Zo schrijf je dialogen

Moeite met dialogen? In het januarinummer van Schrijven Magazine vertelt schrijfdocent Carla de Jong alles over dialogen aan de hand van twee schrijfoefeningen. We geven je alvast een voorproefje.

Show, don’t tell

In de literatuurwetenschap wordt algemeen aangenomen dat het vertonen van een situatie de beleving van de lezer versterkt. Het samenvatten van een scène creëert meer afstand omdat de verteller prominenter aanwezig is. Hoe werkt dit principe in dialogen?

Dialoog biedt de schrijver bij uitstek de kans om te ‘tonen’ (show). Ook in de dialoog geldt het onderscheid tussen vertonen en vertellen. Ter illustratie een samenvattende dialoog (volgens het tell-principe):

Chrissy’s vader vertelde haar dat hij zou intrekken bij zijn nieuwe vriendin. Chrissy’s wereld leek in te storten.

Of de vertonende variant (volgens het show-principe):

‘Ik moet je iets vertellen, Chrissy.’ De laatste keer dat papa’s stem zo bibberde, was toen Bibi was dood gereden.

Chrissy’s mond werd droog en haar woorden smakten een beetje. ‘Wat is er, papa?’

‘Ik ga bij Tessa wonen.’

Haar hart bonsde in haar keel, ze voelde het getik zelfs in haar oren. Dit was niet leuk en zou nooit leuk worden, wist ze. ‘O,’ zeiden haar lippen, al wist ze niet zeker of ze geluid maakte.

Benieuwd naar de schrijfoefeningen?

Je leest ze in het januarinummer van Schrijven Magazine, dat omstreeks vrijdag 29 januari verschijnt. Het januarinummer niet missen, maar nog geen abonnee?

Neem vóór maandag 18 januari 16:00 uur een abonnement op Schrijven Magazine, dan krijg je dit nummer thuis!

Introductieaanbieding

Of werf een abonnee en krijg zelf cadeaus.

Werf een abonnee

Techniek