Ruimte om te schrijven

Ik schrijf dit aan mijn bureau in mijn woonkamer, met de kat op de bank voor me en de hond in de buurt van mijn voeten. Ik kijk uit op de tuin, waar een boom voor een muur staat en gele bladeren in plassen liggen, het motregent. Naast mijn computer staat een beker koffie, de verwarming staat aan. Ik schrijf meestal thuis, soms onderweg, ik heb geen kantoor of atelier. Ik kan hier werken alsof de omgeving niet bestaat; ik word hooguit afgeleid door een nieuw geluid bij de buren. Als ik ergens anders zou schrijven, zou ik anders schrijven. Ik zou ook iemand anders zijn – wanneer je een kenmerk verandert, verandert in het kielzog daarvan alles mee.

Virginia Woolf schreef in haar bekende essay A Room of One’s Own dat vrouwen geld en een eigen ruimte nodig hebben om te kunnen schrijven. Het gaat Woolf zowel om ruimte in de literaire traditie – die moeizaam verworven ruimte die steeds opnieuw bevochten moet worden en ook nu, bijna honderd jaar na het verschijnen van het essay, nog lang niet vanzelfsprekend is – als om een fysieke ruimte. Het hebben van die ruimte is geen luxe maar een noodzaak om goed te kunnen schrijven. Als voorbeeld voert Woolf de fictieve zus van Shakespeare op, die hetzelfde talent had als haar bekende broer maar die dat door sociale onderdrukking niet kon ontwikkelen en met wie het niet goed afliep.

Het essay is een beschrijving van de stand van zaken omtrent vrouwen en literatuur in 1928 en de geschiedenis daarvan tot dat moment (een geschiedenis die nog steeds niet compleet beschreven is) maar het is bovenal een aansporing aan vrouwen om hun eigen stem te laten horen. Ik denk dat die uitgebreid kan (en zou moeten) worden naar andere sociale groepen die ondervertegenwoordigd zijn in de literaire wereld en in het maatschappelijke debat.

Het verband dat Woolf expliciteert tussen fysieke ruimte (financiële onafhankelijkheid) en artistieke ruimte, is ook relevant. Het laat zien hoe waar we (sociaal, economisch, cultureel)  in de wereld beginnen van invloed is op onze kansen en mogelijkheden. Niet iedereen kan zich aan haar of zijn beginpositie ontworstelen en de keerzijde van het laten horen van de eigen stem is het luisteren naar de stemmen van anderen. Wie ruimte heeft om te schrijven, zou die niet alleen voor zichzelf moeten gebruiken maar zou ook andere stemmen onder de aandacht moeten brengen.

Eva Meijer en Sterre van Rossem zijn de oprichters van schrijverscollectief De Jagers. Eva debuteerde begin 2011 bij Prometheus met haar roman Het schuwste dier. Bezoek ook haar website.