Afbeelding

Foto door Bert Nienhuis

Anna Enquist ontleedt een van haar gedichten

Anna Enquist ontleed een van haar gedichtenAnna Enquist publiceerde onlangs Een tuin in de winter, herinneringen aan Gerrit Kouwenaar. Begin jaren negentig ontmoetten zij elkaar op Poetry International in Rotterdam. Enquist was kort daarvoor als dichter gedebuteerd met de bundel Soldatenliederen, die later in die week bekroond werd met de Buddingh’-prijs. De ontmoeting was het begin van een lange vriendschap. Anna en haar man bezochten bijna elk jaar het  echtpaar Kouwenaar in Zuid-Frankrijk, in het vakantiehuis met uitzicht op de Franse Alpen en bij helder weer op de Pyreneeën. In het boekje staan enkele gedichten van haar, naast vele van Kouwenaar.

Het eerste is: 

Buitentijd 

Dit is  dichters boomgaard. Buiten
het kwadraat van stoelen glijden
zwijnen  en  slangen.  Op  tafel 
lezen wij het eetbare:  de nacht 
is een vangzeil voor voedzame 
woorden,  de korst van het brood.

Dieren  en  dingen dragen eenvoudige
jongensnamen. Boven ons hangt
de  zilveren maan,  de  valbijl.
 

Als het gedicht in een bundel staat, is het misschien moeilijker voor de lezer. Nu staat het ingekaderd in herinneringen. Jullie zitten op het terras en Gerrit is bezig met een vleesrooster en braadt met veel gespetter eendenbouten. De eendendijen noemt hij Wim en Henk. 'Zwijnen en slangen’ lijkt niet positief.

A.E.: 'Het kwadraat van stoelen heeft wel iets gezelligs. Je zit met vier mensen bij elkaar. En ja, het is buiten, er is een boomgaard en dan heb je in Frankrijk kans op wilde zwijnen en slangen.'

Het ‘eetbare’: dat is een Kouwenaarachtig idioom.

‘Kouwenaar heeft het heel vaak over eten. Zo lang je eet kan je ook dichter zijn en schrijver.'

'Lezen' betekent ook verzamelen.

‘Je zou ook kunnen denken: lezen wat je geschreven hebt. De dichters buigen zich over de vraag wat er  eetbaar is, waar je over kunt schrijven. Je kunt het verzamelen. Je kunt ook met elkaar lezen wat er verzameld is. Je kunt overleggen, voorlezen. Dat gebeurde ook daar. De nacht heeft hier iets veiligs. ‘nacht  is een vangzeil.' Als het donker is en je hebt wat gedronken, dan durf je ook meer te  zeggen. 'voedzame woorden’: waar je iets mee kan.’

‘Eenvoudige jongensnamen': dat is voor de lezer zonder het verhaal niet gemakkelijk.

'Misschien is het minder ingewikkeld dan het lijkt. Je kunt de dingen op een  eenvoudige, simpele manier benoemen. Er is ontspanning in die boomgaard, zo dat  je  vrijelijk met elkaar praat, waar je mee bezig bent  en wat je heel graag wil schrijven. Je hoeft je er niet voor te generen. Het mag eenvoudig en simpel zijn. Het uitwerken en ingewikkeld doen komt morgen wel weer bij  daglicht. De dieren grijpen terug op die zwijnen en slangen. Maak het niet  ingewikkelder dan het is.’

'De zilveren maan, de valbijl.’ Dan is het gebeurd.

Bij die zilveren maan kun  je nog  denken: lekker, maar dan komma:  de  valbijl.  Het zal afgelopen zijn. Als  je  ontzettend gezellig  en  prettig met elkaar aan  het  vertieren bent, denk  je in je  achterhoofd: eens zal  het  afgelopen zijn. Het  gaat  om  een gesprek tussen Kouwenaar  en  mij. Hij was natuurlijk wel twintig  jaar ouder dan ik. Dus ik  dacht daar wel eens aan. Wanneer houdt dit op? Paula leefde nog. Het is een heel vroeg gedicht en ook een heel konkreet gedicht.

Jullie hadden een heel andere poëtica.

‘Totaal  anders. ’ 

Meer inzicht krijgen in de opbouw van de gedichten van Anna Enquist? Lees dan het komend nummer van Schrijven Magazine. Neem voor maandag 25 september 16:00 uur een abonnement en ontvang dit nummer thuis.

Word abonnee

Techniek