Lid sinds

14 jaar 11 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
  • Pluslid

# 127B Oudjaar

Heb ik een verhaal in gedachten en blijkt er geen oudejaarsopdracht te zijn. Zal ik het toch maar schrijven? Ik stel voor om ongeveer 100 woorden te schrijven. Oudjaar Ik heb mijn FB-vrienden uitgenodigd om op oudejaarsavond voor een drankje langs te komen. Wel heb ik erbij gezet dat ze zelf een stoel moeten meenemen, omdat ik nogal klein behuisd ben. Aangezien er niet veel FB-vrienden in mijn omgeving wonen, zijn die stoelen misschien niet eens nodig. De kans is groot dat er niemand komt. Het is half acht als de bel voor de eerste keer gaat. Voor de deur staat een man die zich als "Kauwgum'' voorstelt. Die naam herken ik. Hij lacht en zegt: 'Ik heb mijn vrouw en twee zoons ook meegenomen. Wij houden wel van een beetje afwisseling tijdens de jaarwisseling. We hebben klapstoeltjes bij ons. Die passen tenminste in de auto.'

Lid sinds

10 jaar 1 maand

Rol

  • Gewone gebruiker
@Tja, een idee? Geef de aanzet van je oudejaarsverhaal. Eenieder kan een vervolg plaatsen met een maximum van honderd woorden. Zo gaan we ongebreideld het nieuwe jaar in. :)

Lid sinds

7 jaar 7 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
@allen: :) leuk plan. 100 woorden betekent vermoedelijk veel schrappen. Een uitdaging. Groet Connie

Lid sinds

8 jaar 5 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Idd een uitdaging! Lijkt me een mooie start voor dit nieuwe schrijfjaar, Tja. Als ik jou was, zou ik je #128 wijzigen in #127 bis o.i.d. Een nieuwe weekopdracht #128 zal enkel verwarring zaaien. Iedereen een prachtig, gezond en vruchtvol (mag dat gezegd worden?!) nieuw jaar gewenst. Dat vrede en hoop ons licht mogen blijven.

Lid sinds

10 jaar 1 maand

Rol

  • Gewone gebruiker
Oudjaar Ik heb mijn FB-vrienden uitgenodigd om op oudejaarsavond voor een drankje langs te komen. Wel heb ik erbij gezet dat ze zelf een stoel moeten meenemen, omdat ik nogal klein behuisd ben. Aangezien er niet veel FB-vrienden in mijn omgeving wonen, zijn die stoelen misschien niet eens nodig. De kans zit is groot dat er niemand komt. Het is half acht als de bel voor de eerste keer gaat. Voor de deur staat een man die zich als "Kauwgum'' voorstelt. Die naam herken ik. Hij lacht en zegt: 'Ik heb mijn vrouw en twee zoons ook meegenomen. Wij houden wel van een beetje afwisseling tijdens de jaarwisseling. We hebben klapstoeltjes bij ons. Die passen tenminste in de auto.' Kauwgum is onbehoorlijk lang, trekt een fles booze uit z’n achterzak en begint met z’n mokkel fluitend de salsa te dansen. De woonkamer kreunt, de tegeltjes kletteren van de muren en z’n zonen liggen zappend over mijn bed. Weer gaat de bel. Ik struikel over de klapstoeltjes en zie niemand. ‘Ha, ik ben Mili, je weet wel,‘ hoor ik. Of eerder haar kunstgebit. Ze glipt tussen mijn benen door naar binnen en zegt: ‘O, die salsaman, die wil ik hebben.’ Er ontstaat ogenblikkelijk een fittie tussen haar en Kauwgums mokkel waar de zonen zich met opgeheven vuisten in mengen.

Lid sinds

7 jaar 7 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Oudjaar Ik heb mijn FB-vrienden uitgenodigd om op oudejaarsavond voor een drankje langs te komen. Wel heb ik erbij gezet dat ze zelf een stoel moeten meenemen, omdat ik nogal klein behuisd ben. Aangezien er niet veel FB-vrienden in mijn omgeving wonen, zijn die stoelen misschien niet eens nodig. De kans zit is groot dat er niemand komt. Het is half acht als de bel voor de eerste keer gaat. Voor de deur staat een man die zich als "Kauwgum'' voorstelt. Die naam herken ik. Hij lacht en zegt: 'Ik heb mijn vrouw en twee zoons ook meegenomen. Wij houden wel van een beetje afwisseling tijdens de jaarwisseling. We hebben klapstoeltjes bij ons. Die passen tenminste in de auto.' Kauwgum is onbehoorlijk lang, trekt een fles booze uit z’n achterzak en begint met z’n mokkel fluitend de salsa te dansen. De woonkamer kreunt, de tegeltjes kletteren van de muren en z’n zonen liggen zappend over mijn bed. Weer gaat de bel. Ik struikel over de klapstoeltjes en zie niemand. ‘Ha, ik ben Mili, je weet wel,‘ hoor ik. Of eerder haar kunstgebit. Ze glipt tussen mijn benen door naar binnen en zegt: ‘O, die salsaman, die wil ik hebben.’ Er ontstaat ogenblikkelijk een fittie tussen haar en Kauwgums mokkel waar de zonen zich met opgeheven vuisten in mengen. Ontzet ga ik op de trap zitten. Ik bezie de chaos en vraag me af hoe dit kon gebeuren. Dan weer die bel. Ik word verblind door een opeenhoping van glimmende sieraden. Voor de deur staat die nuffige dame. Ik zie haar vaak als zij hooghartig haar in model geschoren poedeltje uitlaat in het park. Haar chauffeur staat dan geduldig op de parkeerplaats te wachten. Met haar vinger omhoog wijzend: “ Kan iemand even mijn fauteuil naar binnen dragen? Hier is toch die party voor onze wijk, postcode 2562? De sfeer zit er al goed in, zie ik”. Ik woon al jaren aan de rand van mijn wijk. Maar mijn postcode is 2526.

Lid sinds

11 jaar 10 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Oudjaar Ik heb mijn FB-vrienden uitgenodigd om op oudejaarsavond voor een drankje langs te komen. Wel heb ik erbij gezet dat ze zelf een stoel moeten meenemen, omdat ik nogal klein behuisd ben. Aangezien er niet veel FB-vrienden in mijn omgeving wonen, zijn die stoelen misschien niet eens nodig. De kans zit is groot dat er niemand komt. Het is half acht als de bel voor de eerste keer gaat. Voor de deur staat een man die zich als "Kauwgum'' voorstelt. Die naam herken ik. Hij lacht en zegt: 'Ik heb mijn vrouw en twee zoons ook meegenomen. Wij houden wel van een beetje afwisseling tijdens de jaarwisseling. We hebben klapstoeltjes bij ons. Die passen tenminste in de auto.' Kauwgum is onbehoorlijk lang, trekt een fles booze uit z’n achterzak en begint met z’n mokkel fluitend de salsa te dansen. De woonkamer kreunt, de tegeltjes kletteren van de muren en z’n zonen liggen zappend over mijn bed. Weer gaat de bel. Ik struikel over de klapstoeltjes en zie niemand. ‘Ha, ik ben Mili, je weet wel,‘ hoor ik. Of eerder haar kunstgebit. Ze glipt tussen mijn benen door naar binnen en zegt: ‘O, die salsaman, die wil ik hebben.’ Er ontstaat ogenblikkelijk een fittie tussen haar en Kauwgums mokkel waar de zonen zich met opgeheven vuisten in mengen. Ontzet ga ik op de trap zitten. Ik bezie de chaos en vraag me af hoe dit kon gebeuren. Dan weer die bel. Ik word verblind door een opeenhoping van glimmende sieraden. Voor de deur staat die nuffige dame. Ik zie haar vaak als zij hooghartig haar in model geschoren poedeltje uitlaat in het park. Haar chauffeur staat dan geduldig op de parkeerplaats te wachten. Met haar vinger omhoog wijzend: “ Kan iemand even mijn fauteuil naar binnen dragen? Hier is toch die party voor onze wijk, postcode 2562? De sfeer zit er al goed in, zie ik”. Ik woon al jaren aan de rand van mijn wijk. Maar mijn postcode is 2526. Het kan toch niet veel erger worden, denk ik. Het geluid van een zwarte limousine die met piepende banden bruut tot stilstand wordt gedwongen voor de oprit van de buren, doet me vermoeden dat het dieptepunt nog niet bereikt is. Een kerel in een ernstig fout pak stapt uit, gevolgd door vier schaars geklede dames. 'Here 's Angus!' schreeuwt hij. Twee gouden tanden weerkaatsen het licht van de straatlantaarn. 'Ik heb voor de zekerheid wat entertainment meegenomen. M 'n eigen Toppers,' zegt hij terwijl hij de drempel over wankelt. 'Zet jij maar eens een moppie muziek op voor de Angelettes.'

Lid sinds

8 jaar 6 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Oudjaar Ik heb mijn FB-vrienden uitgenodigd om op oudejaarsavond voor een drankje langs te komen. Wel heb ik erbij gezet dat ze zelf een stoel moeten meenemen, omdat ik nogal klein behuisd ben. Aangezien er niet veel FB-vrienden in mijn omgeving wonen, zijn die stoelen misschien niet eens nodig. De kans zit is groot dat er niemand komt. Het is half acht als de bel voor de eerste keer gaat. Voor de deur staat een man die zich als "Kauwgum'' voorstelt. Die naam herken ik. Hij lacht en zegt: 'Ik heb mijn vrouw en twee zoons ook meegenomen. Wij houden wel van een beetje afwisseling tijdens de jaarwisseling. We hebben klapstoeltjes bij ons. Die passen tenminste in de auto.' Kauwgum is onbehoorlijk lang, trekt een fles booze uit z’n achterzak en begint met z’n mokkel fluitend de salsa te dansen. De woonkamer kreunt, de tegeltjes kletteren van de muren en z’n zonen liggen zappend over mijn bed. Weer gaat de bel. Ik struikel over de klapstoeltjes en zie niemand. ‘Ha, ik ben Mili, je weet wel,‘ hoor ik. Of eerder haar kunstgebit. Ze glipt tussen mijn benen door naar binnen en zegt: ‘O, die salsaman, die wil ik hebben.’ Er ontstaat ogenblikkelijk een fittie tussen haar en Kauwgums mokkel waar de zonen zich met opgeheven vuisten in mengen. Ontzet ga ik op de trap zitten. Ik bezie de chaos en vraag me af hoe dit kon gebeuren. Dan weer die bel. Ik word verblind door een opeenhoping van glimmende sieraden. Voor de deur staat die nuffige dame. Ik zie haar vaak als zij hooghartig haar in model geschoren poedeltje uitlaat in het park. Haar chauffeur staat dan geduldig op de parkeerplaats te wachten. Met haar vinger omhoog wijzend: “ Kan iemand even mijn fauteuil naar binnen dragen? Hier is toch die party voor onze wijk, postcode 2562? De sfeer zit er al goed in, zie ik”. Ik woon al jaren aan de rand van mijn wijk. Maar mijn postcode is 2526. Het kan toch niet veel erger worden, denk ik. Het geluid van een zwarte limousine die met piepende banden bruut tot stilstand wordt gedwongen voor de oprit van de buren, doet me vermoeden dat het dieptepunt nog niet bereikt is. Een kerel in een ernstig fout pak stapt uit, gevolgd door vier schaars geklede dames. 'Here 's Angus!' schreeuwt hij. Twee gouden tanden weerkaatsen het licht van de straatlantaarn. 'Ik heb voor de zekerheid wat entertainment meegenomen. M 'n eigen Toppers,' zegt hij terwijl hij de drempel over wankelt. 'Zet jij maar eens een moppie muziek op voor de Angelettes.' Opeens wankel ik. Mijn huis lijkt opgetild te worden. Wat is dit in hemelsnaam? Kauwgum, Mili, mokkel, zonen, dame, Angelettes. Allemaal staken ze hun bezigheden en kijken verschrikt rond. Alleen Angus lijkt ongedaan. ‘Ga rustig door met wat jullie aan het doen waren’ klinkt een holle stem, ‘ik heb jullie feestje even in gedachte genomen ...’ Dan een doffe klap – mijn huis staat weer op zijn plaats. ‘… maar ik denk dat ik maar thuisblijf.’

