Zeven angsten van beginnende schrijvers

Schrijvers twijfelen vaak en stellen zich allerlei doemscenario’s voor. Schrijven Online beschrijft zeven angsten van beginnende schrijvers en hoe je die kunt bestrijden.

1. Angst om afgewezen te worden

De meest voorkomende angst van beginnende schrijvers. Wat als iedere uitgever mijn manuscript afwijst? Wat als ik nooit aan de bak kom? Zulke twijfels teisteren elke schrijver en zorgen er zelfs voor dat sommige mensen stoppen met schrijven.

Je kan nooit door iedereen leuk gevonden worden. Sommige auteurs breken direct door, anderen moeten langs dertig uitgevers voordat er wat met hun werk gebeurt. Bijna iedereen maakt dus wel eens een afwijzing mee. Zie een afwijzing daarom niet als een slecht iets, maar als een leerervaring. Waardeer het en laat jouw emoties niet de overhand nemen. Vraag om uitleg, verbeter waar nodig en probeer het nog eens. Alleen als je doorzet, bereik je jouw doel.

2. Angst om tekort te schieten

Een angst die veelal hand in hand gaat met bovengenoemde: wat als niemand mijn werk leuk vindt? Waarom zouden mensen überhaupt iets van mij willen lezen? Jouw schrijfwerk kan lijden onder zulke gedachten, dus het is zaak om er zo vroeg mogelijk tegen te vechten. De eerste stap is om te herkennen dat je te hoge verwachtingen van je werk hebt.

Als je het gevoel hebt dat het echt slecht gaat, doe dan een stap terug. Bekijk het probleem van een afstand, dat zorgt vaak voor een helder perspectief. Maak jezelf ook niet druk over details, perfectie bestaat immers niet. Als iets je echt dwars zit, neem dan de tijd. Wacht af tot je gekalmeerd bent en er met een koel hoofd naar kan kijken. Het kost tijd om je over je twijfels heen te zetten. Wees dus niet te hard voor jezelf, iedereen maakt immers fouten!

3. Angst voor succes

Dit klinkt misschien tegenstrijdig. Succes zou immers een positieve werking moeten hebben. Toch hebben veel schrijvers (onbewust) last van deze angst. Het gaat dan vooral om de bijeffecten van succes, de ‘wat als…’ situaties. Wat als mijn werk na mijn eerste succes slechter is? Wat als ik geen tijd voor mijzelf overhoud? Of misschien wil je al die aandacht helemaal niet.

Twijfels over succes kunnen ervoor zorgen dat je jouw schrijfwerk gaat uitstellen. Om dit tegen te gaan, moet je eerst herkennen waarom je jezelf tegenwerkt. Blijf bezig, vraag om feedback, leer van fouten en vooral: heb plezier in het schrijven. Bedenk dat succes geen prioriteit hoeft te zijn.

4. Angst voor zelfonthulling

Dit is een angst waar veel schrijvers onbewust aan lijden. Elke schrijver stopt iets van zichzelf in zijn of haar werk en soms is dat iets waar je je voor schaamt. Je weet dat de scène belangrijk is voor het verhaal, maar je bent bang dat kennissen of vrienden jou anders gaan zien als ze het lezen. Erger nog: als een lezer het ronduit niet eens is met een fragment uit jouw verhaal waar veel van jezelf in zit, dan levert hij indirect kritiek op jou. Dat kan beangstigend aanvoelen.

Schrijven vanuit persoonlijke ervaringen werkt echter het beste om emotie over te brengen. Een scène voelt geloofwaardig en authentiek aan als de lezer zich realiseert dat dit echt gebeurd kan zijn. Dat betekent echter niet dat je elk sappig detail over jezelf in het verhaal moet verwerken. Alleen jij hebt in de hand wat je wilt onthullen. Wordt het te persoonlijk? Laat het even liggen, of werk eromheen. Wees niet bang om iets van jezelf te laten zien, maar ga wel zorgvuldig om met de informatie en besef wat de gevolgen kunnen zijn, zowel voor jou als voor jouw dierbaren.

5. Angst dat je maar één goed boek kan schrijven

Sommige schrijvers hebben het idee voor één verhaal helemaal uitgewerkt, tot in de kleinste details. Zodra ze klaar zijn, hebben ze echter geen idee wat ze verder moeten. Nog een verhaal? Nog eens zoveel details, zoveel ideeën verwerken? De eerste keer was al een enorme opgave, heb je het wel in je om dat nog eens te doen?

Het antwoord is simpel: natuurlijk heb je dat. Je bent een schrijver, dus je hebt genoeg verhalen te vertellen. Misschien dat het ene verhaal meer tijd in zal nemen dan de andere, maar je zal altijd wat op papier kunnen zetten. Een goede tip is om een notitieblokje bij je te hebben om ideeën in te schrijven. Ook al is het maar een vage gedachte, schrijf het op. Voordat je het weet, heb je een idee voor een prachtig verhaal nog voordat jouw eerste boek af is. Houd jezelf niet voor de gek: als je schrijven leuk vindt, zal je altijd kunnen blijven schrijven.

6. Angst dat je te oud bent om te schrijven

Twijfels ontstaan naarmate je ouder wordt. Heeft het überhaupt nog wel zin om te beginnen aan dit boek? Vraag jezelf dan af: waarom niet? Je hebt immers een heel leven achter je. Met leeftijd komt immers ervaring.

Oudere mensen van tegenwoordig barsten van de energie. Leeftijd doet er dus eigenlijk niet toe. Beter nog: hoe ouder je bent, hoe meer authentieke situaties je kan schetsen in een verhaal. In theorie zal je dus op latere leeftijd alleen maar beter kunnen schrijven. Dat betekent natuurlijk niet dat je ermee moet wachten. Schrijf dat verhaal, waar je ook bent in jouw leven.

7. Angst om onderzoek te doen

Onderzoek doen is voor veel mensen een doorn in het oog. Bij fictieschrijvers wordt het nog wel eens geheel overgeslagen. Ik verzin de verhalen zelf, dus waarom zou ik dan onderzoek doen? Bedenk echter dat elk verhaal, hoe fictief het ook is, authentieke details nodig heeft. Een verhaal is pas aangrijpend als de lezer het als echt ervaart. Onderzoek doen kan als een sleur aanvoelen, maar zodra je de benodigde informatie hebt, wordt jouw verhaal er alleen maar beter op.

Een manier om onderzoek leuker te maken, is door onderwerpen en details te kiezen die je zelf interessant vindt. Als je het leuk vindt om erover te schrijven, zal je het hoogstwaarschijnlijk ook leuk vinden om erover te leren. Leer plezier te halen uit het vergaren van nieuwe informatie. Op die manier voelt onderzoek minder aan als werk en meer als een stap in de juiste richting.

Door: Reinoud Schaatsbergen

Meer tips of oefeningen? Bestel het zojuist verschenen Het Grote Schrijf-Doe-Boek van voormalig hoofdredacteur Louis Stiller in de Schrijfbibliotheek.