Afbeelding
Felicity Tai via Pexels
Felicity Tai via Pexels
Wij zijn allemaal een wandelende roman. De uitspraak ‘Mijn leven, ik kan er een boek over schrijven’ is niet voor niets veel gehoord. Meer dan een miljoen mensen loopt rond met het idee een boek over zijn of haar leven te schrijven. In de vorm van een autobiografie, familiegeschiedenis of een levensverhaal. Alleen hoe begin je?
Voor veel mensen is niets prettiger dan autobiografisch schrijven. De reden daarvoor is simpel: er is niemand die de hoofdpersoon beter kent dan zijzelf. Natuurlijk zijn er de geijkte valkuilen waar we met z’n allen inkukelen als we een boek willen schrijven. De grootste is ‘gewoon beginnen’. Kan dat een valkuil zijn? Ja. Want beginnen zonder plan is zoiets als een huis bouwen zonder een bouwtekening. Het ontbreekt aan structuur van waaruit je gaat werken. Laat deze tips jou begeleiden in het gemodder, het geploeter en het plezier om jouw eigen boek te schrijven.
In Spanje begeleid ik mensen die hun levensverhaal of autobiografie willen schrijven waardoor ik veel schrijfplezier en schrijfgeploeter van dichtbij meemaak. Tijdens mijn cursussen vraag ik de deelnemers: hoelang loop jij al met het idee om jouw boek te schrijven? Ze zeggen niet ‘al meer dan 10 jaar’, nee, ze zeggen ‘sinds 1987’. De eerste keer dat ik een exact jaartal hoorde, verbaasde me dat nog maar in feite is het pure logica. Er gebeurde in dat specifieke jaar iets wat grote impact op desbetreffende persoon maakte. Moeder overleed, er vond een scheiding plaats, er ontstond ruzie met ouders of misschien verloren ze een kind. Deze grootse en meeslepende veranderingen in een mensenleven resulteren in het moment dat het ik-wil-een-boek-schrijven-syndroom wordt geboren.
Het is interessant om schrijvers in de dop vragen te stellen als: welke ambitie(s) heb jij met je boek, wil je het publiceren, is het voor jezelf, lotgenoten, vakgenoten, buurtbewoners of voor de kinderen en kleinkinderen? Hoe ziet dat boek eruit, waar gaat het over, voor wie is het bedoeld? Om af te sluiten met: waarom zou iemand jouw boek willen lezen?
Gestamel, gestotter, getwijfel want eigenlijk weten ze het zelf ook niet. Misschien is het ook niet zo interessant. Ik kan het beter niet doen. Het is alleen maar negatief. Trouwens, ik kan niet eens schrijven, wat dacht ik wel! Ik zie het ze denken. Het ‘ik-wil-een-boek-schrijven’-syndroom wordt aan de kant gelegd maar wég is die schrijfwens natuurlijk niet. Die blijft bij je totdat je er gehoor aan geeft. Daarom, en dat is de eerste tip, moet je je schrijfwens serieus nemen, een fundament en een plan maken en aan de hand daarvan concrete stappen zetten.
Gewoon beginnen met schrijven mondt vaak uit in gepruttel op papier, losse flodders en gedachtenkronkels die zijn uitgeschreven. Dat wordt geen boek. Ik zeg niet dat het nutteloos is, maar er wordt niet geschreven volgens een plan, volgens een structuur. De ervaring is dat de dappere schrijver het verliest van de chaos op papier. Wat hoort waar, waar is de rode draad, wie doen er mee in het verhaal, waarom moet dit worden geschreven, is het überhaupt prettig om te lezen? Er staat van alles op papier maar de logica ontbreekt. Om moedeloos van te worden. En dat word je dan ook. Gegarandeerd. Je verliest het gevoel met je verhaal en stopt.
Oké. Het is je menens, je wilt echt een boek schrijven en maakt een schrijfplan, een structuur. Hoe ziet dat eruit? Ten eerste, zorg ervoor dat je weet wat je wilt met je verhaal en wat de reden is dat je gaat schrijven nog voordat je een letter op papier hebt gezet. Wandel, mijmer erover, lees een boek van een bekende schrijver die ook z’n verhaal heeft opgetekend en haal eruit wat zijn reden zal zijn geweest om te schrijven, maar één ding: schrijf niet.
Nog geen abonnee? Profiteer van de introductiekorting: 1 jaar Schrijven Magazine voor slechts € 27,50 (i.p.v. € 38,50) + 2 cadeaus!
