'Nou?'
'Wat nou?'
'Die sleutel. Hoe kom je er dan aan?'
*
Daar zaten ze. Samen met hun moeder in een kantoor tegenover een man die ze niet kenden. Hun vader was dood gegaan. Robyn had vier dagen en vier nachten gehuild, totdat de tranen op waren. Er kwam nu alleen nog een jammerend geluid uit haar mond. Zelf was ze ook verdrietig maar de woede in haar had de overhand. Ze had alles in haar kamer omver gegooid en kapot gemaakt. Daarna was ze naar de huiskamer gegaan en had daar zo veel mogelijk kapot gemaakt. Ze bleef schreeuwen, naar later bleek meer uit woede. Zelfs het aquarium was niet veilig. Ze sloeg er met een pollepel tegenaan en toen ze doorhad dat dat niet werkte, kwam ze terug met een hamer. Melanie spoog haar koffie over de grond bij het getik van de hamer tegen het glas. Ze schoot uit haar vel en rende naar Manon, pakte de hamer af. Ze had haar direct opgetild, was naar boven gegaan, nam Robyn bij de hand, nam beide zussen naar beneden, worstelde ze de auto in, reed weg en belde onderweg Isabella om te vragen of ze naar de stichting kon komen. Dat kon. Manon was gestopt met schreeuwen nadat ze de stem van Isabella hoorde. Melanie keek in haar achteruitkijkspiegel, ze zag dat Robyn de hand van Manon had vastgepakt. Of was ze stil omdat Robyn haar hand had gepakt? Met z'n drieën waren ze naar het kantoor van Isabella gelopen. Mogen de meiden hier met een groep meedoen? had ze gevraagd. Ze hebben afleiding nodig. Natuurlijk kon dat, we gaan meteen naar beneden. Doe jullie jassen maar uit dan gaan we kijken welke groep jullie het leukst vinden.
En nu zaten ze bij die man. In zijn kantoor. Hij probeerde aardig te doen, wat niet echt lukte. Waarschijnlijk ook omdat Robyn en zijzelf er niet open voor stonden. Opeens begon hij een heel verhaal op te hangen, hij las voor uit de papieren die hij in zijn hand had. Hun moeder luisterde aandachtig en op een gegeven moment hield ze haar hand voor haar mond.
'Wat zegt u?' had ze gezegd.
De man had haar aangekeken. Hij herhaalde de zinnen die hij kort daarvoor had voorgelezen. Ze keek naar haar en Robyn. De man vervolgde zijn verhaal en hun moeder had nog een paar keer gevraagd wat de man zei.
'Tja,' zei de man op het eind.
'Tja,' zei hun moeder.
'U zult een aantal dingen moeten regelen, dit is niet niks. We kunnen u daarbij helpen als u dat wilt. Maar daar staat u natuurlijk vrij in.'
Hun moeder had wat geknikt.
'Ik zal er even over na moeten denken.'
'Dat begrijp ik,' zei de man. 'Maar dit is nog niet alles.'
'Oh?'
De man deed een la open en haalde er twee verzegelde enveloppen uit.
'Meneer DeLano heeft mij deze twee enveloppen toevertrouwd. Ze zijn bestemd voor jullie dochters, Robyn DeLano en Manon DeLano. Ik geloof dat ze hier allebei aanwezig zijn.'
Ze keken alle drie naar de man en naar de enveloppen.
'Hierbij overhandig ik jullie de enveloppen,' en hij gaf de envelop met Robyn Luela DeLano aan Robyn en die met Manon Dion DeLano aan haar. Wat was ze trots geweest op die naam. Ze glunderde helemaal en hield de envelop tegen zich aan.
'We maken ze thuis wel open,' zei hun moeder opeens.
De meisjes zetten het op een huilen en wilden de enveloppen direct openmaken. Maar hun moeder was onverbiddelijk.
'Was dat het?'
'Er moet nog een en ander getekend worden. Als dat is gedaan, dan zijn we hier klaar. Ik wil u nog wel vertellen dat onze diensten hier niet stoppen. Als u later nog vragen blijkt te hebben, belt u dan gerust voor een afspraak.'
'Dank u.'
Ze stonden op en zeiden gedag.
'Kende u Gus goed?' vroeg Melanie toen ze bij de deur stonden.
De notaris dacht even na. Hij had zeker al vijftien jaar voor Gus gewerkt.
'Ik denk het niet,' antwoordde hij.
Ze keek op van het antwoord.
'Hoe bedoelt u, ik denk het niet? U kent hem toch al een poosje.'
'Zoals ik het zeg.'
Melanie knikte. Ze begreep het niet helemaal maar toch ook weer wel. De meisjes stonden buiten te jengelen, dus ze liet het er bij. Ze schudden handen en Melanie liep naar de auto.
'Willen jullie nog ergens naartoe, meiden?'
'Naar huis!' riepen ze tegelijkertijd.
Hun moeder lachte.
'Dametjes Ongeduld, we zullen de enveloppen thuis meteen openmaken.'
*
'Het is een aandenken van vroeger, ik heb 'm gekregen.'
'Van wie dan?'
'Gaat je niks aan.'
'Ooh, sorry hoor.'
'Ik ga. Ik app je wel.'
Ze stond op en liep zijn slaapkamer uit.
'Hee, je hebt mijn telefoonnummer helemaal n.'
Met een klap sloeg ze de deur dicht.
desp schreef: Melanie spoog
Lid sinds
3 jaar 9 maandenRol
Beste Desp Ze schoot uit haar
Lid sinds
3 jaar 8 maandenRol
Ik reageer op beide
Lid sinds
9 jaar 3 maandenRol
Een paar kleine
Lid sinds
5 jaar 7 maandenRol
desp schreef: 'Hee, je hebt
Lid sinds
10 jaar 6 maandenRol