Afbeelding

Imre Kertész in 2007. Beeld door Csaba Segesvári via Wikimedia.

Imre Kertész, een echte schrijver

Blog door Chrétien Breukers over de schrijver Imre Kertész.Imre Kertész schreef zijn debuutroman Onbepaald door het lot zonder te weten of het boek wel ooit zou verschijnen. In Hongarije was niet meteen plek voor (het boek van) de Jood Kertész, de Auschwitz-overlevende en vertaler. Inmiddels is de roman verschenen (in 1975) en kreeg de auteur in 2002 de Nobelprijs voor literatuur.

Nadat het boek was verschenen in zijn thuisland werd het niet meteen een succes. Sterker: het werd helemaal geen succes. Over die ervaring schreef de auteur Het fiasco, een meesterlijk werk waarin hij schrijft over een schrijver die bezig is met het schrijven van een boek (waarin we Onbepaald door het lot herkennen).

Kertész schreef zijn eerste boeken zonder uitzicht op publicatie of succes. Hij schreef ze omdat hij ze moest schrijven. Hij wilde zijn ervaringen in Auschwitz vastleggen, in een roman vatten, met de wereld delen. Zijn opvattingen over het kamp zijn (letterlijk) radicaal: hij verzet zich tegen de slachtofferkitsch die bijvoorbeeld Schindler’s list van Steven Spielberg kenmerkt.

Kertész is zelfbewust, en hij is zich bewust van zijn positie als Joodse schrijver die Auschwitz overleefde. Zijn kennis is uit de eerste hand, als je het zo mag zeggen. Zijn zelfbewustheid is een vorm van verzet. Hij weet wat hij waard is, als mens en als schrijver – al kun je die twee niet los van elkaar zien, en daarom schrijft hij – onbepaald door het lot.

De schrijver Kertész is ‘een zuivere schim in een vervuilde schepping’, om Lucebert een keer te citeren. Dat woord ‘zuivere’ is zwaar, en het wordt vaak al te lichtvaardig gebruikt, maar om Kertész te omschrijven mag je het best een keer van stal halen.

Wat wil ik met dit blog zeggen? Dat iedere schrijver in zijn jeugd een jaartje in een concentratiekamp moet doorbrengen? Nee. Dat iedereen een jaar of veertig moet doorbrengen onder een communistisch regime? Alweer: nee. Niet iedereen die een concentratiekamp of een communistisch regime overleeft, wordt meteen een groot schrijver.

Nee, het ligt anders. Op de website ISurvived.org, gewijd aan de herdenking van de Holocaust, staat een kort interview met Kertész. Op de vraag: ‘You've said that it's easier to write literature in a dictatorship than in a democracy,’ antwoordt Kertész:

‘That was too sweeping a statement, but there's a truth to it. Because I didn't write what the communist government wanted to see, I was cut off and alone with my work. I never thought my book would ever be published, and so I had the freedom to write as radically as I wanted, to go as deep inside as I wanted. In a democracy you have to find a market niche, make sure a novel is “interesting” and “spectacular”. That may be the toughest censorship of all.’

Hij schreef niet wat van hem werd verwacht. Daarom was hij van alles en iedereen afgesneden en helemaal alleen met zijn werk. Hij dacht dat zijn boek nooit zou worden gepubliceerd en had daarom de vrijheid om… enfin, de lezers weten wat hierboven staat. De lezers die graag schrijver zouden willen zijn, moeten deze woorden boven hun bureau hangen.

(Net verschenen: Letzte Einkehr, Tagebücher 2001-2009, Rowohlt, 2013)

Comments

Lid sinds

14 jaar 8 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
  • Pluslid
  • Moderator
Kertész zei in een interview met Wim Kayzer ('Nauwgezet en wanhopig', VPRO, 1989) onder andere: Ik heb altijd het gevoel gehad dat alles waarover mensen klagen, gewichtloos is. Daarom hield ik er later ook niet van om te luisteren naar verhalen van teruggekeerde joden, die bijna zwolgen in hun leed. (...) Ik heb een afkeer van dat genotvol wentelen in het leed dat men in het verleden heeft moeten ondergaan. (...) Nu wordt het lijden van de afgelopen veertig jaar met veel pathos geëtaleerd. Ik proef daar altijd iets in van een zekere stilering: Dat de mens in het lijden zijn essentie tracht te vinden zijn ware ik, zijn identiteit. Maar het is niet echt serieus. Ik denk dat dat een verklaring is van Kertész' idee over de inhoud van slachtofferkitsch. Vooral dat laatste: Het is niet echt serieus.