UKV's van de week in de schijnwerpers

In de groep Schrijven Magazine: Ultrakorte Verhalen dagen we schrijvers iedere dag uit om een ultrakort verhaal te schrijven: een heel verhaal in maximaal 99 woorden. Zowel voor beginnende als ervaren schrijvers is dit een fijne oefening om kort en krachtig een verhaal te kunnen vertellen. Iedere week zetten we er vijf in de spotlights als aanmoediging en waardering. Deze vijf vielen ons deze week op, vanwege hun originaliteit, verrassende wending, kwaliteit of spraakmakendheid. 

Snijboon  - Remke Jansen

22 mei

‘Meneer, vindt u ook dat onze nieuwe karretjes dieper zijn?’
De man kijkt de diepte in. ‘Echo, echo,’ zegt hij en glimlacht.
‘Serieus, meneer. Onze klanten klagen dat ze niet meer bij hun pakje boter kunnen als ze bij de kassa staan. Wat vindt u?’
‘Ik weet het niet,’ zegt de man. ‘Ik heb vandaag geen boter gekocht.’
Ze zucht. ‘Niet per se boter. Het kan ook om een doosje paracetamol gaan.’
‘Dat vind ik niet lekker op brood,’ zegt hij.
‘Meneer,’ zegt ze.
‘Mevrouw,’ zegt hij. Hij tikt tegen zijn hoed en loopt de winkel uit.

Hmm - Stella Mantel

21 mei

Revisie 6A, lichtjaren verder dan de melkweg. Een beeldschone engel met een knotje en gescheurde jeans zit gebogen over een tekentafel.
Wie over zijn schouder kijkt ziet dat hij de kust van
Noorwegen uiterst zorgvuldig bijwerkt. De andere engelen glimlachen.
Er zijn fjorden afgebrokkeld. Met een scherp geslepen potlood tekent hij de kustlijn opnieuw.
Het poolgebied is de volgende opgave, de oudste engel creeert
piepkleine poolbeertjes, een loodzware klus.
Een lieve oude vrouw met paarse krulletjes, een goudglanzend pak en laarzen komt binnen. Zij is de opperopperbaas.
Zij geeft complimenten, trakteert op glinsterende sterrenstofsoezen. Hemels lekker.

Zonder titel - Suzanna Esther

21 mei

Ik ging in pyjama naar mijn werk. Op mijn fleecesokken schuifelde ik het kantoor binnen en al mijn collega’s zeiden geen woord, maar hun rollende ogen vertelden me dat ze mij rond half negen op kantoor hadden verwacht; normaal gekleed, met schoenen en klaar voor actie. 
‘Even niet,’ riep ik en liep door naar de koffiemachine waar ik ruimschoots de tijd nam mijn beker vol te laten lopen. Ik legde pontificaal mijn fleecesokken op het bureaublad en startte mijn computer op. 
Mijn collega’s volgden me met een argwanende blik. 
Ik wist wat ze dachten. *Dit kan zo niet langer*

Haast - Daan Bos

20 mei

Mijn hersenen borrelen. Rare ideen, mooie plaatjes, idiote zinnen en gekke gedachten branden aan. Geen tijd om te plassen, Eten hoef ik niet, duurt te lang. 
Dit plaatje op een andere plek zetten. Koptekst moet gedraaid. Achtergrond zoeken. Hoeveel moeten er nog? Oei. Hup hup opschieten. verdomme, koptelefoon leeg. Hou op met zeiken, ga je eigen eten maken. Ik kan die plas best ophouden. Wíe heeft die tekst niet gecontroleerd? Waar is zijn telefoonnummer. Misschien moet ik zo toch naar de wc. Dat contrast is niet goed. Deze kleuren nog op elkaar afstemmen. Foto zoeken. Andere broek halen.

Blij - Aaltje van Wieringen

19 mei

Dochter en onze vriend staan enthousiast op hun kop, dikke balken door te zagen. We krijgen een vloertje op het balkon. We zullen er kunnen zonnen straks. Zaagsel en zweet staan op zijn voorhoofd, de wind doet haar er uitzien als een pronkvogel die zijn veren opsteekt. De architect van deze appartementen heeft namelijk drempels aangebracht voor als we tsunamis krijgen van twintig centimeter hoog bij de keuken en de slaapkamer naar de balkons. Over die drempels donderen wij languit en ondersteboven. Omdat ik jarig ben krijg ik een vloer op hoogte en kan mijn nek niet meer breken.