmiddellijk mee op!' klonk een oude maar harde stem. Het was het stadshoofd, Arkimes, een gerespecteerd man om zijn wijsheid. De reden dat Henfried een van de vredigste steden was van heel Gidrea. Als gezaghebber van de stad had hij geen leger nodig om zijn onderdanen aan zijn regels te onderwerpen. Zij die zijn raad niet opvolgde zouden vroeg of laat vanzelf gestraft worden door het kwaad uit de omgeving.
Een van zijn regels was het niet moedwillig schade toebrengen aan andere bewoners van Henfried, of hun bezittingen. Een regel die Amia inmiddels al gebroken had. 'Spaar je energie voor andere zaken, kinderen!' gromde hij hen toe. Zijn blik gleed naar Gomni, maar nog voor hij hem kon toespreken was Gomni er al vandoor gesneld.
Het stadshoofd zuchtte. 'Plaagde ze je weer vanwege je moeder?' Medelijdend staarde hij Amia aan, maar ze schudde alleen maar haar hoofd en vervolgde haar weg.
Dag Letter, De setting
Lid sinds
14 jaar 3 maandenRol
letter, Citaat: Ik ben een
Lid sinds
9 jaar 10 maandenRol
Hallo Lieve Tim en Jan, Heel
Lid sinds
7 jaarRol
Als het in je verhaal past om
Lid sinds
14 jaar 3 maandenRol
Hey Tim, Bedankt voor je
Lid sinds
7 jaarRol