Lid sinds

10 jaar 1 maand

Rol

  • Gewone gebruiker
Oudjaar Ik heb mijn FB-vrienden uitgenodigd om op oudejaarsavond voor een drankje langs te komen. Wel heb ik erbij gezet dat ze zelf een stoel moeten meenemen, omdat ik nogal klein behuisd ben. Aangezien er niet veel FB-vrienden in mijn omgeving wonen, zijn die stoelen misschien niet eens nodig. De kans zit is groot dat er niemand komt. Het is half acht als de bel voor de eerste keer gaat. Voor de deur staat een man die zich als "Kauwgum'' voorstelt. Die naam herken ik. Hij lacht en zegt: 'Ik heb mijn vrouw en twee zoons ook meegenomen. Wij houden wel van een beetje afwisseling tijdens de jaarwisseling. We hebben klapstoeltjes bij ons. Die passen tenminste in de auto.' Kauwgum is onbehoorlijk lang, trekt een fles booze uit z’n achterzak en begint met z’n mokkel fluitend de salsa te dansen. De woonkamer kreunt, de tegeltjes kletteren van de muren en z’n zonen liggen zappend over mijn bed. Weer gaat de bel. Ik struikel over de klapstoeltjes en zie niemand. ‘Ha, ik ben Mili, je weet wel,‘ hoor ik. Of eerder haar kunstgebit. Ze glipt tussen mijn benen door naar binnen en zegt: ‘O, die salsaman, die wil ik hebben.’ Er ontstaat ogenblikkelijk een fittie tussen haar en Kauwgums mokkel waar de zonen zich met opgeheven vuisten in mengen. Ontzet ga ik op de trap zitten. Ik bezie de chaos en vraag me af hoe dit kon gebeuren. Dan weer die bel. Ik word verblind door een opeenhoping van glimmende sieraden. Voor de deur staat die nuffige dame. Ik zie haar vaak als zij hooghartig haar in model geschoren poedeltje uitlaat in het park. Haar chauffeur staat dan geduldig op de parkeerplaats te wachten. Met haar vinger omhoog wijzend: “ Kan iemand even mijn fauteuil naar binnen dragen? Hier is toch die party voor onze wijk, postcode 2562? De sfeer zit er al goed in, zie ik”. Ik woon al jaren aan de rand van mijn wijk. Maar mijn postcode is 2526. Het kan toch niet veel erger worden, denk ik. Het geluid van een zwarte limousine die met piepende banden bruut tot stilstand wordt gedwongen voor de oprit van de buren, doet me vermoeden dat het dieptepunt nog niet bereikt is. Een kerel in een ernstig fout pak stapt uit, gevolgd door vier schaars geklede dames. 'Here 's Angus!' schreeuwt hij. Twee gouden tanden weerkaatsen het licht van de straatlantaarn. 'Ik heb voor de zekerheid wat entertainment meegenomen. M 'n eigen Toppers,' zegt hij terwijl hij de drempel over wankelt. 'Zet jij maar eens een moppie muziek op voor de Angelettes.' Opeens wankel ik. Mijn huis lijkt opgetild te worden. Wat is dit in hemelsnaam? Kauwgum, Mili, mokkel, zonen, dame, Angelettes. Allemaal staken ze hun bezigheden en kijken verschrikt rond. Alleen Angus lijkt ongedaan. ‘Ga rustig door met wat jullie aan het doen waren’ klinkt een holle stem, ‘ik heb jullie feestje even in gedachte genomen ...’ Dan een doffe klap – mijn huis staat weer op zijn plaats. ‘… maar ik denk dat ik maar thuisblijf.’ Het is Holle Bolle Gijs! ‘Nondeju, nergens meer een schip vol rapen of een kerk vol schapen te ontdekken, ik kan van de honger niet slapen.’ Angus, ondanks zijn plebejerpak een wellevende heer, staat op het punt Mili te vragen zijn gouden voortanden uit te bikken zodat Holle Bolle Gijs een koe en een kalf en een heel paard half kan kopen. De vier sletjes komen tussenbeide omdat ze niet willen dat Angus gaat slissen. Nuff Said herrijst uit haar fauteuil die op de eettafel is gezet en biedt haar geschoren poedel als amuse aan. ‘Ik was ‘m toch al zat.’

Lid sinds

11 jaar 10 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Oudjaar Ik heb mijn FB-vrienden uitgenodigd om op oudejaarsavond voor een drankje langs te komen. Wel heb ik erbij gezet dat ze zelf een stoel moeten meenemen, omdat ik nogal klein behuisd ben. Aangezien er niet veel FB-vrienden in mijn omgeving wonen, zijn die stoelen misschien niet eens nodig. De kans zit is groot dat er niemand komt. Het is half acht als de bel voor de eerste keer gaat. Voor de deur staat een man die zich als "Kauwgum'' voorstelt. Die naam herken ik. Hij lacht en zegt: 'Ik heb mijn vrouw en twee zoons ook meegenomen. Wij houden wel van een beetje afwisseling tijdens de jaarwisseling. We hebben klapstoeltjes bij ons. Die passen tenminste in de auto.' Kauwgum is onbehoorlijk lang, trekt een fles booze uit z’n achterzak en begint met z’n mokkel fluitend de salsa te dansen. De woonkamer kreunt, de tegeltjes kletteren van de muren en z’n zonen liggen zappend over mijn bed. Weer gaat de bel. Ik struikel over de klapstoeltjes en zie niemand. ‘Ha, ik ben Mili, je weet wel,‘ hoor ik. Of eerder haar kunstgebit. Ze glipt tussen mijn benen door naar binnen en zegt: ‘O, die salsaman, die wil ik hebben.’ Er ontstaat ogenblikkelijk een fittie tussen haar en Kauwgums mokkel waar de zonen zich met opgeheven vuisten in mengen. Ontzet ga ik op de trap zitten. Ik bezie de chaos en vraag me af hoe dit kon gebeuren. Dan weer die bel. Ik word verblind door een opeenhoping van glimmende sieraden. Voor de deur staat die nuffige dame. Ik zie haar vaak als zij hooghartig haar in model geschoren poedeltje uitlaat in het park. Haar chauffeur staat dan geduldig op de parkeerplaats te wachten. Met haar vinger omhoog wijzend: “ Kan iemand even mijn fauteuil naar binnen dragen? Hier is toch die party voor onze wijk, postcode 2562? De sfeer zit er al goed in, zie ik”. Ik woon al jaren aan de rand van mijn wijk. Maar mijn postcode is 2526. Het kan toch niet veel erger worden, denk ik. Het geluid van een zwarte limousine die met piepende banden bruut tot stilstand wordt gedwongen voor de oprit van de buren, doet me vermoeden dat het dieptepunt nog niet bereikt is. Een kerel in een ernstig fout pak stapt uit, gevolgd door vier schaars geklede dames. 'Here 's Angus!' schreeuwt hij. Twee gouden tanden weerkaatsen het licht van de straatlantaarn. 'Ik heb voor de zekerheid wat entertainment meegenomen. M 'n eigen Toppers,' zegt hij terwijl hij de drempel over wankelt. 'Zet jij maar eens een moppie muziek op voor de Angelettes.' Opeens wankel ik. Mijn huis lijkt opgetild te worden. Wat is dit in hemelsnaam? Kauwgum, Mili, mokkel, zonen, dame, Angelettes. Allemaal staken ze hun bezigheden en kijken verschrikt rond. Alleen Angus lijkt ongedaan. ‘Ga rustig door met wat jullie aan het doen waren’ klinkt een holle stem, ‘ik heb jullie feestje even in gedachte genomen ...’ Dan een doffe klap – mijn huis staat weer op zijn plaats. ‘… maar ik denk dat ik maar thuisblijf.’ Het is Holle Bolle Gijs! ‘Nondeju, nergens meer een schip vol rapen of een kerk vol schapen te ontdekken, ik kan van de honger niet slapen.’ Angus, ondanks zijn plebejerpak een wellevende heer, staat op het punt Mili te vragen zijn gouden voortanden uit te bikken zodat Holle Bolle Gijs een koe en een kalf en een heel paard half kan kopen. De vier sletjes komen tussenbeide omdat ze niet willen dat Angus gaat slissen. Nuff Said herrijst uit haar fauteuil die op de eettafel is gezet en biedt haar geschoren poedel als amuse aan. ‘Ik was ‘m toch al zat.’ 'Wat is dit voor een geperverteerd bacchanaal.' De stem van dominee Klauwaard dondert door de kamer. Geen idee wie hem heeft binnengelaten. De Angelettes zijn niet van plan zich uit het veld te laten slaan. Terwijl de poedel, achternagezeten door Mili, de trap op stuift, duwen ze de prediker in een stoel, waarna ze hem om beurten op een lapdance trakteren. 'Vader, waarom hebt ge mij verlaten,' kreunt de voormalige gesel Gods een kwartier later, als de struise blonde met de satanstattoo op haar billen hem de gangkast intrekt. Zijn begerige blik verraadt de hypocriet symbolische inborst van zijn verzet.

