Lid sinds

18 jaar 1 maand

Rol

  • Gewone gebruiker

Overdreven of precies raak (over bijwoorden en zo)

Tja haalde in een van de topics aan dat ze zich afvraagt wat te beschrijvend is en wat niet, en waarom de ene uitgever daar anders over denkt dan de andere. Dat laatste zal met fonds en visie te maken hebben, maar over het eerste kunnen we discussieren. Twee teksten, met veel beschrijving, versiering en bijwoorden. Ik vind dat het in het bovenste stukje nog net kan, en in het onderste niet. Maar waarom ik dat nu precies vind??? tekst A: Met een duizelingwekkende vaart vloog Harry op zijn felrode, pas opgeknapte fiets over de bobbelige en kronkelige weg. Hij zette zijn voeten op de trappers, die zwart met geel waren met kleine racestrepen in rood, en fietste, terwijl hij ijselijke kreten slaakte, in de richting van de supermarkt. tekts B: Struikelend over zijn eigen voeten kwam hij aangevlogen, slaakte een ijselijke kreet en viel jammerend op handen en voeten naast zijn vrouw, uit wiens ontvelde arm het bloed nog gutste. De EHBO’er pakte een soft sensative pleister, knipte drie centimeter af en dekte het walgelijk aanzicht af.

Lid sinds

18 jaar 1 maand

Rol

  • Gewone gebruiker
@ Tja. Allereerst moet je bizarre ontdekking dan ook echt bizar zijn. In deze voorbeeldzin: Struikelend over zijn eigen voeten kwam hij aangevlogen, slaakte een ijselijke kreet en viel jammerend op handen en voeten naast zijn vrouw, uit wiens ontvelde arm het bloed nog gutste. De EHBO’er pakte een soft sensative pleister, knipte drie centimeter af en dekte het walgelijk aanzicht af. vind ik de man nogal overdrijven. Aangevlogen? IJselijke kreet? Jammeren? Walgelijk? En dan is het een wondje wat met een pleistertje afgedekt kan worden? Kom op zeg. Wat betreft het beschijven van het bos ... je kunt het bos gebruiken om contrasten aan te geven, zaken te verbergen, lagen aan te brengen (wilgebomen - asperine - pijnstillers) en om spanning op te bouwen. Helaas heb ik niet veel verstand van plantennamen en ik wil nu geen research doen voor een voorbeeld, maar toch een poging. De bladeren van de grote eiken ruisten en ik rook de regen, het gras en het mos. De wind trok aan en de storm werd steeds sterker. Zelfs de struiken en lage planten bewogen mee op het ritme van de wind. Hoofdpad, hoofdpad, waar was het hoofdpad. Linksaf hier of rechtsaf daar? Liep ik rondjes ... Die grote witte berk, de omgevallen boom met de dikke knoesten ... had ik die eerder gezien, of niet? Nee, wacht, kijk! Brandnetels. Een heel veld vol brandnetels, en ze zwaaiden al net zo zorgeloos in de wind als alle andere planten. Man! Blij, ik was echt blij, want deze vlakte vol netels kende ik. Alles wat ik hoefde te doen was erom heen lopen en dan kwam ik via een smal spoor bij het hoofdpad. Opgelucht draaide ik me om. En terwijl ik me omdraaide zag ik het rode jasje. Het was maar een glimp, een klein stukje rode stof, alleen zichtbaar als de netels zich naar voren bogen. Maar het was beslist Tammie's jasje. De struiken en lage planten kun je nog bij naam noemen, net als de omgevallen boom. Natuurlijk alleen als je hp vaak in het bos komt en dat ook echt weet. Als ik in het bos sta, dan weet ik een eik van een berk te onderscheiden, maar ik ken haast geen struik bij naam.

Lid sinds

14 jaar 10 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
  • Pluslid
Dank je, Ceridwen. Je voorbeelden zijn goed. Natuurlijk loopt het verhaal iets anders. Het zou ook wel vreemd zijn als ik precies hetzelfde had geschreven. Ja, het hp komt vaak in het bos. Ik ben me dus aan het bosinlezen. Dat is moeilijker dan ik gedacht had. Want bij elke boom hoort niet dezelfde struik.