#410 Engels ontbijt

 

Noord-Engeland stond al enige tijd op ons verlanglijstje en Annie had nog nooit gevaren, dus namen we de boot van Rotterdam naar Hull.

Annie vond het geweldig. Na een rondgang door het schip, kochten we parfum en souvenirs in de taxfreeshop – ‘het kost hier echt geen drol’ – en dineerden we in het restaurant. Na ieder een fles wijn soldaat te hebben gemaakt, tuimelden we ons bed in.

We sliepen heerlijk, maar werden met een onbestemd gevoel wakker. Uit bed zocht ik steun tegen de muur.
‘Zijn het de naweeën van de wijn of beweegt de kajuit?’
Annie grinnikte. ‘Ongetwijfeld het eerste, oude landrot.’
Slingerend liepen we naar de ontbijtzaal en we sloten aan in de rij bij het buffet.

Terwijl ik stond te kijken hoe twee sneeën brood langzaam door het roosterapparaat bewogen, stond Annie driftig haar bord vol te laden met worstjes, witte bonen in tomatensaus, champignons, tomaat, roerei en spek.
‘Er gaat niets boven een stevig ontbijt, de belangrijkste maaltijd van de dag.’
Ik keek allesbehalve jaloers naar haar volle bord. Toast and jam is ook heel Engels.

Bij de laatste hap ging het mis. Annie schoof het bord van zich af, wreef over haar maag en boerde luid. Daarna sprintte ze de eetzaal uit, richting het dek. Ik volgde haar naar buiten. Er stond een harde wind en ik moest me stevig vasthouden. Verderop zag ik haar met een groen gezicht over de reling hangen.
‘Annie, de wind! Niet aan die kant van het schip!’
Te laat.