Lid sinds

5 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

#481 Een pad naar vergeving

 

De kille wind snijdt in zijn gezicht als hij na een half uur vermoeid het terrein op komt fietsen. "Hoewel de herfstkoude zijn intrede doet, weigert het zweet op zijn lichaam te wijken.". Misschien wel denkend aan warme zomerdagen op Italiaanse campings. Of het zullen de extra kilo’s overgewicht zijn, ook een mogelijkheid. Hij zet zijn fiets neer, loopt naar binnen, pakt een mok warme thee en gaat aan de tafel zitten. Wachtend op zijn lotgenoten, zijn mede-slachtoffers dan wel mede-overwinnaars. Dit is inmiddels al 1,5 week bekend terrein. Intensief werkt hij hier aan zijn demonen. Aan een hardnekkig, meerkoppig monster wat zijn hersenen, of beter gezegd, zijn gehele leven in de macht heeft. Volgens de Hongaars-Canadese arts Gabor Mate kan dit herleid worden naar pijn. Naar trauma. Niet de pijn die je ervaart als je op je bek gaat op een gladde traptrede. Maar een diepgeworteld trauma wat zich in je kinderjaren al gevormd heeft. Afwezigheid. Daar bleek bij hem de pijn te zitten. Yin en Yang, kop en munt, moeder en vader. Bij een gemis van de één niet te compenseren door de ander. Hij had zijn vader inmiddels al meer dan 10 jaar niet gezien. Nu was zijn inbreng in de jaren daarvoor ook al te verwaarlozen geweest. Zijn moeder was al die tijd de hoeksteen van het gezin. Dit ging geregeld ten koste van haar eigen welzijn maar zorgde er wel voor dat hij in ieder geval nog de aandacht kreeg die iedereen nodig heeft van zijn ouders. Zijn vader leek regelmatig als een schaduw mee te bewegen. Een schaduw uit het verleden wellicht, want daar moeten zijn gedachten regelmatig naar toe zijn gedwarreld. Al die keren dat hij hem zag zitten. Met een sigaar in zijn hand en de krant op zijn schoot. Voor de vorm, want hij staarde vooral naar buiten. Alsof hij door de regendruppels enige vorm van betekenis aan het leven probeerde te ontdekken. Dag in, dag uit zag ik hem daar zitten. Tot ik hem niet meer zag. Hij heeft ons verlaten, was het enige wat mama zei. Hij heeft jou verlaten. Maar hoe kan iemand je verlaten als hij nooit echt bij je is geweest?  

 

Er was geen ceremonie, geen koffie en cake. Geen huilende familie in de regen op een troosteloze maandagmiddag. Geen woorden van dank, geen herinnering. Er was geen vaarwel. Maar in mijn hart wel een tijdstip van overlijden

 

Hij wendt zijn blik af van het raam en ziet dat hij inmiddels niet meer zichzelf als gezelschap heeft. Zijn andere groepsgenoten zijn gearriveerd. Vermoeide koppies. Nog wennend aan elkaar en aan het ritme van dagelijks emotioneel uitgeknepen worden. Iedereen draagt een ander rugzakje met zich mee. Andere kleuren, andere inhoud. De essentie van de rugzak is echter voor iedereen hetzelfde. Je zeult hem je hele leven met je mee. Het is de reden dat je je niet vrijuit kan voortbewegen. De reden dat je niet met lichte tred de toekomst tegemoet kon zien. Hier worden echter een aantal rotsblokken uit de rugzak gehaald en vervangen door kleinere keien. Je laat het verleden namelijk nooit helemaal achter. 

 

Als een vader die zijn kind achterliet. Zijn vrouw. Zijn huis. Was dit altijd al zijn wens geweest? Zag hij ons als een tijdelijke tussenstop richting zijn eindbestemming? Door je eigen beperkte geest, omringd door demonen, was je blik misschien nooit ruim genoeg om zijn verdriet te herkennen. Waar je een vader verwacht die naar jou toe komt als hij thuis komt van zijn werk. Een aai over je bol geeft. Een high-five langs de lijn als je gescoord hebt. Je kan je afvragen of hij niet een zoon verwacht had die naarmate hij ouder werd, kon inzien dat niet alles zo loopt wat het meeste gemak oplevert. Dat Pa soms ook een arm van junior verlangt. Een kneepje in zijn hand. Deze ziekte kan je egoïstisch maken. Blind voor de wereld om je heen. Dit was niet alleen zijn pijn. Deze pijn is overdraagbaar. Van vader op zoon. Een soeppan van stilte, emotionele afstand, teruggetrokkenheid en de twijfel waar en bij wie je thuishoort. Een pijn die niet op een derde generatie overgebracht mocht worden. 

 

Vandaag besteden ze tijd aan het betrekken van familie bij de behandeling door middel van een bijeenkomst. Hij ziet nieuwe gezichten voorbij komen, oudere gezichten. Schud handen van vaders. Bekijkt het schouwspel met een blik van toegeeflijkheid en weemoed. 

 

Terwijl iedereen met een bak koffie zijn of haar stoel opzoekt ziet hij in zijn ooghoek een gedaante over straat strompelen. Een herkenbare tred. De man is nog ver weg maar bepaalde gelaatstrekken vergeet je niet. Zou het? Kan het? Hij komt struikelend overeind en rent de gang op. De man is inmiddels bij de deur aangekomen. Het is hem. Zijn vader. Zijn evenbeeld. Hij doet de deur open en de kille wind van eerder die morgen heeft plaatsgevonden voor verkwikkende warmte door de stralende zon. Tranen over elkander zijn wangen. Woorden die niet naar boven komen, woorden die ook niet nodig zijn. Een stille belofte voor een pad naar vergeving. 

 

 

 

 

 

 

Lid sinds

3 jaar 4 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Hoi Stefan,

Leuk dat je meedoet! Maarrr... het maximale woordaantal is 400, jouw verhaal telt meer dan het dubbele. En je bent een dag te laat, de nieuwe opdracht is vanochtend geplaatst. Nieuwe ronde, nieuwe kansen, dus slijp je potlood, pak je papier en ga voor (maximaal) 300 rake woorden!

Cheers,
Martin