Lid sinds

10 jaar 1 maand

Rol

  • Gewone gebruiker
Oudjaar Ik heb mijn FB-vrienden uitgenodigd om op oudejaarsavond voor een drankje langs te komen. Wel heb ik erbij gezet dat ze zelf een stoel moeten meenemen, omdat ik nogal klein behuisd ben. Aangezien er niet veel FB-vrienden in mijn omgeving wonen, zijn die stoelen misschien niet eens nodig. De kans zit is groot dat er niemand komt. Het is half acht als de bel voor de eerste keer gaat. Voor de deur staat een man die zich als "Kauwgum'' voorstelt. Die naam herken ik. Hij lacht en zegt: 'Ik heb mijn vrouw en twee zoons ook meegenomen. Wij houden wel van een beetje afwisseling tijdens de jaarwisseling. We hebben klapstoeltjes bij ons. Die passen tenminste in de auto.' Kauwgum is onbehoorlijk lang, trekt een fles booze uit z’n achterzak en begint met z’n mokkel fluitend de salsa te dansen. De woonkamer kreunt, de tegeltjes kletteren van de muren en z’n zonen liggen zappend over mijn bed. Weer gaat de bel. Ik struikel over de klapstoeltjes en zie niemand. ‘Ha, ik ben Mili, je weet wel,‘ hoor ik. Of eerder haar kunstgebit. Ze glipt tussen mijn benen door naar binnen en zegt: ‘O, die salsaman, die wil ik hebben.’ Er ontstaat ogenblikkelijk een fittie tussen haar en Kauwgums mokkel waar de zonen zich met opgeheven vuisten in mengen. Ontzet ga ik op de trap zitten. Ik bezie de chaos en vraag me af hoe dit kon gebeuren. Dan weer die bel. Ik word verblind door een opeenhoping van glimmende sieraden. Voor de deur staat die nuffige dame. Ik zie haar vaak als zij hooghartig haar in model geschoren poedeltje uitlaat in het park. Haar chauffeur staat dan geduldig op de parkeerplaats te wachten. Met haar vinger omhoog wijzend: “ Kan iemand even mijn fauteuil naar binnen dragen? Hier is toch die party voor onze wijk, postcode 2562? De sfeer zit er al goed in, zie ik”. Ik woon al jaren aan de rand van mijn wijk. Maar mijn postcode is 2526. Het kan toch niet veel erger worden, denk ik. Het geluid van een zwarte limousine die met piepende banden bruut tot stilstand wordt gedwongen voor de oprit van de buren, doet me vermoeden dat het dieptepunt nog niet bereikt is. Een kerel in een ernstig fout pak stapt uit, gevolgd door vier schaars geklede dames. 'Here 's Angus!' schreeuwt hij. Twee gouden tanden weerkaatsen het licht van de straatlantaarn. 'Ik heb voor de zekerheid wat entertainment meegenomen. M 'n eigen Toppers,' zegt hij terwijl hij de drempel over wankelt. 'Zet jij maar eens een moppie muziek op voor de Angelettes.' Opeens wankel ik. Mijn huis lijkt opgetild te worden. Wat is dit in hemelsnaam? Kauwgum, Mili, mokkel, zonen, dame, Angelettes. Allemaal staken ze hun bezigheden en kijken verschrikt rond. Alleen Angus lijkt ongedaan. ‘Ga rustig door met wat jullie aan het doen waren’ klinkt een holle stem, ‘ik heb jullie feestje even in gedachte genomen ...’ Dan een doffe klap – mijn huis staat weer op zijn plaats. ‘… maar ik denk dat ik maar thuisblijf.’ Het is Holle Bolle Gijs! ‘Nondeju, nergens meer een schip vol rapen of een kerk vol schapen te ontdekken, ik kan van de honger niet slapen.’ Angus, ondanks zijn plebejerpak een wellevende heer, staat op het punt Mili te vragen zijn gouden voortanden uit te bikken zodat Holle Bolle Gijs een koe en een kalf en een heel paard half kan kopen. De vier sletjes komen tussenbeide omdat ze niet willen dat Angus gaat slissen. Nuff Said herrijst uit haar fauteuil die op de eettafel is gezet en biedt haar geschoren poedel als amuse aan. ‘Ik was ‘m toch al zat.’ 'Wat is dit voor een geperverteerd bacchanaal.' De stem van dominee Klauwaard dondert door de kamer. Geen idee wie hem heeft binnengelaten. De Angelettes zijn niet van plan zich uit het veld te laten slaan. Terwijl de poedel, achternagezeten door Mili, de trap op stuift, duwen ze de prediker in een stoel, waarna ze hem om beurten op een lapdance trakteren. 'Vader, waarom hebt ge mij verlaten,' kreunt de voormalige gesel Gods een kwartier later, als de struise blonde met de satanstattoo op haar billen hem de gangkast intrekt. Zijn begerige blik verraadt de hypocriet symbolische inborst van zijn verzet. Het is krap in de gangkast; de prediker kan niet tot wasdom komen. De blondine wordt het zat en krijt: ‘maar staakt toch uw goddeloze verzet’ en wil eigenlijk de salsaman die met Mili de poedel aan het ontneten is. De salsaman is een gewilde man; hij heeft verrukkelijke dansheupen. Ik doe vlammetjes in de frituur. Nuff Said heeft in de tussentijd Achmed van straat getrokken. Zij zegt: ‘je bent welkom in het huis dat niet van mij is,’ waarna zij zijn wenkbrauwen epileert. Er is iets met Achmed en zijn tanden.

Lid sinds

11 jaar 10 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Oudjaar Ik heb mijn FB-vrienden uitgenodigd om op oudejaarsavond voor een drankje langs te komen. Wel heb ik erbij gezet dat ze zelf een stoel moeten meenemen, omdat ik nogal klein behuisd ben. Aangezien er niet veel FB-vrienden in mijn omgeving wonen, zijn die stoelen misschien niet eens nodig. De kans zit is groot dat er niemand komt. Het is half acht als de bel voor de eerste keer gaat. Voor de deur staat een man die zich als "Kauwgum'' voorstelt. Die naam herken ik. Hij lacht en zegt: 'Ik heb mijn vrouw en twee zoons ook meegenomen. Wij houden wel van een beetje afwisseling tijdens de jaarwisseling. We hebben klapstoeltjes bij ons. Die passen tenminste in de auto.' Kauwgum is onbehoorlijk lang, trekt een fles booze uit z’n achterzak en begint met z’n mokkel fluitend de salsa te dansen. De woonkamer kreunt, de tegeltjes kletteren van de muren en z’n zonen liggen zappend over mijn bed. Weer gaat de bel. Ik struikel over de klapstoeltjes en zie niemand. ‘Ha, ik ben Mili, je weet wel,‘ hoor ik. Of eerder haar kunstgebit. Ze glipt tussen mijn benen door naar binnen en zegt: ‘O, die salsaman, die wil ik hebben.’ Er ontstaat ogenblikkelijk een fittie tussen haar en Kauwgums mokkel waar de zonen zich met opgeheven vuisten in mengen. Ontzet ga ik op de trap zitten. Ik bezie de chaos en vraag me af hoe dit kon gebeuren. Dan weer die bel. Ik word verblind door een opeenhoping van glimmende sieraden. Voor de deur staat die nuffige dame. Ik zie haar vaak als zij hooghartig haar in model geschoren poedeltje uitlaat in het park. Haar chauffeur staat dan geduldig op de parkeerplaats te wachten. Met haar vinger omhoog wijzend: “ Kan iemand even mijn fauteuil naar binnen dragen? Hier is toch die party voor onze wijk, postcode 2562? De sfeer zit er al goed in, zie ik”. Ik woon al jaren aan de rand van mijn wijk. Maar mijn postcode is 2526. Het kan toch niet veel erger worden, denk ik. Het geluid van een zwarte limousine die met piepende banden bruut tot stilstand wordt gedwongen voor de oprit van de buren, doet me vermoeden dat het dieptepunt nog niet bereikt is. Een kerel in een ernstig fout pak stapt uit, gevolgd door vier schaars geklede dames. 'Here 's Angus!' schreeuwt hij. Twee gouden tanden weerkaatsen het licht van de straatlantaarn. 'Ik heb voor de zekerheid wat entertainment meegenomen. M 'n eigen Toppers,' zegt hij terwijl hij de drempel over wankelt. 'Zet jij maar eens een moppie muziek op voor de Angelettes.' Opeens wankel ik. Mijn huis lijkt opgetild te worden. Wat is dit in hemelsnaam? Kauwgum, Mili, mokkel, zonen, dame, Angelettes. Allemaal staken ze hun bezigheden en kijken verschrikt rond. Alleen Angus lijkt ongedaan. ‘Ga rustig door met wat jullie aan het doen waren’ klinkt een holle stem, ‘ik heb jullie feestje even in gedachte genomen ...’ Dan een doffe klap – mijn huis staat weer op zijn plaats. ‘… maar ik denk dat ik maar thuisblijf.’ Het is Holle Bolle Gijs! ‘Nondeju, nergens meer een schip vol rapen of een kerk vol schapen te ontdekken, ik kan van de honger niet slapen.’ Angus, ondanks zijn plebejerpak een wellevende heer, staat op het punt Mili te vragen zijn gouden voortanden uit te bikken zodat Holle Bolle Gijs een koe en een kalf en een heel paard half kan kopen. De vier sletjes komen tussenbeide omdat ze niet willen dat Angus gaat slissen. Nuff Said herrijst uit haar fauteuil die op de eettafel is gezet en biedt haar geschoren poedel als amuse aan. ‘Ik was ‘m toch al zat.’ 'Wat is dit voor een geperverteerd bacchanaal.' De stem van dominee Klauwaard dondert door de kamer. Geen idee wie hem heeft binnengelaten. De Angelettes zijn niet van plan zich uit het veld te laten slaan. Terwijl de poedel, achternagezeten door Mili, de trap op stuift, duwen ze de prediker in een stoel, waarna ze hem om beurten op een lapdance trakteren. 'Vader, waarom hebt ge mij verlaten,' kreunt de voormalige gesel Gods een kwartier later, als de struise blonde met de satanstattoo op haar billen hem de gangkast intrekt. Zijn begerige blik verraadt de hypocriet symbolische inborst van zijn verzet. Het is krap in de gangkast; de prediker kan niet tot wasdom komen. De blondine wordt het zat en krijt: ‘maar staakt toch uw goddeloze verzet’ en wil eigenlijk de salsaman die met Mili de poedel aan het ontneten is. De salsaman is een gewilde man; hij heeft verrukkelijke dansheupen. Ik doe vlammetjes in de frituur. Nuff Said heeft in de tussentijd Achmed van straat getrokken. Zij zegt: ‘je bent welkom in het huis dat niet van mij is,’ waarna zij zijn wenkbrauwen epileert. Er is iets met Achmed en zijn tanden. Ondertussen is de prediker uit de kast gekomen, letterlijk dan. Dat zijn lid weigerde om te steigeren, wijt hij nog steeds aan zijn eerbied voor de Heer. De toon waarmee hij Nuff Said vraagt haar pincet af te staan is neutraal en welhaast zakelijk te noemen. 'Ik wil de haren er stuk voor stuk uittrekken. Als boetedoening, zeker, maar ook om mogelijke schaamluizen hun verderfelijke habitat te ontnemen.' Voordat Nuff Said haar geste kan doen, richt Karel van hiernaast een Romeinse kaars op het kruis van de dominee. 'Carambole !', schreeuwt hij extatisch als de eerste vuurbal het ontblote kruis raakt.

