#284 Simpele ingreep

Angstig kijk ik naar de apparatuur om me heen: grote lampen, slangen, monitors, medische instrumenten. De behandelstoel ligt ongemakkelijk en hard. Het ruikt hier ook zo vreemd; ik heb een hekel aan ziekenhuizen.
‘Niet bang zijn, mevrouwtje. We zijn klaar voor u het in de gaten heeft.’
De dokter doet zijn mondkapje voor, maar ik zie nog net een akelige grijns. Ik roep mezelf tot de orde: watje! Het is maar een simpele ingreep. Alleen een klein plekje weg laten snijden. Een bevalling is erger.

Ik haal een keer diep adem en probeer me zoveel mogelijk te ontspannen. De dokter trekt een vloeistof op uit een ampul. Hij houdt de naald naar boven gericht en tikt de luchtbelletjes eruit. Ik zie een druppeltje uit de naald komen. Gefixeerd kijk ik naar de naald. Het lijkt wel of hij steeds groter wordt. Dan wordt het mistig in de kamer.

Ik knipper een paar keer met mijn ogen. De dokter komt naast me staan. Hij pakt mijn arm en gaat op zoek naar een geschikt bloedvat. Vragend kijk ik hem aan. Het plekje zit op mijn voorhoofd. Het zou plaatselijk verdoofd worden. Net als ik er iets van wil zeggen, voel ik ineens de scherpe prik van een naald in mijn arm. De vloeistof die ingespoten wordt, verspreidt zich snel door mijn lijf. Het gevoel in mijn lijf trekt langzaam weg. Ik wil iets roepen, maar het enige dat ik nog kan bewegen zijn mijn ogen. Het zweet breekt me uit. Wat gaan ze met me doen?
In doodsangst kijk ik van de dokter naar de verpleegkundige en probeer ze met mijn blik te vangen. Ze negeren me en gaan verder met de voorbereidingen. Mijn buik wordt ontbloot en met een zwarte stift worden lijnen aangebracht. Ik wil schreeuwen, krijsen, maar er komt geen geluid over mijn lippen.
‘Mondriaan had het niet beter kunnen doen’, hoor ik een van de verpleegkundigen gniffelen. Dan pakt de dokter een scalpel en volgt de zwarte lijnen die vervolgens een rood spoor achterlaten.

Langzaam trekt de mist uit mijn hoofd weg. Als ik weer wat kan focussen, zie ik het vriendelijke gezicht van een verpleegkundige boven me verschijnen.
‘Dag mevrouw, u bent er weer. U hebt ons even laten schrikken.’
Mijn mond voelt droog en ik probeer iets te zeggen, maar mijn tong plakt aan mijn gehemelte. Dan kijk ik naar mijn arm, maar daar is niets aan te zien. Ook mijn buik is nog ongeschonden. Met een vriendelijkere lach dan ik in herinnering had, zegt de dokter:
‘U hoeft zich niet te schamen hoor mevrouwtje. Het gebeurt wel vaker dat mensen flauwvallen bij het zien van een naald.’

 

Lid sinds

12 jaar 5 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

O Fief, wat ben je inderdaad een watje. Maar je heb het goed uitgebuit, je hebt er een leuk, goed geschreven verhaal van weten te maken. Tot het laatste moment heb je de spanning erin weten te houden. Ik zit hier nog te shaken alsof ik een acute aanval van Parkinson krijg. Het wordt nu wat minder en ik zie  dat je 'Het gebeurd' schrijft i.p.v. gebeurt. Voor het flauwvallen en ook voor deze schrijffout hoef je je niet te schamen.

5 februari 2020 - 14:18

Lid sinds

10 jaar 9 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Hoy, leuk verhaal, spannend tot het einde met een verrassend slot.

Als ik mag : "in rap tempo" , ik vind snel beter

Ik zat nog even in het verhaal en vroeg me af; als de dokter aan het snijden is en er een rood spoor achterblijft, hoe kan de patiënt dat zien en/of weten?

Mooi stuk.

5 februari 2020 - 17:36

Lid sinds

5 jaar 1 maand

Rol

  • Gewone gebruiker

Hoi Wilfried, bedankt voor je reactie.

 

Ik zat nog even in het verhaal en vroeg me af; als de dokter aan het snijden is en er een rood spoor achterblijft, hoe kan de patiënt dat zien en/of weten?

Ja, daar heb je een punt. Normaal gesproken zou je dat ook niet zien of merken. Ik verklaar het nu voor mezelf als dat ik het in mijn hallucinatie of droom wel kon zien. Ik was tenslotte al buiten westen.

In rap tempo mijn tekst snel bijgewerkt. Bedankt voor je bijdrage.

 

5 februari 2020 - 21:08