Schrijven in Yoda-stijl

Schrijven in de Yoda-stijlJireël Verhage is momenteel bezig met het najagen van zijn droom: het schrijven van een roman. In deze blogreeks neemt hij je mee in zijn jacht. 

De Yoda-stijl

We waren aanbeland op de derde pagina. Ik las het commentaar in de kantlijn. Yoda-stijl. Ik aarzelde, bedacht me of het gek was dat ik totaal geen idee had wat de Yoda-stijl betekende. Toch vroeg ik het. Ik voelde me een sufferd toen ik haar antwoord hoorde. Het heeft te maken met de wereldberoemde Yoda uit Star Wars. Het personage met een eigen taal. Ze gaf een voorbeeld. Patience you must have, my young padawan. Much to learn you still have. Me, silly.

Zonder mij daar bewust van te zijn ben ik vrij bedreven in deze taal, waarin (een deel van) het lijdend voorwerp vaak voor het werkwoord wordt geplaatst. Ook op de zesde pagina van mijn tekst doken er twee op: Tevergeefs had hij vaak bij hem afgekeken. Steevast bleef de koffie te straf. Het zijn in de regel geen foute zinnen. Maar lang niet altijd mooie. Het zorgt ervoor dat mijn verhaal stokt, een hapering die alle vlotheid weghaalt. Dat is onnodig, want vlotheid is nou net wat ik wil nastreven. En waar de redacteuren juist zo tevreden over waren. Zelfs zo tevreden, dat ze een verdere samenwerking zien zitten. Als mijn manuscript af is, kan ik hem aanleveren. Echt te gek.

De valkuil van een beginnende schrijver

Ze zien de Yoda-taal als afwijkingen in de tekst. En ik weet waar het vandaan komt. Het komt voort uit de neiging om interessant te doen. Afwisseling te brengen in een scène. Maar ik doe het te gekunsteld. Interessante zinnen maken een verhaal niet beter. In ieder geval, mijn verhaal niet. Ik heb vaak over deze valkuil van een beginnende schrijver gelezen. Maar bij het doornemen van het commentaar zag ik dat ik nog te vaak in mijn zelf gegraven literaire kuil ben gevallen. Ik ben blij dat ik hier keihard op ben gewezen.

Onnatuurlijke beeldspraken

De volgende ochtend ging ik meteen aan de slag. Het vrat aan me dat ik niet meer tevreden was over de versie die op mijn computer stond. Voor mijn snufferd lagen twee versies. Beide geredigeerd door een redacteur. Daarnaast een vol A4 met algemeen commentaar. Op het beeldscherm de eerste pagina. Ik kreeg de smaak te pakken. Ik verdreef de Yoda. Sloopte de drang naar het literaire. Woorden als aangenaam, eenmaal, trachten –ik heb ze inmiddels allemaal geschrapt. Beeldspraken waar ik trots op was, ze bestaan niet meer. Te onnatuurlijk.

Ik neem het commentaar mee in het (her)schrijven van de rest van mijn manuscript. Een woord dat ik voorzichtig durf op te schrijven, maar nog niet durf uit te spreken. Dit is immers nog maar een begin. Een verbetering van de eerste twintig pagina’s die ik heb geschreven. En waar ik bij het schrijven van de allereerste zin ergens over moest nadenken, waar ik helemaal niet op was voorbereid. Volgende week geef ik inzicht in mijn eerste worstelingen in het schrijfproces.

Much to learn I still have.

Jireël (1989) groeide op in Goes, en vertrok in 2008 naar Nijmegen. Na het afronden van de opleiding communicatiewetenschap werkte hij drie jaar bij Bol.com in Utrecht. Sinds september 2016 woont hij in Gent, waar hij zijn droom aan het najagen is: het schrijven van een roman. Voor meer blogs over zijn boek zie zijn website.

Techniek

Comments

Lid sinds

17 jaar 7 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Het hangt ervan af. Ik had ooit zo'n stijl van anders lopende zinnen door een anderstalige achtergrond en leerde dit af van proeflezers, waarna ik van een literair tijdschrift weer leerde dat ze juist wel mogen, zij het passend in het verhaal. Zo ook vergelijkingen. Dit is toch een kwestie van smaak.

Lid sinds

6 jaar 11 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Bedankt voor je reactie. Helemaal mee eens! Ik denk zeker dat het mooi kan zijn in bepaalde verhalen. In mijn geval haalde het vaak (op een onnatuurlijke wijze) de vaart uit de tekst, en dat maakte mijn scènes minder sterk.