Lid sinds

10 jaar 1 maand

Rol

  • Gewone gebruiker
Oudjaar Ik heb mijn FB-vrienden uitgenodigd om op oudejaarsavond voor een drankje langs te komen. Wel heb ik erbij gezet dat ze zelf een stoel moeten meenemen, omdat ik nogal klein behuisd ben. Aangezien er niet veel FB-vrienden in mijn omgeving wonen, zijn die stoelen misschien niet eens nodig. De kans is groot dat er niemand komt. Het is half acht als de bel voor de eerste keer gaat. Voor de deur staat een man die zich als "Kauwgum'' voorstelt. Die naam herken ik. Hij lacht en zegt: 'Ik heb mijn vrouw en twee zoons ook meegenomen. Wij houden wel van een beetje afwisseling tijdens de jaarwisseling. We hebben klapstoeltjes bij ons. Die passen tenminste in de auto.' Kauwgum is onbehoorlijk lang, trekt een fles booze uit z’n achterzak en begint met z’n mokkel fluitend de salsa te dansen. De woonkamer kreunt, de tegeltjes kletteren van de muren en z’n zonen liggen zappend over mijn bed. Weer gaat de bel. Ik struikel over de klapstoeltjes en zie niemand. ‘Ha, ik ben Mili, je weet wel,‘ hoor ik. Of eerder haar kunstgebit. Ze glipt tussen mijn benen door naar binnen en zegt: ‘O, die salsaman, die wil ik hebben.’ Er ontstaat ogenblikkelijk een fittie tussen haar en Kauwgums mokkel waar de zonen zich met opgeheven vuisten in mengen. Ontzet ga ik op de trap zitten. Ik bezie de chaos en vraag me af hoe dit kon gebeuren. Dan weer die bel. Ik word verblind door een opeenhoping van glimmende sieraden. Voor de deur staat die nuffige dame. Ik zie haar vaak als zij hooghartig haar in model geschoren poedeltje uitlaat in het park. Haar chauffeur staat dan geduldig op de parkeerplaats te wachten. Met haar vinger omhoog wijzend: “ Kan iemand even mijn fauteuil naar binnen dragen? Hier is toch die party voor onze wijk, postcode 2562? De sfeer zit er al goed in, zie ik”. Ik woon al jaren aan de rand van mijn wijk. Maar mijn postcode is 2526. Het kan toch niet veel erger worden, denk ik. Het geluid van een zwarte limousine die met piepende banden bruut tot stilstand wordt gedwongen voor de oprit van de buren, doet me vermoeden dat het dieptepunt nog niet bereikt is. Een kerel in een ernstig fout pak stapt uit, gevolgd door vier schaars geklede dames. 'Here 's Angus!' schreeuwt hij. Twee gouden tanden weerkaatsen het licht van de straatlantaarn. 'Ik heb voor de zekerheid wat entertainment meegenomen. M 'n eigen Toppers,' zegt hij terwijl hij de drempel over wankelt. 'Zet jij maar eens een moppie muziek op voor de Angelettes.' Opeens wankel ik. Mijn huis lijkt opgetild te worden. Wat is dit in hemelsnaam? Kauwgum, Mili, mokkel, zonen, dame, Angelettes. Allemaal staken ze hun bezigheden en kijken verschrikt rond. Alleen Angus lijkt ongedaan. ‘Ga rustig door met wat jullie aan het doen waren’ klinkt een holle stem, ‘ik heb jullie feestje even in gedachte genomen ...’ Dan een doffe klap – mijn huis staat weer op zijn plaats. ‘… maar ik denk dat ik maar thuisblijf.’ Het is Holle Bolle Gijs! ‘Nondeju, nergens meer een schip vol rapen of een kerk vol schapen te ontdekken, ik kan van de honger niet slapen.’ Angus, ondanks zijn plebejerpak een wellevende heer, staat op het punt Mili te vragen zijn gouden voortanden uit te bikken zodat Holle Bolle Gijs een koe en een kalf en een heel paard half kan kopen. De vier sletjes komen tussenbeide omdat ze niet willen dat Angus gaat slissen. Nuff Said herrijst uit haar fauteuil die op de eettafel is gezet en biedt haar geschoren poedel als amuse aan. ‘Ik was ‘m toch al zat.’ 'Wat is dit voor een geperverteerd bacchanaal.' De stem van dominee Klauwaard dondert door de kamer. Geen idee wie hem heeft binnengelaten. De Angelettes zijn niet van plan zich uit het veld te laten slaan. Terwijl de poedel, achternagezeten door Mili, de trap op stuift, duwen ze de prediker in een stoel, waarna ze hem om beurten op een lapdance trakteren. 'Vader, waarom hebt ge mij verlaten,' kreunt de voormalige gesel Gods een kwartier later, als de struise blonde met de satanstattoo op haar billen hem de gangkast intrekt. Zijn begerige blik verraadt de hypocriet symbolische inborst van zijn verzet. Het is krap in de gangkast; de prediker kan niet tot wasdom komen. De blondine wordt het zat en krijt: ‘maar staakt toch uw goddeloze verzet’ en wil eigenlijk de salsaman die met Mili de poedel aan het ontneten is. De salsaman is een gewilde man; hij heeft verrukkelijke dansheupen. Ik doe vlammetjes in de frituur. Nuff Said heeft in de tussentijd Achmed van straat getrokken. Zij zegt: ‘je bent welkom in het huis dat niet van mij is,’ waarna zij zijn wenkbrauwen epileert. Er is iets met Achmed en zijn tanden. Ondertussen is de prediker uit de kast gekomen, letterlijk dan. Dat zijn lid weigerde om te steigeren, wijt hij nog steeds aan zijn eerbied voor de Heer. De toon waarmee hij Nuff Said vraagt haar pincet af te staan is neutraal en welhaast zakelijk te noemen. 'Ik wil de haren er stuk voor stuk uittrekken. Als boetedoening, zeker, maar ook om mogelijke schaamluizen hun verderfelijke habitat te ontnemen.' Voordat Nuff Said haar geste kan doen, richt Karel van hiernaast een Romeinse kaars op het kruis van de dominee. 'Carambole !', schreeuwt hij extatisch als de eerste vuurbal het ontblote kruis raakt. Karel van hiernaast vuurt er dertig af. Dominees schaamstreek is naar de ratsmodee en Achmed kust zijn brandende tranen af. ‘No need ontneten,’ stoot hij tussen zijn tanden door die daarna afbreken. Nuff Said wil Achmed niet meer; ze houdt niet van mannen met brokkeltanden en probeert vurige Karel te verleiden. Ze roept: ‘Roekoe, roekoe,’ aan het raam en Karel doet een cunnilingushelikopter na. Het wordt me een beetje te veel. De zonen hebben alle vlammetjes opgegeten, de poedel is doormidden gebroken omdat de salsaman ‘m niet zag liggen, Holle Bolle Gijs sterft van de honger, de Angelettes-sletjes willen naadkousen en Angus en Mili …

