Fragment
(Het begin van hoofdstuk I)
Vanuit het niets bevond Arthur zich opeens in een onbekend gebied. Verward keek hij om zich heen. Hoe kwam hij hier? Hij begreep er niets van. Achter hem was alleen maar akkerland. En voor hem stonden een paar schamele hutjes op een meter of dertig afstand van elkaar. Met zijn handen in de zakken keek hij naar een vrouw die rondscharrelende kippen aan het voeren was. Ze zag er vreemd uit in haar lange bruine jurk die uit aan elkaar genaaide lappen leek te bestaan. Op haar hoofd droeg ze een grote witte doek met een rode band boven haar oren. Hij had nog nooit eerder een vrouw gezien die zo merkwaardig was uitgedost. Toen ze zich omdraaide, kreeg ze hem in de gaten.
Een tijdlang staarde ze hem onbewogen aan, alsof hij een bovennatuurlijke verschijning was.
‘Wie mag jij dan wel zijn?’ vroeg ze uiteindelijk.
‘Arthur.’
‘Waar kom je vandaan?’
‘Londen.’
‘Wat kom je hier doen?’ Ze vernauwde haar ogen.
Hij trok zijn schouders op, alsof hij zich het liefst onzichtbaar wilde maken. Wat moest hij zeggen? Hij kwam niks doen en wilde hier ook helemaal niet zijn.
In een hulpeloos gebaar stak hij zijn handen in de lucht. Wat praatte ze ook raar. Het leek wel alsof ze les van zijn opa had gehad en nu aan het oefenen was. Zijn opa doceerde Engels aan de universiteit in Londen. Vooral Oudengels en Middelengels waren zijn lievelingsvakken. Regelmatig had Arthur moeten horen hoe de mensen in die tijd spraken. Ook had opa hem boeken meegegeven om zich in te verdiepen. Hij had de Canterbury Tales gelezen in zowel modern Engels als Middelengels. Was hij misschien op de een of andere raadselachtige manier in de middeleeuwen terechtgekomen? Gezien de spraak van de vrouw leek het er verdacht veel op.
De vrouw deed een paar stappen in zijn richting en vroeg nogmaals: ‘Wat kom je hier doen?’
‘Ik weet het niet,’ zei hij enigszins schuldbewust, terwijl hij naar de grond staarde. ‘Plotseling stond ik op deze plaats.’ Toen hij naar het hek wilde lopen maakte de vrouw geschrokken een afwerend gebaar. ‘Nee, niet doen. Daar blijven.’
Voor haar gemoedsrust deed Arthur weer een paar stappen achteruit.
‘Scheer je weg,’ zei ze op dreigende toon. ‘Je hebt hier helemaal niets te zoeken.’ Met driftige stappen liep ze naar het huisje.
Arthur zuchtte diep. Wat moest hij nou? Hij ging op de grond zitten en keek besluiteloos om zich heen. Wat is er in vredesnaam toch gebeurd?
Ondanks het koude weer kreeg hij het warm, tranen prikten in zijn ogen. Op dat moment kwam de vrouw weer naar buiten. Ze liep nu dichter naar hem toe. ‘Waarom ben je hier nog steeds?’
‘Ik weet niet waar ik heen moet,’ antwoordde hij mistroostig.
Ze liep naar het hek en steunde er met haar onderarmen op, terwijl ze hem aandachtig opnam. ‘Waarom draag je zo’n vreemde kleine mantel?’ vroeg ze toen.
Mantel? dacht Arthur. Noemde ze zijn trainingsjack een mantel? Nu wist hij wel zeker dat hij zich niet in de tegenwoordige tijd bevond en trainingspakken nog niet bestonden.
‘Eh, die is eigenlijk van mijn zusje.’
‘Je broek lijkt van dezelfde stof gemaakt te zijn.’
Arthur dacht bliksemsnel na. ‘Die is van mijn vader geweest.’
Ze knikte begrijpend. ‘En waarom draag je zo’n rare tuniek?’
Tuniek. Wat bedoelde ze? Toen ze naar zijn T-shirt keek, begreep hij dat ze dat een tuniek noemde. Hij trok zijn schouders op.
Ze wees naar de letters en zei: ‘Wat is dat?’
Er stond Arsenal op, zijn favoriete voetbalclub. ‘Dat weet ik niet. Ik heb dit kledingstuk van iemand gekregen.’
‘Dan maakt het niet uit hoe het eruitziet.’
Arthur glimlachte vaag.
‘Ben jij misschien een buitenechtelijke zoon van de koning en moet je je eigen weg zoeken?’ vroeg ze toen tot zijn stomme verbazing.
Ondanks alles schoot hij in de lach. Over welke koning had ze het? Hij vond het een beetje stom om ernaar te vragen. Iedereen wist natuurlijk wie de koning was. ‘Eh, nee.’
‘Waarom praat je zo eigenaardig?’
Arthur ging staan en zei in zijn beste Middelengels: ‘Ik kan niet zo goed praten.’
Toen bleef de blik van de vrouw op zijn sportschoenen rusten. Onbewust keek hij er ook naar. Ze zei niets maar keek hem vragend aan. Hoe moest hij dat nu weer verklaren?
Lid sinds
9 jaar 9 maandenRol
Lid sinds
11 jaar 1 maandRol
Lid sinds
10 jaarRol
Lid sinds
12 jaar 7 maandenRol
Lid sinds
9 jaar 11 maandenRol
Lid sinds
12 jaarRol
Lid sinds
13 jaar 3 maandenRol
Lid sinds
10 jaar 2 maandenRol
Lid sinds
13 jaar 3 maandenRol
Lid sinds
12 jaar 11 maandenRol
Lid sinds
10 jaarRol
Lid sinds
13 jaarRol
Lid sinds
10 jaar 6 maandenRol
Lid sinds
10 jaarRol
Lid sinds
14 jaarRol
Lid sinds
11 jaar 9 maandenRol
Lid sinds
13 jaar 3 maandenRol
Lid sinds
12 jaar 4 maandenRol
Lid sinds
13 jaar 3 maandenRol
Lid sinds
15 jaar 5 maandenRol
Lid sinds
13 jaar 3 maandenRol
Lid sinds
10 jaar 2 maandenRol
Lid sinds
12 jaar 8 maandenRol
Lid sinds
14 jaar 9 maandenRol
Lid sinds
17 jaar 8 maandenRol
Lid sinds
13 jaar 3 maandenRol
Lid sinds
10 jaar 2 maandenRol
Lid sinds
13 jaar 3 maandenRol
Lid sinds
10 jaar 2 maandenRol
Lid sinds
15 jaarRol