Hoe schrijf ik een synopsis

'Stuur een synopsis mee', staat er op de site van een uitgever. 'Kun je geen synopsis van je verhaal sturen,' vraagt de schrijfcoach. Hoe doe je dat? Een synopsis schrijven. En wat moet daar allemaal in staan? Vier methodes. De synopsis is een letterlijk een verkorte weergave of samenvatting van je werk. In de klassieke oudheid stond er bijvoorbeeld op een vaas of muur met verschillende afbeelding een afbeelding waarin alle thema’s, ideeën, verhaallijnen en personages samenkwam. Een synopsis betekent heden ten dage een beknopte weergave van je fictiewerk, een soort overzicht van je verhaallijnen, personages en thema’s en maakt vaak deel uit van het boekvoorstel dat je aan uitgevers, manuscriptbeoordelaars en literair agenten stuurt. Zij wordt meestal alleen gebruikt bij proza, biografieën en andere literaire non-fictie en zeker bij scenario’s, en in mindere mate bij toneel en essays, vrijwel nooit bij poëzie. Zo’n synopsis wordt door sommige uitgevers, agenten en manuscriptbeoordelaars gevraagd als ze (eerst) alleen een klein deel van je manuscript willen lezen, zodat ze kennis kunnen maken met je stijl en toon. Als je wél het hele manuscript opstuurt is het lang niet altijd nodig om een synopsis bij te voegen. Hoe schrijf je zo’n synopsis? De meeste auteurs zijn niet dol op het schrijven van een synopsis. Het betekent immers dat je buiten je eigen werk moet gaan staan en met de ogen van een soort vreemde ernaar moet kijken. Bovendien kun je in zo’n synopsis nooit de diepgang en de subtiliteit van je werk vangen. Toch wordt het steeds belangrijker: je ‘verkoopt’ er je idee mee, en bovendien scherpt het je eigen ideeën over je boek. Als je in je synopsis op moeilijkheden schuilt (‘wat is mijn centrale conflict eigenlijk?) dan krijg je er in je verhaal waarschijnlijk ook problemen mee. Hoe kun je een synopsis het beste aanpakken? Daar zijn verschillende methodes voor. 1. Schrijf een blurp, een covertekst die eventueel op de achterzijde van je boek kan komen te staan. Leg deze voor aan potentiële lezers en vraag ze of ze begrijpen, of ze gegrepen worden en of ze elementen missen. Herschrijf tot het verhaal perfect is. 2. Stel voor dat je in de lift staat met een uitgever van naam en faam. Je bent alleen met hem of haar en gaat de komende drie minuten met hem/haar naar de 14e verdieping, en vertelt dat je een boek hebt geschreven. ‘Zo. Waarover,’ vraagt hij/zij enigszins onverschillig. Dit is je kans. Overtuig de uitgever van je boek. Schrijf nu uit wat je tegen hem/haar zou zeggen. Niet meer dan een A4tje. Onderstreep de belangrijkste zinnen. Die moeten zeker in je synopsis. 3. Lees je roman, biografie of nonfictiewerk hoofdstuk voor hoofdstuk door. Zet na het lezen van elk hoofdstuk een paar zinnen op papier: waar gaat het over, wat gebeurt er met je personages, wat is het belangrijkste wat er gebeurt? Schrijf onderwijl ook de grote, onderliggende elementen op. Wat zijn de thema’s die je ziet, de symbolen, wie zijn de personages, wat is hun drijfveer, op welke plekken speelt je roman? Schrijf ook op wat de hoogtepunten zijn - de punten waar je verhaal in een stroomversnelling komt. Als je deze stukken onder elkaar zet, heb je een vrij droge opsomming van je verhaal, en de belangrijkste elementen van je vertelling. Maak er nu een sjeuïge, spannende tekst van, van maximaal een A4. 4. Je kunt ook het volgende lijstje gebruiken. Een goede synopsis bevat de volgende elementen: — Een korte beschrijving van de inhoud/het verhaal. — Een introductie van de protagonist, de antagonist en de belangrijkste bijfiguren. — Een beschrijving van het conflict dat centraal staat in het boek. — De ontwikkeling die je hoofdpersoon doormaakt. — De ontknoping, bijvoorbeeld het inzicht dat je hoofdpersoon aan het slot heeft. — Een korte typering van de stijl. — Een toelichting op de structuur. Bijvoorbeeld: vertel je lineair, gebruik je voortdurend flashbacks, gebruik je korte of lange hoofdstukken, uit hoeveel delen bestaat je boek? 5. Maak er een goed verhaal van. Herschrijf tot het soepel loopt. Schrap herhalingen, overbodige uitleg en teveel bijvoegelijke naamwoorden. Laat het een paar mensen lezen en let goed op hun commentaar. Herschrijf weer tot het perfect is - net als je boek.