Lid sinds

12 jaar 4 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Oudjaar Ik heb mijn FB-vrienden uitgenodigd om op oudejaarsavond voor een drankje langs te komen. Wel heb ik erbij gezet dat ze zelf een stoel moeten meenemen, omdat ik nogal klein behuisd ben. Aangezien er niet veel FB-vrienden in mijn omgeving wonen, zijn die stoelen misschien niet eens nodig. De kans is groot dat er niemand komt. Het is half acht als de bel voor de eerste keer gaat. Voor de deur staat een man die zich als "Kauwgum'' voorstelt. Die naam herken ik. Hij lacht en zegt: 'Ik heb mijn vrouw en twee zoons ook meegenomen. Wij houden wel van een beetje afwisseling tijdens de jaarwisseling. We hebben klapstoeltjes bij ons. Die passen tenminste in de auto.' Kauwgum is onbehoorlijk lang, trekt een fles booze uit z’n achterzak en begint met z’n mokkel fluitend de salsa te dansen. De woonkamer kreunt, de tegeltjes kletteren van de muren en z’n zonen liggen zappend over mijn bed. Weer gaat de bel. Ik struikel over de klapstoeltjes en zie niemand. ‘Ha, ik ben Mili, je weet wel,‘ hoor ik. Of eerder haar kunstgebit. Ze glipt tussen mijn benen door naar binnen en zegt: ‘O, die salsaman, die wil ik hebben.’ Er ontstaat ogenblikkelijk een fittie tussen haar en Kauwgums mokkel waar de zonen zich met opgeheven vuisten in mengen. Ontzet ga ik op de trap zitten. Ik bezie de chaos en vraag me af hoe dit kon gebeuren. Dan weer die bel. Ik word verblind door een opeenhoping van glimmende sieraden. Voor de deur staat die nuffige dame. Ik zie haar vaak als zij hooghartig haar in model geschoren poedeltje uitlaat in het park. Haar chauffeur staat dan geduldig op de parkeerplaats te wachten. Met haar vinger omhoog wijzend: “ Kan iemand even mijn fauteuil naar binnen dragen? Hier is toch die party voor onze wijk, postcode 2562? De sfeer zit er al goed in, zie ik”. Ik woon al jaren aan de rand van mijn wijk. Maar mijn postcode is 2526. Het kan toch niet veel erger worden, denk ik. Het geluid van een zwarte limousine die met piepende banden bruut tot stilstand wordt gedwongen voor de oprit van de buren, doet me vermoeden dat het dieptepunt nog niet bereikt is. Een kerel in een ernstig fout pak stapt uit, gevolgd door vier schaars geklede dames. 'Here 's Angus!' schreeuwt hij. Twee gouden tanden weerkaatsen het licht van de straatlantaarn. 'Ik heb voor de zekerheid wat entertainment meegenomen. M 'n eigen Toppers,' zegt hij terwijl hij de drempel over wankelt. 'Zet jij maar eens een moppie muziek op voor de Angelettes.' Opeens wankel ik. Mijn huis lijkt opgetild te worden. Wat is dit in hemelsnaam? Kauwgum, Mili, mokkel, zonen, dame, Angelettes. Allemaal staken ze hun bezigheden en kijken verschrikt rond. Alleen Angus lijkt ongedaan. ‘Ga rustig door met wat jullie aan het doen waren’ klinkt een holle stem, ‘ik heb jullie feestje even in gedachte genomen ...’ Dan een doffe klap – mijn huis staat weer op zijn plaats. ‘… maar ik denk dat ik maar thuisblijf.’ Het is Holle Bolle Gijs! ‘Nondeju, nergens meer een schip vol rapen of een kerk vol schapen te ontdekken, ik kan van de honger niet slapen.’ Angus, ondanks zijn plebejerpak een wellevende heer, staat op het punt Mili te vragen zijn gouden voortanden uit te bikken zodat Holle Bolle Gijs een koe en een kalf en een heel paard half kan kopen. De vier sletjes komen tussenbeide omdat ze niet willen dat Angus gaat slissen. Nuff Said herrijst uit haar fauteuil die op de eettafel is gezet en biedt haar geschoren poedel als amuse aan. ‘Ik was ‘m toch al zat.’ 'Wat is dit voor een geperverteerd bacchanaal.' De stem van dominee Klauwaard dondert door de kamer. Geen idee wie hem heeft binnengelaten. De Angelettes zijn niet van plan zich uit het veld te laten slaan. Terwijl de poedel, achternagezeten door Mili, de trap op stuift, duwen ze de prediker in een stoel, waarna ze hem om beurten op een lapdance trakteren. 'Vader, waarom hebt ge mij verlaten,' kreunt de voormalige gesel Gods een kwartier later, als de struise blonde met de satanstattoo op haar billen hem de gangkast intrekt. Zijn begerige blik verraadt de hypocriet symbolische inborst van zijn verzet. Het is krap in de gangkast; de prediker kan niet tot wasdom komen. De blondine wordt het zat en krijt: ‘maar staakt toch uw goddeloze verzet’ en wil eigenlijk de salsaman die met Mili de poedel aan het ontneten is. De salsaman is een gewilde man; hij heeft verrukkelijke dansheupen. Ik doe vlammetjes in de frituur. Nuff Said heeft in de tussentijd Achmed van straat getrokken. Zij zegt: ‘je bent welkom in het huis dat niet van mij is,’ waarna zij zijn wenkbrauwen epileert. Er is iets met Achmed en zijn tanden. Ondertussen is de prediker uit de kast gekomen, letterlijk dan. Dat zijn lid weigerde om te steigeren, wijt hij nog steeds aan zijn eerbied voor de Heer. De toon waarmee hij Nuff Said vraagt haar pincet af te staan is neutraal en welhaast zakelijk te noemen. 'Ik wil de haren er stuk voor stuk uittrekken. Als boetedoening, zeker, maar ook om mogelijke schaamluizen hun verderfelijke habitat te ontnemen.' Voordat Nuff Said haar geste kan doen, richt Karel van hiernaast een Romeinse kaars op het kruis van de dominee. 'Carambole !', schreeuwt hij extatisch als de eerste vuurbal het ontblote kruis raakt. Karel van hiernaast vuurt er dertig af. Dominees schaamstreek is naar de ratsmodee en Achmed kust zijn brandende tranen af. ‘No need ontneten,’ stoot hij tussen zijn tanden door die daarna afbreken. Nuff Said wil Achmed niet meer; ze houdt niet van mannen met brokkeltanden en probeert vurige Karel te verleiden. Ze roept: ‘Roekoe, roekoe,’ aan het raam en Karel doet een cunnilingushelikopter na. Het wordt me een beetje te veel. De zonen hebben alle vlammetjes opgegeten, de poedel is doormidden gebroken omdat de salsaman ‘m niet zag liggen, Holle Bolle Gijs sterft van de honger, de Angelettes-sletjes willen naadkousen en Angus en Mili … ...zij duiken de gangkast in die vrijgekomen is. De vuige dampen van het krampachtige samenspel tussen de goddeloze godenzoon en die blonde slet etsen hun oogleden, maar hun hunkering naar elkaars strelingen wordt er niet door aangetast. Integendeel, eenmaal bedwelmd, laten ze alle schroom varen en leven zich uit zodat water- en gasmeter van slag raken. Het gesteun en gekreun trekt de aandacht van de feestgangers, die koste wat het kost willen meemaken hoe die twee vrijbuiters zich het nieuwe jaar in beuken. De kastdeur staat al op een kier en de dominee ligt op de grond te gluren en kwijlt van al hetgeen zijn Vader hem verboden heeft.

Lid sinds

11 jaar 10 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Oudjaar Ik heb mijn FB-vrienden uitgenodigd om op oudejaarsavond voor een drankje langs te komen. Wel heb ik erbij gezet dat ze zelf een stoel moeten meenemen, omdat ik nogal klein behuisd ben. Aangezien er niet veel FB-vrienden in mijn omgeving wonen, zijn die stoelen misschien niet eens nodig. De kans is groot dat er niemand komt. Het is half acht als de bel voor de eerste keer gaat. Voor de deur staat een man die zich als "Kauwgum'' voorstelt. Die naam herken ik. Hij lacht en zegt: 'Ik heb mijn vrouw en twee zoons ook meegenomen. Wij houden wel van een beetje afwisseling tijdens de jaarwisseling. We hebben klapstoeltjes bij ons. Die passen tenminste in de auto.' Kauwgum is onbehoorlijk lang, trekt een fles booze uit z’n achterzak en begint met z’n mokkel fluitend de salsa te dansen. De woonkamer kreunt, de tegeltjes kletteren van de muren en z’n zonen liggen zappend over mijn bed. Weer gaat de bel. Ik struikel over de klapstoeltjes en zie niemand. ‘Ha, ik ben Mili, je weet wel,‘ hoor ik. Of eerder haar kunstgebit. Ze glipt tussen mijn benen door naar binnen en zegt: ‘O, die salsaman, die wil ik hebben.’ Er ontstaat ogenblikkelijk een fittie tussen haar en Kauwgums mokkel waar de zonen zich met opgeheven vuisten in mengen. Ontzet ga ik op de trap zitten. Ik bezie de chaos en vraag me af hoe dit kon gebeuren. Dan weer die bel. Ik word verblind door een opeenhoping van glimmende sieraden. Voor de deur staat die nuffige dame. Ik zie haar vaak als zij hooghartig haar in model geschoren poedeltje uitlaat in het park. Haar chauffeur staat dan geduldig op de parkeerplaats te wachten. Met haar vinger omhoog wijzend: “ Kan iemand even mijn fauteuil naar binnen dragen? Hier is toch die party voor onze wijk, postcode 2562? De sfeer zit er al goed in, zie ik”. Ik woon al jaren aan de rand van mijn wijk. Maar mijn postcode is 2526. Het kan toch niet veel erger worden, denk ik. Het geluid van een zwarte limousine die met piepende banden bruut tot stilstand wordt gedwongen voor de oprit van de buren, doet me vermoeden dat het dieptepunt nog niet bereikt is. Een kerel in een ernstig fout pak stapt uit, gevolgd door vier schaars geklede dames. 'Here 's Angus!' schreeuwt hij. Twee gouden tanden weerkaatsen het licht van de straatlantaarn. 'Ik heb voor de zekerheid wat entertainment meegenomen. M 'n eigen Toppers,' zegt hij terwijl hij de drempel over wankelt. 'Zet jij maar eens een moppie muziek op voor de Angelettes.' Opeens wankel ik. Mijn huis lijkt opgetild te worden. Wat is dit in hemelsnaam? Kauwgum, Mili, mokkel, zonen, dame, Angelettes. Allemaal staken ze hun bezigheden en kijken verschrikt rond. Alleen Angus lijkt ongedaan. ‘Ga rustig door met wat jullie aan het doen waren’ klinkt een holle stem, ‘ik heb jullie feestje even in gedachte genomen ...’ Dan een doffe klap – mijn huis staat weer op zijn plaats. ‘… maar ik denk dat ik maar thuisblijf.’ Het is Holle Bolle Gijs! ‘Nondeju, nergens meer een schip vol rapen of een kerk vol schapen te ontdekken, ik kan van de honger niet slapen.’ Angus, ondanks zijn plebejerpak een wellevende heer, staat op het punt Mili te vragen zijn gouden voortanden uit te bikken zodat Holle Bolle Gijs een koe en een kalf en een heel paard half kan kopen. De vier sletjes komen tussenbeide omdat ze niet willen dat Angus gaat slissen. Nuff Said herrijst uit haar fauteuil die op de eettafel is gezet en biedt haar geschoren poedel als amuse aan. ‘Ik was ‘m toch al zat.’ 'Wat is dit voor een geperverteerd bacchanaal.' De stem van dominee Klauwaard dondert door de kamer. Geen idee wie hem heeft binnengelaten. De Angelettes zijn niet van plan zich uit het veld te laten slaan. Terwijl de poedel, achternagezeten door Mili, de trap op stuift, duwen ze de prediker in een stoel, waarna ze hem om beurten op een lapdance trakteren. 'Vader, waarom hebt ge mij verlaten,' kreunt de voormalige gesel Gods een kwartier later, als de struise blonde met de satanstattoo op haar billen hem de gangkast intrekt. Zijn begerige blik verraadt de hypocriet symbolische inborst van zijn verzet. Het is krap in de gangkast; de prediker kan niet tot wasdom komen. De blondine wordt het zat en krijt: ‘maar staakt toch uw goddeloze verzet’ en wil eigenlijk de salsaman die met Mili de poedel aan het ontneten is. De salsaman is een gewilde man; hij heeft verrukkelijke dansheupen. Ik doe vlammetjes in de frituur. Nuff Said heeft in de tussentijd Achmed van straat getrokken. Zij zegt: ‘je bent welkom in het huis dat niet van mij is,’ waarna zij zijn wenkbrauwen epileert. Er is iets met Achmed en zijn tanden. Ondertussen is de prediker uit de kast gekomen, letterlijk dan. Dat zijn lid weigerde om te steigeren, wijt hij nog steeds aan zijn eerbied voor de Heer. De toon waarmee hij Nuff Said vraagt haar pincet af te staan is neutraal en welhaast zakelijk te noemen. 'Ik wil de haren er stuk voor stuk uittrekken. Als boetedoening, zeker, maar ook om mogelijke schaamluizen hun verderfelijke habitat te ontnemen.' Voordat Nuff Said haar geste kan doen, richt Karel van hiernaast een Romeinse kaars op het kruis van de dominee. 'Carambole !', schreeuwt hij extatisch als de eerste vuurbal het ontblote kruis raakt. Karel van hiernaast vuurt er dertig af. Dominees schaamstreek is naar de ratsmodee en Achmed kust zijn brandende tranen af. ‘No need ontneten,’ stoot hij tussen zijn tanden door die daarna afbreken. Nuff Said wil Achmed niet meer; ze houdt niet van mannen met brokkeltanden en probeert vurige Karel te verleiden. Ze roept: ‘Roekoe, roekoe,’ aan het raam en Karel doet een cunnilingushelikopter na. Het wordt me een beetje te veel. De zonen hebben alle vlammetjes opgegeten, de poedel is doormidden gebroken omdat de salsaman ‘m niet zag liggen, Holle Bolle Gijs sterft van de honger, de Angelettes-sletjes willen naadkousen en Angus en Mili … ...zij duiken de gangkast in die vrijgekomen is. De vuige dampen van het krampachtige samenspel tussen de goddeloze godenzoon en die blonde slet etsen hun oogleden, maar hun hunkering naar elkaars strelingen wordt er niet door aangetast. Integendeel, eenmaal bedwelmd, laten ze alle schroom varen en leven zich uit zodat water- en gasmeter van slag raken. Het gesteun en gekreun trekt de aandacht van de feestgangers, die koste wat het kost willen meemaken hoe die twee vrijbuiters zich het nieuwe jaar in beuken. De kastdeur staat al op een kier en de dominee ligt op de grond te gluren en kwijlt van al hetgeen zijn Vader hem verboden heeft. Het wordt me nu echt teveel. Hier wordt te vroeg in het jaar gepiekt. Bovendien maak ik me zorgen om de gas- en waterrekening. De meters zijn dermate gehavend dat een achterdochtige meteropnemer frauduleus handelen mijnerzijds zou kunnen vermoeden. De bel klinkt als een verlossing, maar niets blijkt minder waar. Als ik de deur open, wordt ik getrakteerd op de sadistische grijns van een aap gehuld in de bedrijfskledij van Essent. 'Goedemorgen op dit godvergeten uur. Wijnhof is de naam. Uw smartmeter vertoont ernstige onregelmatigheden. Bent u een illegale oliebollenproductielijn begonnen?' 'Hier wordt enkel geschoren poedel genuttigd,' stamel ik.

