1
‘Susan?’ Een vriendelijke stem wekte me. Ik opende mijn ogen en liet ze langzaam aan het licht wennen. Ik keek - nadat mijn ogen gewend waren aan het licht - het plafond rond.
Dit was het ziekenhuis van ons volk. We hadden een eigen ziekenhuis in ons rijk omdat mensen ons anders zouden herkennen. Denken dat we vampieren waren. Achja, dat was ook zo, maar wij waren niet dat soort vampieren. Wij waren geen Ondoden. Eigenlijk hadden we geen verbanden met elkaar. Naja, wij hadden dan wel een bleke huid en hoektanden. Maar de Ondoden waren gewoon krijtwit, hadden rode ogen en hadden geen aura. Kortom, wij waren goed.
‘Denk je dat je kan zitten?’ De vriendelijke stem was van dokter Bradley. Hij was net afgestudeerd. Zijn bruine haar zat in een kuifje dat was gemaakt met wax.
‘Ehm, ja ik denk het wel.’ Ik ging rustig rechtop zitten en voelde gelukkig niks.
‘Ik denk dat de verdoving nu wel is uitgewerkt.’ Hij pakte mijn been beet en checkte of het verband goed zat.
‘Verdoving?’ Ik keek hem aan en schudde mijn hoofd.
‘Ja sterk spul is het. Er is in de oefening op je geschoten. Herken je dit pijltje?’ Hij pakte het gekleurde pijltje en hield hem voor mijn neus.
‘Eh, ik had niet door dat ik die in mijn been had. Het bloedde wel heel erg vond je niet?’ Hij legde het pijltje neer en liep naar de andere kant van mijn bed.
‘Ik was er niet bij, ze hadden het bloeden al een beetje gestopt met gaas toen ze je hier brachten. Maar je had het pijltje eigenlijk moeten ontwijken was het niet? Naja, zoiets hoorde ik toevallig.’
‘Ja, dat klinkt wel logisch anders lag ik hier nu niet.’ Ik dacht na. Ik wist dat ik Jake herkende. ‘Wow, dat spul was best sterk, ik wist helemaal niet wie Jake was, al kende ik zijn vriendjes écht niet. En waarom bloedde het zo, ik snap er niets meer van. Ik zou het toch wel gevoeld hebben wanneer er een pijltje in mijn been werd geschoten?’
Het drong tot me door dat drie soortgenoten mij te pakken hadden gekregen. Al was het een oefening. Ik werd nooit gepakt. Mijn vader zei altijd dat ik de snelste van onze groep jongelingen was.
We hadden verschillende kolonies. Takken. Vampieren met lichtgroene ogen behoorden tot de Rhine-tak, vampieren met gouden ogen behoorden tot de Darcy-tak, en vampieren met lichtblauwe ogen behoorden tot de Gatia-tak. En alle vampieren hadden hun eigen families. Ik behoorde tot de Rhine’s en maakte deel uit van de Anderson-tak. Ik was enig kind, mijn moeder had een paar jaar geleden een miskraam gehad. Na vier maan-den – toen ze naar het Darcy-rijk gingen om een echo te maken – bewoog het kleintje niet meer. Anders had ik een zusje gehad. Het was eerst moeilijk voor ze om het te accepteren. Dat begreep ik, dus had ik een hond uit een asiel geadopteerd. Alleen vatte mijn moeder het niet op zoals ik gewild had. Ze schreeuwde tegen me dat een kind niet te vervangen was door een hond, tja hoe kon ik dat weten? Ik was toen negen jaar!
Wanneer ik op de hogere school als jongeling terechtkwam vond ik het leuker. Je bent een jongeling wanneer je in je eerste of tweede jaar zit, daarna ben je een oudere. Onze klasgenoten waren loyaal aan elkaar.
Citaat: Tips over mijn
Lid sinds
13 jaarRol
Ja klopt, het is niet zo
Lid sinds
9 jaar 3 maandenRol
xampiej schreef: Ja klopt,
Lid sinds
10 jaar 1 maandRol
Je verhaal begint op een
Lid sinds
9 jaar 3 maandenRol
Je verhaal begint op een
Lid sinds
9 jaar 3 maandenRol
Degelukkige schreef: Je
Lid sinds
9 jaar 3 maandenRol
Kijk eens ! Ga ik meteen doen
Lid sinds
9 jaar 3 maandenRol