De schrijfrituelen van toptalent Gerda Blees

‘Alles waarover je zelf twijfelt, is niet goed,’ zegt schrijfster Gerda Blees. Niet alleen schrijft ze proza, poëzie en essays, ze volgt ook de richting autonome beeldende kunst aan de kunstacademie. Ze debuteerde met de verhalenbundel Aan doodgaan dachten we niet (2017). Daarna volgde de dichtbundel Dwaallichten (2018). Wij zijn licht is haar eerste roman. Welke tips heeft dit multi-talent?

1. Schrijf met de hand

Ik schrijf altijd de eerste versie met de hand. Dat lijkt misschien ouderwets, maar ik ken wel meer schrijvers van mijn leeftijd die dat doen. Ik heb het ontdekt op een schrijfcursus. Ik verzon ineens iets wat ik niet had verwacht. Dat komt door de beweging van het schrijven.
Ik begin een schrijfdag altijd met vrij schrijven, ook als ik aan een boek werk. Wat ik regelmatig doe, is daarbij een wekker zetten. Ik schrijf bijvoorbeeld een half uur zonder mijn pen van het papier te halen. Er komen bij mij dan goede ideeën op.
Daarna begin ik aan een hoofdstuk en al schrijvend ontstaat er wat er in dat hoofdstuk gebeurt. Van tevoren bepaal ik hoe lang ik schrijf. Als ik in mijn vaste ritme zit, schrijf ik alle doordeweekse dagen een paar uur.

Afbeelding

Dit artikel is verschenen in Schrijven Magazine 6 van 2020.
Abonnee worden? 

Inspireer mij!         Geef Schrijven Magazine cadeau