Lid sinds

11 jaar 10 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Oudjaar Ik heb mijn FB-vrienden uitgenodigd om op oudejaarsavond voor een drankje langs te komen. Wel heb ik erbij gezet dat ze zelf een stoel moeten meenemen, omdat ik nogal klein behuisd ben. Aangezien er niet veel FB-vrienden in mijn omgeving wonen, zijn die stoelen misschien niet eens nodig. De kans is groot dat er niemand komt. Het is half acht als de bel voor de eerste keer gaat. Voor de deur staat een man die zich als "Kauwgum'' voorstelt. Die naam herken ik. Hij lacht en zegt: 'Ik heb mijn vrouw en twee zoons ook meegenomen. Wij houden wel van een beetje afwisseling tijdens de jaarwisseling. We hebben klapstoeltjes bij ons. Die passen tenminste in de auto.' Kauwgum is onbehoorlijk lang, trekt een fles booze uit z’n achterzak en begint met z’n mokkel fluitend de salsa te dansen. De woonkamer kreunt, de tegeltjes kletteren van de muren en z’n zonen liggen zappend over mijn bed. Weer gaat de bel. Ik struikel over de klapstoeltjes en zie niemand. ‘Ha, ik ben Mili, je weet wel,‘ hoor ik. Of eerder haar kunstgebit. Ze glipt tussen mijn benen door naar binnen en zegt: ‘O, die salsaman, die wil ik hebben.’ Er ontstaat ogenblikkelijk een fittie tussen haar en Kauwgums mokkel waar de zonen zich met opgeheven vuisten in mengen. Ontzet ga ik op de trap zitten. Ik bezie de chaos en vraag me af hoe dit kon gebeuren. Dan weer die bel. Ik word verblind door een opeenhoping van glimmende sieraden. Voor de deur staat die nuffige dame. Ik zie haar vaak als zij hooghartig haar in model geschoren poedeltje uitlaat in het park. Haar chauffeur staat dan geduldig op de parkeerplaats te wachten. Met haar vinger omhoog wijzend: “ Kan iemand even mijn fauteuil naar binnen dragen? Hier is toch die party voor onze wijk, postcode 2562? De sfeer zit er al goed in, zie ik”. Ik woon al jaren aan de rand van mijn wijk. Maar mijn postcode is 2526. Het kan toch niet veel erger worden, denk ik. Het geluid van een zwarte limousine die met piepende banden bruut tot stilstand wordt gedwongen voor de oprit van de buren, doet me vermoeden dat het dieptepunt nog niet bereikt is. Een kerel in een ernstig fout pak stapt uit, gevolgd door vier schaars geklede dames. 'Here 's Angus!' schreeuwt hij. Twee gouden tanden weerkaatsen het licht van de straatlantaarn. 'Ik heb voor de zekerheid wat entertainment meegenomen. M 'n eigen Toppers,' zegt hij terwijl hij de drempel over wankelt. 'Zet jij maar eens een moppie muziek op voor de Angelettes.' Opeens wankel ik. Mijn huis lijkt opgetild te worden. Wat is dit in hemelsnaam? Kauwgum, Mili, mokkel, zonen, dame, Angelettes. Allemaal staken ze hun bezigheden en kijken verschrikt rond. Alleen Angus lijkt ongedaan. ‘Ga rustig door met wat jullie aan het doen waren’ klinkt een holle stem, ‘ik heb jullie feestje even in gedachte genomen ...’ Dan een doffe klap – mijn huis staat weer op zijn plaats. ‘… maar ik denk dat ik maar thuisblijf.’ Het is Holle Bolle Gijs! ‘Nondeju, nergens meer een schip vol rapen of een kerk vol schapen te ontdekken, ik kan van de honger niet slapen.’ Angus, ondanks zijn plebejerpak een wellevende heer, staat op het punt Mili te vragen zijn gouden voortanden uit te bikken zodat Holle Bolle Gijs een koe en een kalf en een heel paard half kan kopen. De vier sletjes komen tussenbeide omdat ze niet willen dat Angus gaat slissen. Nuff Said herrijst uit haar fauteuil die op de eettafel is gezet en biedt haar geschoren poedel als amuse aan. ‘Ik was ‘m toch al zat.’ 'Wat is dit voor een geperverteerd bacchanaal.' De stem van dominee Klauwaard dondert door de kamer. Geen idee wie hem heeft binnengelaten. De Angelettes zijn niet van plan zich uit het veld te laten slaan. Terwijl de poedel, achternagezeten door Mili, de trap op stuift, duwen ze de prediker in een stoel, waarna ze hem om beurten op een lapdance trakteren. 'Vader, waarom hebt ge mij verlaten,' kreunt de voormalige gesel Gods een kwartier later, als de struise blonde met de satanstattoo op haar billen hem de gangkast intrekt. Zijn begerige blik verraadt de hypocriet symbolische inborst van zijn verzet. Het is krap in de gangkast; de prediker kan niet tot wasdom komen. De blondine wordt het zat en krijt: ‘maar staakt toch uw goddeloze verzet’ en wil eigenlijk de salsaman die met Mili de poedel aan het ontneten is. De salsaman is een gewilde man; hij heeft verrukkelijke dansheupen. Ik doe vlammetjes in de frituur. Nuff Said heeft in de tussentijd Achmed van straat getrokken. Zij zegt: ‘je bent welkom in het huis dat niet van mij is,’ waarna zij zijn wenkbrauwen epileert. Er is iets met Achmed en zijn tanden. Ondertussen is de prediker uit de kast gekomen, letterlijk dan. Dat zijn lid weigerde om te steigeren, wijt hij nog steeds aan zijn eerbied voor de Heer. De toon waarmee hij Nuff Said vraagt haar pincet af te staan is neutraal en welhaast zakelijk te noemen. 'Ik wil de haren er stuk voor stuk uittrekken. Als boetedoening, zeker, maar ook om mogelijke schaamluizen hun verderfelijke habitat te ontnemen.' Voordat Nuff Said haar geste kan doen, richt Karel van hiernaast een Romeinse kaars op het kruis van de dominee. 'Carambole !', schreeuwt hij extatisch als de eerste vuurbal het ontblote kruis raakt. Karel van hiernaast vuurt er dertig af. Dominees schaamstreek is naar de ratsmodee en Achmed kust zijn brandende tranen af. ‘No need ontneten,’ stoot hij tussen zijn tanden door die daarna afbreken. Nuff Said wil Achmed niet meer; ze houdt niet van mannen met brokkeltanden en probeert vurige Karel te verleiden. Ze roept: ‘Roekoe, roekoe,’ aan het raam en Karel doet een cunnilingushelikopter na. Het wordt me een beetje te veel. De zonen hebben alle vlammetjes opgegeten, de poedel is doormidden gebroken omdat de salsaman ‘m niet zag liggen, Holle Bolle Gijs sterft van de honger, de Angelettes-sletjes willen naadkousen en Angus en Mili … ...zij duiken de gangkast in die vrijgekomen is. De vuige dampen van het krampachtige samenspel tussen de goddeloze godenzoon en die blonde slet etsen hun oogleden, maar hun hunkering naar elkaars strelingen wordt er niet door aangetast. Integendeel, eenmaal bedwelmd, laten ze alle schroom varen en leven zich uit zodat water- en gasmeter van slag raken. Het gesteun en gekreun trekt de aandacht van de feestgangers, die koste wat het kost willen meemaken hoe die twee vrijbuiters zich het nieuwe jaar in beuken. De kastdeur staat al op een kier en de dominee ligt op de grond te gluren en kwijlt van al hetgeen zijn Vader hem verboden heeft. Het wordt me nu echt teveel. Hier wordt te vroeg in het jaar gepiekt. Bovendien maak ik me zorgen om de gas- en waterrekening. De meters zijn dermate gehavend dat een achterdochtige meteropnemer frauduleus handelen mijnerzijds zou kunnen vermoeden. De bel klinkt als een verlossing, maar niets blijkt minder waar. Als ik de deur open, wordt ik getrakteerd op de sadistische grijns van een aap gehuld in de bedrijfskledij van Essent. 'Goedemorgen op dit godvergeten uur. Wijnhof is de naam. Uw smartmeter vertoont ernstige onregelmatigheden. Bent u een illegale oliebollenproductielijn begonnen?' 'Hier wordt enkel geschoren poedel genuttigd,' stamel ik. 'Oh gesel Gods, het is een bonobo,' krijst Klauwaard. De Angelettes, die ook op dit uur enkel en alleen op bevrediging van hun lage lusten uit zijn, vertonen simultaan een glimlach die amper door hun oren wordt begrensd. De aap, die aan minder dan een half woord genoeg lijkt te hebben, springt over me heen. In de woonkamer slingert hij zijn staart rond de kroonluchter en laat zien dat het achterblijven in de evolutie zo zijn voordelen heeft. Aan zijn staart zwierend bevrijdt hij de sloeries binnen tien seconden in onnavolgbare bewegingen met handen en voeten van hun satijnen bustiers.

