Afbeelding

Bron: Pexels

De gereedschapskist van de schrijver: dierenverhalen

De gereedschapskist van de schrijver: dierenverhalen De menselijke fascinatie voor dieren is eindeloos, ook in de literatuur. Op welke manieren kunnen dieren een rol spelen in je boek? Welke soorten dierenverhalen zijn er te onderscheiden en wat is hun effect?

Het dier als protagonist

Het dier als protagonist gebruiken kan op veel verschillende manieren. Je kunt proberen de belevingswereld van een dier realistisch te weergeven. Dit deed Hanna Bervoets in haar roman Fuzzie, waarin ze een aantal keer het perspectief van een hond inneemt. Ze beschrijft zijn innerlijke monoloog en neemt de omgeving waar door zijn ogen. Bervoets gebruikt hierbij typische hondeneigenschappen, zoals het gehecht zijn aan het baasje, het verkeer willen achtervolgen, nieuwsgierigheid en een enorm reukvermogen.

‘Grote vriend! Grote vriend! Grote vriend!
‘’Alleen nog even naar de kaasboer, dan gaan we naar huis, goed?’’
Grote vriend, zoet. Zoet, zoet, zoet, zoet, zoet, zoet. Vet, vet, vet, vet, vet, grote vriend, grote vriend, vet, vet, vet, vreemd, vreemd? Zere nek, zere nek.’

Om dit te kunnen doen moet je dus enige kennis hebben van het diersoort en welke eigenschappen die heeft, om zo een voorstelling te kunnen maken van hoe dit dier de wereld waarneemt.

Het dier als bijfiguur

Een dier kan ook ingezet worden als bijfiguur in een verhaal en op deze manier ontwikkelingen in de menselijke personages uitlokken of illustreren. Een dier kan onderwerp van het verhaal zijn, zonder als protagonist te fungeren. Het boek Marley & Ik, is bijvoorbeeld een (autobiografisch) boek over een man en zijn hond. Schrijver John Grogan begon oorspronkelijk met het schrijven van een column, waarin de belevenissen met zijn hond Marley centraal stonden. De columns werden zo’n hit dat hij besloot een boek over zijn band met Marley te schrijven.
Ook in het autobiografische boek Bob de straatkat beschrijft de voormalig dakloze James Bowen zijn relatie met een dier. Hij vertelt hoe het adopteren van zwerfkat Bob zijn leven veranderde en hem hielp om weer op het rechte pad te komen.


Het dier als mens

In veel boeken worden dierlijke personages gebruikt, maar worden hun gedachten en acties beschreven alsof het mensen zijn. Dit worden ook wel ‘antropomorfe personages’ genoemd.
Ook hier zijn verschillende variaties in: in het boek De verwarde cavia van Paulien Cornelisse, is het hoofdpersonage een cavia die gewoon tussen de mensen op kantoor werkt.
In zijn boek De waarheid is een koe (Holy Cow) beschrijft David Duchovny het avontuur van een koe, een varken en een kalkoen die samen van de boerderij ontsnappen wanneer ze ontdekken wat hun lot is. De dieren leven een ‘dierlijk’ bestaan maar hebben ook een menselijk verstand en menselijke eigenschappen.


Filosofische dierenverhalen

De beroemdste Nederlandstalige dierenverhalen zijn waarschijnlijk die van schrijver Toon Tellegen. Zijn dierlijke personages hebben menselijke problemen en gevoelens en zijn verhalen hebben vaak een filosofische ondertoon. Het gebruik van dieren als hoofdpersonages in plaats van mensen, laat zijn verhalen simpeler lijken, zo kan hij serieuzere onderwerpen op een luchtige manier behandelen.

Satirische dierenverhalen

Soms wordt het dierenrijk gebruikt om de maatschappij te weerspiegelen. Zo kan de schrijver de lezer op een indirecte manier iets duidelijk maken of ergens kritiek op leveren. Verhalen waarin dit gebeurt zijn bijvoorbeeld Reinaart de Vos  en Animal Farm. In deze laatste wordt indirect kritiek geleverd op totalitaire politieke systeem van de Sovjet-Unie tijdens de opkomst van Stalin.

Door Lotte van den Elsen