Het belang van sprookjes

Het belang van sprookjes Begin negentiende eeuw waren ze populair en dat zijn ze nu nog steeds. De sprookjes van de meester-vertellers De Gebroeders Grimm en Hans Christiaan Andersen spreken vandaag de dag nog tot onze verbeelding. En dat is te merken, want er gaat geen dag voorbij dat we niet horen dat er een traditioneel sprookje verfilmd is of dat er een moderne navertelling van komt.

200 jaar Grimm 

Ter ere van het tweehonderdjarig bestaan van de sprookjes van de Gebroeders Grimm organiseert de Efteling op 14 maart 2013 een Grimm Symposium. Tijdens het symposium zullen sprookjeskenners, onderzoekers en illustratoren aan het woord komen en hun kennis met het publiek delen. Een wandeling langs het magische Sprookjesbos mag daarbij uiteraard niet ontbreken. Ook de Koninklijke Bibliotheek viert het tweehonderd jarig bestaan van de sprookjes van Grimm en heeft een foto-expositie getiteld Er was eens… samengesteld. Tot en met 18 april 2013 zijn foto’s van verschillende sprookjesfiguren te bewonderen in de hal voor de ingang van de KB.

De fantasierijke beeldentaal van sprookjes

Volgens Bert Voorhoeve, schrijver van Sprookjes zijn goud waard, ‘brengen sprookjesbeelden het denken in beweging en stimuleren de verwondering.’ Sprookjes prikkelen en ontwikkelen ook de fantasie van de lezer waardoor de verbeeldingskracht geactiveerd wordt en de lezer nieuwe beelden voor zichzelf kan creëren. Iedere volwassene weet dat sprookjes een moraal bevatten. Bij een kind gebeurt dit intuïtief in de vorm van beeldentaal. Een leugen of een slechte daad kunnen zij herkennen door de oprechtheid en de waarheid die daartegenover staat.

De ontwikkelingsweg van een mens waarbij verschillende uitdagingen, opdrachten of waarschuwingen aan de orde komen, zijn vaak voorbeelden van een dergelijke moraal. De voorgelezen vertellingen zijn niet direct begrijpelijk voor kinderen, maar ze herkennen wel de levenslessen in een beeldentaal die bekend is bij hen.

Afwijkende versies en interpretaties van de traditionele sprookjes 

De sprookjes als Roodkapje, Doornroosje en Assepoester die wij nu kennen, waren niet altijd even braaf en onschuldig. Voor de gebroeders Grimm en Andersen waren er eerdere schrijvers die de kindervertellingen op papier hebben gezet. De Franse schrijver Charles Perrault is hier een voorbeeld van. Reeds in de zeventiende eeuw kwam hij met het verhaal van het jonge meisje gehuld in een rode mantel. Deze versie is veel duisterder dan de sprookjes van de gebroeders Grimm en heeft bovendien een seksuele ondertoon.

Roodkapje

In Perraults versie bestaat er geen gelukkig einde, want zowel Roodkapje als haar grootmoeder worden in de slotscène door de wolf verslonden. Ook wordt in Perraults versie Roodkapje gevraagd om bij de wolf in bed te komen. Perrault wilde met deze versie knappe jonge dames waarschuwen om niet naar vreemden (lees: mannen die hen willen versieren) te luisteren of om toe te geven aan hun verlangens. Een andere interpretatie schijnt het proces van seksuele bewustwording van een jong meisje naar een vrouw te beschrijven.

Doornroosje

Roodkapje is overigens niet het enige sprookje met verschillende interpretaties. Doornroosje is het andere voorbeeld. Het verhaal heeft zijn oorsprong in het zeventiende-eeuwse Italië onder de titel Sole, Luna e Talia, geschreven door Giambattista Basile. In deze versie draagt Doornroosje de naam Talia en prikt haar vinger niet aan een spintol, maar aan een vlasnaald. Bovendien wordt ze in haar slaap bezwangerd door een gehuwde koning die toevallig voorbij haar kasteel rijdt. Na negen maanden baart ze slapend een tweeling. De kinderen worden door twee feeën aan de borst van Talia gelegd, maar een van de kinderen zuigt per ongeluk aan haar vinger, waarbij het vlasnaald losschiet en ze ontwaakt.

Deze oorspronkelijke en duistere versies van de voor ons zo bekende sprookjes zien wij vandaag de dag terugkeren. Angela Carters The Bloody Chamber is hier een voorbeeld van. Zij nam de oorspronkelijke sprookjes als startpunt en gaf ze een feministische draai. Ook in het boek Beest in bed van de jeugdboekenschrijfster Marita de Sterck zien wij de agressieve en erotische passages van de oorspronkelijke vertellingen in hun volle glorie terugkeren.

Door Zara Mansourova

Bron

www.kb.nl/nieuws/nieuwsarchief-2013/sprookjes/foto-expositie-er-was-eens