Lid sinds

10 jaar 1 maand

Rol

  • Gewone gebruiker
... zij duiken de gangkast in die vrijgekomen is. De vuige dampen van het krampachtige samenspel tussen de goddeloze godenzoon en die blonde slet etsen hun oogleden, maar hun hunkering naar elkaars strelingen wordt er niet door aangetast. Integendeel, eenmaal bedwelmd, laten ze alle schroom varen en leven zich uit zodat water- en gasmeter van slag raken. Het gesteun en gekreun trekt de aandacht van de feestgangers, die koste wat het kost willen meemaken hoe die twee vrijbuiters zich het nieuwe jaar in beuken. De kastdeur staat al op een kier en de dominee ligt op de grond te gluren en kwijlt van al hetgeen zijn Vader hem verboden heeft. Het wordt me nu echt teveel. Hier wordt te vroeg in het jaar gepiekt. Bovendien maak ik me zorgen om de gas- en waterrekening. De meters zijn dermate gehavend dat een achterdochtige meteropnemer frauduleus handelen mijnerzijds zou kunnen vermoeden. De bel klinkt als een verlossing, maar niets blijkt minder waar. Als ik de deur open, word ik getrakteerd op de sadistische grijns van een aap gehuld in de bedrijfskledij van Essent. 'Goedemorgen op dit godvergeten uur. Wijnhof is de naam. Uw smartmeter vertoont ernstige onregelmatigheden. Bent u een illegale oliebollenproductielijn begonnen?' 'Hier wordt enkel geschoren poedel genuttigd,' stamel ik. 'Oh gesel Gods, het is een bonobo,' krijst Klauwaard. De Angelettes, die ook op dit uur enkel en alleen op bevrediging van hun lage lusten uit zijn, vertonen simultaan een glimlach die amper door hun oren wordt begrensd. De aap, die aan minder dan een half woord genoeg lijkt te hebben, springt over me heen. In de woonkamer slingert hij zijn staart rond de kroonluchter en laat zien dat het achterblijven in de evolutie zo zijn voordelen heeft. Aan zijn staart zwierend bevrijdt hij de sloeries binnen tien seconden in onnavolgbare bewegingen met handen en voeten van hun satijnen bustiers. De borsten van hun bustierjuk bevrijd staren de dominee aan die geveld ter aarde stort. ‘Ik ben een genderdominee en eis een gendertoilet in mijn eigenste safespace,’ snikt hij. Achmed gaat dicht tegen hem aanliggen met z’n voluptueuze derrière naar het oosten en haalt wat gesplashte poedel van zijn wang. ‘Iek blij.’ Dan lijkt het alsof manna uit de hemel neerdaalt, alleen is het pleisterkalk dat zich spontaan van het plafond afscheidt door het continue geruft van de in de kroonluchter hangende Essent-aap. Kruitdampen trekken door de ruimte, het is bijna middernacht.

Lid sinds

12 jaar 4 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
... zij duiken de gangkast in die vrijgekomen is. De vuige dampen van het krampachtige samenspel tussen de goddeloze godenzoon en die blonde slet etsen hun oogleden, maar hun hunkering naar elkaars strelingen wordt er niet door aangetast. Integendeel, eenmaal bedwelmd, laten ze alle schroom varen en leven zich uit zodat water- en gasmeter van slag raken. Het gesteun en gekreun trekt de aandacht van de feestgangers, die koste wat het kost willen meemaken hoe die twee vrijbuiters zich het nieuwe jaar in beuken. De kastdeur staat al op een kier en de dominee ligt op de grond te gluren en kwijlt van al hetgeen zijn Vader hem verboden heeft. Het wordt me nu echt teveel. Hier wordt te vroeg in het jaar gepiekt. Bovendien maak ik me zorgen om de gas- en waterrekening. De meters zijn dermate gehavend dat een achterdochtige meteropnemer frauduleus handelen mijnerzijds zou kunnen vermoeden. De bel klinkt als een verlossing, maar niets blijkt minder waar. Als ik de deur open, word ik getrakteerd op de sadistische grijns van een aap gehuld in de bedrijfskledij van Essent. 'Goedemorgen op dit godvergeten uur. Wijnhof is de naam. Uw smartmeter vertoont ernstige onregelmatigheden. Bent u een illegale oliebollenproductielijn begonnen?' 'Hier wordt enkel geschoren poedel genuttigd,' stamel ik. 'Oh gesel Gods, het is een bonobo,' krijst Klauwaard. De Angelettes, die ook op dit uur enkel en alleen op bevrediging van hun lage lusten uit zijn, vertonen simultaan een glimlach die amper door hun oren wordt begrensd. De aap, die aan minder dan een half woord genoeg lijkt te hebben, springt over me heen. In de woonkamer slingert hij zijn staart rond de kroonluchter en laat zien dat het achterblijven in de evolutie zo zijn voordelen heeft. Aan zijn staart zwierend bevrijdt hij de sloeries binnen tien seconden in onnavolgbare bewegingen met handen en voeten van hun satijnen bustiers. De borsten van hun bustierjuk bevrijd staren de dominee aan die geveld ter aarde stort. ‘Ik ben een genderdominee en eis een gendertoilet in mijn eigenste safespace,’ snikt hij. Achmed gaat dicht tegen hem aanliggen met z’n voluptueuze derrière naar het oosten en haalt wat gesplashte poedel van zijn wang. ‘Iek blij.’ Dan lijkt het alsof manna uit de hemel neerdaalt, alleen is het pleisterkalk dat zich spontaan van het plafond afscheidt door het continue geruft van de in de kroonluchter hangende Essent-aap. Kruitdampen trekken door de ruimte, het is bijna middernacht. ‘Krijg het heen en weer’, verzucht de slingerende aap en laat zich teleurgesteld uit de kroonluchter vallen. Wat hij achter de bustiers te zien kreeg was voornamelijk voorgevormde opvulling van PUR- en andere chemische origine. Hij rent op zijn vier poten terug naar de gang. Zijn Essent vermomming zit hem in de weg. Daar ontdoet hij zich van. Voor de nu wijd geopende deur van de gangkast ligt de nog steeds kwijlende en raaskallende dominee Klauwaard. Hij wordt liefdevol omklemt door Achmed, waarvan de aap voornamelijk het ontblote achterwerk te zien krijgt. Het lijkt wel een wijngaard, zo denkt de aap. Tussen Achmed's billen hangt een tros rode druiven. Het blijkt een fleurig bos aambeien te zijn. Naast de voordeur, onder de brievenbus, ligt Angus. Hij ziet bleek en kan niet meer tot tien tellen. De laatste krachtinspanningen in het oude jaar zijn hem teveel geweest. Hij moet erkennen dat de krachten van een krasse knar terminaal zijn. Hij heeft rust nodig. De nu naakte aap trekt de kastdeur nog iets verder open. Daar ziet hij Mili staan. Ze kijkt hem aan en glundert van oor tot oor. Wat zeg ik..? Zij glundert met héél haar lijf. Zij mag Angus dan wel afgemat hebben, zelf heeft ze er geen sikkepit onder geleden. Ze straalt van top tot teen, alsof ze kenbaar wil maken dat ze er nog wel pap van lust. Ondertussen fatsoeneert ze haar guêpière, die hier en daar gescheurd is. Twee ballijnen steken door het satijn en een jarretelle is van het bovenlijfje gerukt. Het Bonobo-mannetje knikt haar welwillend toe, ten teken dat hij bereid is zijn onvervalste, pre-evolutaire kunsten met haar te delen. Zoals bij bonobo’s gebruikelijk, laat hij het initiatief over aan het vrouwtje.

Lid sinds

10 jaar 1 maand

Rol

  • Gewone gebruiker
Dos, ik kan niet meer ... :crybaby: van het lachen ... het wordt me te veel ... ik zou niet durven het initiatief te nemen. ;) Angus en Dos, hartelijk bedankt, ik heb me kostelijk vermaakt, we beschikken over een rijke fantasie, de een werd nog gekker dan de andere. Tja, hoe vind je je verhaal geworden? En Connie, Nuff Said als character was weergaloos en Gijs, Holle Bolle Gijs een snoepje.

Lid sinds

12 jaar 4 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Dos, ik kan niet meer ... :crybaby: van het lachen ... het wordt me te veel ... ik zou niet durven het initiatief te nemen. ;) Angus en Dos, hartelijk bedankt, ik heb me kostelijk vermaakt, we beschikken over een rijke fantasie, de een werd nog gekker dan de andere. Tja, hoe vind je je verhaal geworden? En Connie, Nuff Said als character was weergaloos en Gijs, Holle Bolle Gijs een snoepje.
Mili, je weet niet wat je mist.

Lid sinds

11 jaar 10 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
[...]we beschikken over een rijke fantasie, [...]
:? Ach ja, ik ken dat. Achteraf alles ontkennen. 'Neuh, oudejaarsavond thuisgebleven en de conference van Claudia gekeken.' Sure.

Lid sinds

10 jaar 1 maand

Rol

  • Gewone gebruiker
Heren, ik proef iets van weemoed, spijt en ook verlangen in jullie reacties. Zullen we anders tot in het oneindige doorgaan? Hoewel ik niet weet waar het ons gaat brengen. (no way dat ik naar C keek)