Profiteer nu
Tijdens mijn schrijfweken in Spanje hoor ik verschillende redenen. Het bijzondere is dat men denkt dat wat zij in hun hoofd hebben, ook voor de andere aan tafel zal gelden. Het tegendeel is waar. Zo zat er een vrouw aan de schrijftafel die de familiegeschiedenis op papier wilde zetten voor haar kinderen, twee zussen die nog een appeltje te schillen hadden met een wijlen voorouder omdat er een geheim was onthuld wat alles binnen het gezin in een ander perspectief plaatste, de vierde was een ware jobhopper (25 banen in 20 jaar) en twee dames die wilden schrijven over hoe de wereld is veranderd in de afgelopen vijftig jaar. Die laatste twee gaf ik het boek Gouden Jaren en zei ‘nou, jullie kunnen naar huis, het is er al’. Die twee dames wilden helemaal geen Gouden Jaren schrijven, dat moge duidelijk zijn, maar ze begrepen daarna wel dat ze hun schrijfreden moesten kanaliseren.
Een tijdje geleden signeerde Annejet van der Zijl voor mij haar boek De Amerikaanse Prinses. Ik vroeg haar een boodschap voor de deelnemers van de schrijfweken in Spanje op te schrijven. Het werd ‘Courage all the time’. Een quote die ik aan alle cursisten laat zien. De meesten gaan hier aan voorbij maar als je geen reden hebt, waar haal je dan the courage, de moed en daadkracht vandaan? Het is mooi als zo’n boodschap resoneert.
Als je schrijfreden staat als een huis, volgt de volgende stap. Voor wie schrijf je? Lotgenoten, vakgenoten, stadsgenoten, baangenoten, of toch alleen voor jezelf, voor de kinderen, voor de hele familie? Als je een levensverhaal voor de kinderen schrijft, wordt het een ander boek dan een levensverhaal voor de hele familie. Als je voor jezelf schrijft wordt het heel anders dan een boek voor een breder publiek, bijvoorbeeld voor mensen die zich in jouw verhaal herkennen. Onderwerpen binnen dit kader zijn er te over: autobiografieën over ziektes, psychopaten, kinderloos zijn of iets luchtigs als dagelijkse treinreiservaringen. In feite zijn dat ook levensverhalen maar ingezoomd op een bepaald onderwerp en voor een breder publiek.
Als je je schrijfreden hebt en weet voor wie je schrijft, maak je op basis hiervan een lijst van alle dingen waarover je kunt schrijven. Alles. Trek al je herinneringslaadjes open, laat alles toe. Emoties, feiten en nog belangrijker, associeer erop los. Stel dat je je herinnert dat je een ongeluk kreeg, haal dan alles erbij wat je je herinnert. Van de klap tot aan wat de arts tegen je zei. Als die arts op een vriend lijkt zet je dat erbij, als ‘ie rook naar bedorven melk ook en als de gedachte aan die vriend herinneringen naar boven haalt, schrijf je dat ook op.
Als je dit niet onder begeleiding doet, adviseer ik je de tijd te nemen en een plek in huis in te ruimen waar je aan de inventarisatie werkt zodat je deze georganiseerde chaos niet telkens op hoeft te ruimen. Zorg zelf voor een deadline want zonder tijdslimiet kun je hier eindeloos mee doorgaan.
Ben je klaar, cluster per onderwerp. Pak je schrijfreden er nog eens bij en bekijk opnieuw alles wat je hebt opgeschreven. Wat heeft je verhaal wel en niet nodig? Het is even pijnlijk maar meer dan de helft kan waarschijnlijk weg. Je houdt een prachtige lijst van onderwerpen over met dito details, en als het lukt, kun je daar al een concept-inhoudsopgave van maken.
Het tweede deel van dit artikel verschijnt morgen.
Door Brenda van Es
Brenda van Es geeft het hele jaar door schrijfcursussen in Andalusië (Spanje) aan mensen die hun levensverhaal of autobiografie willen schrijven. Ze doet dit volgens de ©ES methode (Eerst Structuur). Je vindt meer informatie op haar website.
Abonnees profiteren van extra voordelen.
Meld je aan voor de Schrijven Nieuwsbrief.
Elk nummer een nieuw schrijfthema.
55% korting voor abonnees van Schrijven Magazine!
Door ervaren, professionele redacteuren. Goed én betaalbaar!