Oefening baart kunst

Oefening baart kunstNa drie jaar korte verhalen schrijven wilde ik weten hoeveel verhalen ik geschreven heb. Ik begon te turven in de mapjes 2013, 2014 en 2015. 98 verhalen staan erin, daaronder ook één essay en één gedicht. Ik wilde meer weten. Is er een ontwikkeling, positief of negatief? Het turven werd een exploratief onderzoekje naar hoeveel ik de afgelopen jaar heb geschreven en hoeveel resultaat dit heeft opgeleverd. Als resultaat telde ik niet alleen publicaties in een bundel of in de krant, genomineerd of eervol vermeld zijn en op een shortlist of longlist staan, maar ook, last but not least, winnen (daaronder telde ik ook tweede en derde plaats).

Vragen die ik me stelde:

  1. Is er een positieve ontwikkeling in de drie jaar dat ik korte verhalen schrijf voor wedstrijden?
  2. Baart oefening kunst?
  3. Loont inspanning?
  4. Is een cursus volgen nuttig?

Officiële waardering van een jury

In totaal heb ik in een kleine drie jaar 98 verhalen geschreven. 23 keer behaalde ik een resultaat. Dit betekent dat 23% van mijn verhalen officiële waardering kregen van een jury (gepubliceerd, gelonglist, genomineerd, eervol vermeld of winnend). Een verhaal kan natuurlijk ook gewaardeerd worden door schrijfvrienden, familie of zelfs een jury zonder geselecteerd te worden. Laatst loofde een jury bij een prijsuitreiking een niet genomineerd verhaal van iemand. Er was niet voldoende aan het thema voldaan om gekozen te worden.

Een sprong in de ontwikkeling

Ook keek ik naar ieder jaar afzonderlijk. Opvallend was dat ik van 2013 naar 2014 een sprong heb gemaakt van een resultaat van 10% naar een resultaat van bijna 28%. Lag het aan de schrijfcursussen die ik gedaan heb? Aan de wekelijkse opdracht waaraan ik meedeed? Aan het werken met proeflezers dat ik toen intensiever ben gaan doen? Precies uitpluizen gaat niet. Als kanttekening zijn er in 2015 meerdere verhalen nog niet meegerekend omdat ik nog geen uitslag heb en het jaar is nog niet ten einde. Ik heb daar rekening mee gehouden bij het turven.

Als ik alleen kijk naar ‘winnen volgens de jury’ (zonder de eervolle vermeldingen) is het 5% in 2013, 7% in 2014 en 8% in 2015. Met eervolle vermelding meegerekend wordt het 5% in 2013, 10% in 2014 en 16% in 2015. Ook hier progressie.

Inspanning loont

Opvallend was ook dat inspanning loonde. Als ik keek welke verhalen tot resultaat leiden, zijn dit de verhalen waar ik er een schepje bovenop heb gedaan. Ik had er een boek voor gelezen, langer over nagedacht, research voor gedaan, meer proeflezers laten lezen. Ook experimenten deden het goed. Soms sloegen ze de plank mis. Over het algemeen hielp het om langer over een verhaal na te denken en het te laten liggen. Bovendien deed de ingeving die komt na het lezen van een bepaald techniek of een filosofisch boek het goed. Ook na een schrijfcursus bleven mijn resultaten beter.

De aanhouder wint

Er zat duidelijk progressie in.  Zo zie je dat oefening - veel verhalen schrijven - inderdaad kunst baart. Dit was een exploratief onderzoek bij één persoon en dus louter indicatief.

Door Odile Schmidt

Odile Schmidt-Nouhan (1965) is schrijfcoach bij de wekelijkse schrijfopdracht van Schrijven Online en doet sinds ruim drie jaar mee aan schrijfwedstrijden met wisselend succes. Onlangs werd ze tweede bij BEM450 in Egmond. Ze stond onder andere op de longlist van de A.L. Snijdersprijs en eindigde laag bij de Fantasy Strijd Brugge. Uit de wedstrijden volgden vijftien publicaties, waaronder een in haar moedertaal Frans. Op haar blog schrijft ze over korte verhalen schrijven en het meedoen aan schrijfwedstrijden.

Techniek