De pennen zijn geslepen: tergend trage afvalrace bereikt kijkcijferdieptepunt

De pennen zijn geslepen, het AVROTROS-programma waarin ‘BN’ers’ leren een thriller te schrijven tijdens een tergend trage afvalrace, heeft een absoluut kijkcijferdieptepunt bereikt. Slechts 54.000 mensen keken donderdagavond naar het primetime-programma, een ongekend lage hoeveelheid voor dat tijdstip.

Ter vergelijking: Met het mes op tafel, dat direct voorafgaand werd uitgezonden, wist bijna 500.000 kijkers te trekken. Een treurige genadeklap voor De pennen, dat al wekenlang moeite heeft publiek aan te trekken. Misschien zou op dit punt vroegtijdig afkappen nog wel een vriendelijker einde zijn dan het langzaam laten doodbloeden. Desondanks was er deze week zowaar een redelijke nuttige schrijfles te trekken uit het programma.

Bruikbare dialoogtips

Het thema van deze week was het schrijven van dialoog. Paul Sebes: ‘Dialoog in een boek moet niet op echte dialoog lijken. Het moet dus niet op spreektaal lijken, het moet vooral in functie staan van personages, de handelingen en het conflict.’ De opdracht voor de deelnemers is het schrijven van een verhaal van 1000 woorden, waarvan de helft dialoog is. Tijdens de schrijfles gaat Sebes verder: ‘In een verhaal heb je vier soorten tekst: de gedachte (wat denkt het personage), de observatie (wat ziet het personage), de handelingen (wat doet het personage) en de dialogen (wat zegt het personage).’
We moeten spaarzaam zijn met spreektaal en dialecten. Schuttingtaal mag wel, maar uitroepen als ‘pff’ en ‘tsja’ mogen niet. ‘Dialoog is niet zomaar een kletspraatje in een boek. De dialoog heeft vooral als functie dat het een uiting is van het karakter van de personages.’
Vooral een goede tip voor schrijvers: beschrijven hoe iemand iets zegt, is een te makkelijke manier om emotie te laten zien. Dialoogattributies als ‘lachte zij’, ‘gekscheerde hij’ en ‘siste hij’ moeten bij voorkeur vermeden worden, niemand lacht terwijl zij een hele zin uitspreekt. De emotie moet doorschemeren uit de dialoog zelf.

Om te experimenteren met dialogen, moeten de deelnemers eerst criminelen afluisteren op een druk terras en daarna good cop/bad cop spelen tijdens een zogenaamd verhoor. Misschien best grappig om zelf te doen, maar niet erg boeiend om twintig minuten naar te kijken.

Geen dode dieren meer ontleden

Kees Moeliker heeft al vanaf het begin moeite met het loslaten van de wetenschapper in zichzelf. Hij kan zich, volgens de jury, slecht verplaatsen in zijn personages en weet emoties niet over te brengen. Dat kost hem deze aflevering de kop: hij gaat naar huis. De resterende deelnemers in de schrijfvilla zullen zijn lessen forensische entomologie nog missen, ze leken allemaal oprecht gefascineerd te zijn door Moeliker’s lessen over het vergaan van dode dieren.

Op dit punt is er nog weinig hoop op een verbetering in kijkcijfers. Zowel voor ons als voor de programmamakers is het goed om te weten dat er nog maar twee afleveringen zullen volgen.

Uitgeven