Afbeelding

Afbeelding van een raaf met zijn snavel open, uitkijkend op een strand

Photo by Tim Mossholder

UKV's van de week: Consult en Rookmelder

Iedere week zetten wij vijf ultrakorte verhalen in de schijnwerpers. Wil jij ook een ultrakort verhaal schrijven? Doe mee in onze Facebookgroep.


Nathalie Lemaitre - Consult

15 september

"Help me, madame," smeekt de dame met opgezwollen huilogen tijdens mijn mediumconsultatie. 
"Wat is uw vraag, mevrouw?"
"Gisteren vond ik mijn man in ons bed met mijn beste vriendin."
De tranen beginnen te vloeien. Subtiel schuif ik haar een pakje zakdoekjes toe.
"Gaat mijn man vreemd?” snikt ze. 
Verbluft door de naïviteit van haar vraag verzin ik maar wat:
"Wat de raaf 's nachts niet kan vinden, kan elke man verblinden." 
“Nu begrijp ik het helemaal!” Ze zucht dankbaar en schuift me een groengekleurd bankbiljetje toe.
Ik voel me bijna schuldig om het aan te nemen. Bijna...

Marion Reeuwijk-Remmerswaal – Krassen

17 september

Zwarte vlerken schudden, druppels water spetteren in het rond. De borst komt omhoog, de snavel gaat open om luid te krassen.
'Stop, niet doen, ze slapen net.' Moeder Raaf wijst met de punt van haar snavel naar de kuikens in het nest. Ze liggen knus tegen elkaar naast het ene ei dat nog niet is uitgekomen.
De snavel van Pa Raaf gaat weer toe.
'Wat doen we met die laatste?' fluistert hij. 'Zal ik hem eruit wippen?'
'Geef het nog een dag. Benjamin uit het vorige broedsel is tenslotte een veelbelovende krasser geworden.'
Krak, barst.
'Mag ik nu krassen?'

Elsbeth Boom – De Reiziger

18 september

U schrikt, dat is toch niet nodig. Ik ben slechts een reiziger die verkoeling en rust zoekt. Ziet u, ik ben al dagen onderweg. En met deze hitte is dat geen lichte opgave. Begrijpt u mij niet verkeerd, ik klaag niet.
Zou ik mogen vragen om een slok water? Ik ben schor, het zingen moe.
Komt u anders even bij me zitten. Zo’n lange reis is eenzaam en u bent goed gezelschap.
Mijn vleugels lijken me steeds moeilijker te kunnen dragen. Ik word hier wellicht te oud voor, meneer. Steeds vaker denk ik: nooit meer, nooit meer.

Thilly Ran – Rookmelder

18 september

'Zal ik een nieuwe batterij in de rookmelder zetten?' vroeg hij.
Ze reageerde verschrikt: 'Waarom?'
Hij keek haar aan, haar oude gezicht, weinig rimpels, dun grijs haar.
'Hij piept steeds. Hoor je dat niet?'
Ze keek hem aan. Zijn mooi gevormde gezicht. Als kind al zag je de knappe lijnen erin.
'Jawel,' antwoordde ze, 'dat hoor ik heel goed. Het is net alsof er een vogeltje in huis zit.'
'Oh.'
'Daardoor voel ik me minder alleen.'
Haar stem klonk droevig.
'Zal ik wat vaker bellen dan?'
'Dat zou ik héél fijn vinden.'
Hij knikte aarzelend.
Het raakte hem.

Conny Hoogendoorn – Hout

20 september

Onze vrolijke Franse houtboer kwam langs. Zijn tanden vergeet hij sowieso in te doen en het sluiten van de broekrits had die dag opnieuw geen prioriteit gehad. We verstaan hem soms niet zo goed. Dan schalt zijn schaterlach door de tuin.
Helaas bracht hij slecht nieuws. Ook al benadrukte hij ons ‘très gentile’ te vinden, het was de laatste keer dat hij kwam leveren.
‘C'est ma santé,’ zei hij. ‘Werken mag niet meer.’
Zijn lach verstomde. Verdrietig namen we afscheid.
Ineens was hij er weer. Stoere houtstapels sieren ons huis. Maar het was zijn lach die de warmte bracht.