Lid sinds

11 jaar 10 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
... zij duiken de gangkast in die vrijgekomen is. De vuige dampen van het krampachtige samenspel tussen de goddeloze godenzoon en die blonde slet etsen hun oogleden, maar hun hunkering naar elkaars strelingen wordt er niet door aangetast. Integendeel, eenmaal bedwelmd, laten ze alle schroom varen en leven zich uit zodat water- en gasmeter van slag raken. Het gesteun en gekreun trekt de aandacht van de feestgangers, die koste wat het kost willen meemaken hoe die twee vrijbuiters zich het nieuwe jaar in beuken. De kastdeur staat al op een kier en de dominee ligt op de grond te gluren en kwijlt van al hetgeen zijn Vader hem verboden heeft. Het wordt me nu echt teveel. Hier wordt te vroeg in het jaar gepiekt. Bovendien maak ik me zorgen om de gas- en waterrekening. De meters zijn dermate gehavend dat een achterdochtige meteropnemer frauduleus handelen mijnerzijds zou kunnen vermoeden. De bel klinkt als een verlossing, maar niets blijkt minder waar. Als ik de deur open, word ik getrakteerd op de sadistische grijns van een aap gehuld in de bedrijfskledij van Essent. 'Goedemorgen op dit godvergeten uur. Wijnhof is de naam. Uw smartmeter vertoont ernstige onregelmatigheden. Bent u een illegale oliebollenproductielijn begonnen?' 'Hier wordt enkel geschoren poedel genuttigd,' stamel ik. 'Oh gesel Gods, het is een bonobo,' krijst Klauwaard. De Angelettes, die ook op dit uur enkel en alleen op bevrediging van hun lage lusten uit zijn, vertonen simultaan een glimlach die amper door hun oren wordt begrensd. De aap, die aan minder dan een half woord genoeg lijkt te hebben, springt over me heen. In de woonkamer slingert hij zijn staart rond de kroonluchter en laat zien dat het achterblijven in de evolutie zo zijn voordelen heeft. Aan zijn staart zwierend bevrijdt hij de sloeries binnen tien seconden in onnavolgbare bewegingen met handen en voeten van hun satijnen bustiers. De borsten van hun bustierjuk bevrijd staren de dominee aan die geveld ter aarde stort. ‘Ik ben een genderdominee en eis een gendertoilet in mijn eigenste safespace,’ snikt hij. Achmed gaat dicht tegen hem aanliggen met z’n voluptueuze derrière naar het oosten en haalt wat gesplashte poedel van zijn wang. ‘Iek blij.’ Dan lijkt het alsof manna uit de hemel neerdaalt, alleen is het pleisterkalk dat zich spontaan van het plafond afscheidt door het continue geruft van de in de kroonluchter hangende Essent-aap. Kruitdampen trekken door de ruimte, het is bijna middernacht. ‘Krijg het heen en weer’, verzucht de slingerende aap en laat zich teleurgesteld uit de kroonluchter vallen. Wat hij achter de bustiers te zien kreeg was voornamelijk voorgevormde opvulling van PUR- en andere chemische origine. Hij rent op zijn vier poten terug naar de gang. Zijn Essent vermomming zit hem in de weg. Daar ontdoet hij zich van. Voor de nu wijd geopende deur van de gangkast ligt de nog steeds kwijlende en raaskallende dominee Klauwaard. Hij wordt liefdevol omklemt door Achmed, waarvan de aap voornamelijk het ontblote achterwerk te zien krijgt. Het lijkt wel een wijngaard, zo denkt de aap. Tussen Achmed's billen hangt een tros rode druiven. Het blijkt een fleurig bos aambeien te zijn. Naast de voordeur, onder de brievenbus, ligt Angus. Hij ziet bleek en kan niet meer tot tien tellen. De laatste krachtinspanningen in het oude jaar zijn hem teveel geweest. Hij moet erkennen dat de krachten van een krasse knar terminaal zijn. Hij heeft rust nodig. De nu naakte aap trekt de kastdeur nog iets verder open. Daar ziet hij Mili staan. Ze kijkt hem aan en glundert van oor tot oor. Wat zeg ik..? Zij glundert met héél haar lijf. Zij mag Angus dan wel afgemat hebben, zelf heeft ze er geen sikkepit onder geleden. Ze straalt van top tot teen, alsof ze kenbaar wil maken dat ze er nog wel pap van lust. Ondertussen fatsoeneert ze haar guêpière, die hier en daar gescheurd is. Twee ballijnen steken door het satijn en een jarretelle is van het bovenlijfje gerukt. Het Bonobo-mannetje knikt haar welwillend toe, ten teken dat hij bereid is zijn onvervalste, pre-evolutaire kunsten met haar te delen. Zoals bij bonobo’s gebruikelijk, laat hij het initiatief over aan het vrouwtje. Op het gelaat van het vrouwtje in kwestie zie ik tekenen van inkeer verschijnen als de pendule zich roert om het nieuwe jaar aan te kondigen. Haar gezichtsuitdrukking toont als bij klokslag, vergeef me, serene tekenen van een opwellende devotie. 'Dit wordt het jaar van de diepgang,' klinken haar woorden welhaast plechtstatig. Het is de toon die de muziek maakt. De verhitte bonobo lijkt te beseffen dat zijn klokkenspel op dit moment geen rol van betekenis krijgt toebedeeld. Verslagen door een pendule. 'Diepgang kan ook gevonden worden in de Kama Sutra,' probeert hij nog. Maar het lijkt vergeefs.

Lid sinds

14 jaar 11 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
  • Pluslid
Mili, het is in ieder geval een idioot verhaal geworden. Dat zal niemand ontkennen. Een paar harde knallen maken een eind aan het verhaal. Veel FB'ers blijven hangen. Liggen is een beter woord. Ze kunnen niet meer overeind komen. Er zit geen druppel meer in de drankflessen. Ze slapen allemaal over elkaar heen op de grond. Niemand die het merkt. Een goed 2017. O, ik zie dat jullie nog doorgaan.

Lid sinds

12 jaar 4 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
... zij duiken de gangkast in die vrijgekomen is. De vuige dampen van het krampachtige samenspel tussen de goddeloze godenzoon en die blonde slet etsen hun oogleden, maar hun hunkering naar elkaars strelingen wordt er niet door aangetast. Integendeel, eenmaal bedwelmd, laten ze alle schroom varen en leven zich uit zodat water- en gasmeter van slag raken. Het gesteun en gekreun trekt de aandacht van de feestgangers, die koste wat het kost willen meemaken hoe die twee vrijbuiters zich het nieuwe jaar in beuken. De kastdeur staat al op een kier en de dominee ligt op de grond te gluren en kwijlt van al hetgeen zijn Vader hem verboden heeft. Het wordt me nu echt teveel. Hier wordt te vroeg in het jaar gepiekt. Bovendien maak ik me zorgen om de gas- en waterrekening. De meters zijn dermate gehavend dat een achterdochtige meteropnemer frauduleus handelen mijnerzijds zou kunnen vermoeden. De bel klinkt als een verlossing, maar niets blijkt minder waar. Als ik de deur open, word ik getrakteerd op de sadistische grijns van een aap gehuld in de bedrijfskledij van Essent. 'Goedemorgen op dit godvergeten uur. Wijnhof is de naam. Uw smartmeter vertoont ernstige onregelmatigheden. Bent u een illegale oliebollenproductielijn begonnen?' 'Hier wordt enkel geschoren poedel genuttigd,' stamel ik. 'Oh gesel Gods, het is een bonobo,' krijst Klauwaard. De Angelettes, die ook op dit uur enkel en alleen op bevrediging van hun lage lusten uit zijn, vertonen simultaan een glimlach die amper door hun oren wordt begrensd. De aap, die aan minder dan een half woord genoeg lijkt te hebben, springt over me heen. In de woonkamer slingert hij zijn staart rond de kroonluchter en laat zien dat het achterblijven in de evolutie zo zijn voordelen heeft. Aan zijn staart zwierend bevrijdt hij de sloeries binnen tien seconden in onnavolgbare bewegingen met handen en voeten van hun satijnen bustiers. De borsten van hun bustierjuk bevrijd staren de dominee aan die geveld ter aarde stort. ‘Ik ben een genderdominee en eis een gendertoilet in mijn eigenste safespace,’ snikt hij. Achmed gaat dicht tegen hem aanliggen met z’n voluptueuze derrière naar het oosten en haalt wat gesplashte poedel van zijn wang. ‘Iek blij.’ Dan lijkt het alsof manna uit de hemel neerdaalt, alleen is het pleisterkalk dat zich spontaan van het plafond afscheidt door het continue geruft van de in de kroonluchter hangende Essent-aap. Kruitdampen trekken door de ruimte, het is bijna middernacht. ‘Krijg het heen en weer’, verzucht de slingerende aap en laat zich teleurgesteld uit de kroonluchter vallen. Wat hij achter de bustiers te zien kreeg was voornamelijk voorgevormde opvulling van PUR- en andere chemische origine. Hij rent op zijn vier poten terug naar de gang. Zijn Essent vermomming zit hem in de weg. Daar ontdoet hij zich van. Voor de nu wijd geopende deur van de gangkast ligt de nog steeds kwijlende en raaskallende dominee Klauwaard. Hij wordt liefdevol omklemt door Achmed, waarvan de aap voornamelijk het ontblote achterwerk te zien krijgt. Het lijkt wel een wijngaard, zo denkt de aap. Tussen Achmed's billen hangt een tros rode druiven. Het blijkt een fleurig bos aambeien te zijn. Naast de voordeur, onder de brievenbus, ligt Angus. Hij ziet bleek en kan niet meer tot tien tellen. De laatste krachtinspanningen in het oude jaar zijn hem teveel geweest. Hij moet erkennen dat de krachten van een krasse knar terminaal zijn. Hij heeft rust nodig. De nu naakte aap trekt de kastdeur nog iets verder open. Daar ziet hij Mili staan. Ze kijkt hem aan en glundert van oor tot oor. Wat zeg ik..? Zij glundert met héél haar lijf. Zij mag Angus dan wel afgemat hebben, zelf heeft ze er geen sikkepit onder geleden. Ze straalt van top tot teen, alsof ze kenbaar wil maken dat ze er nog wel pap van lust. Ondertussen fatsoeneert ze haar guêpière, die hier en daar gescheurd is. Twee ballijnen steken door het satijn en een jarretelle is van het bovenlijfje gerukt. Het Bonobo-mannetje knikt haar welwillend toe, ten teken dat hij bereid is zijn onvervalste, pre-evolutaire kunsten met haar te delen. Zoals bij bonobo’s gebruikelijk, laat hij het initiatief over aan het vrouwtje. Op het gelaat van het vrouwtje in kwestie zie ik tekenen van inkeer verschijnen als de pendule zich roert om het nieuwe jaar aan te kondigen. Haar gezichtsuitdrukking toont als bij klokslag, vergeef me, serene tekenen van een opwellende devotie. 'Dit wordt het jaar van de diepgang,' klinken haar woorden welhaast plechtstatig. Het is de toon die de muziek maakt. De verhitte bonobo lijkt te beseffen dat zijn klokkenspel op dit moment geen rol van betekenis krijgt toebedeeld. Verslagen door een pendule. 'Diepgang kan ook gevonden worden in de Kama Sutra,' probeert hij nog. Maar het lijkt vergeefs. Teleurgesteld dat Mili niet op zijn avances reageert, keert de aap zich van haar af. Wat zou er in haar gevaren zijn, dat takkewijf, denk hij even oneerbiedig. En plein public voor schut gezet worden brengt primitieve oerwoudgevoelens in hem naar boven. Het kost hem zichtbaar moeite zich in te houden. Hij zoekt beschaafde ondersteuning bij Angus, die nog steeds onder de brievenbus ligt maar al duidelijk verder dan tien kan tellen. Bij klokslag twaalf springt hij op en wens de aap als allereerste de beste wensen. Teleurgesteld reageert aap Wijnhof: ‘Wat kan ik daar nou mee? Je wenst mij de beste wensen. Als jij de enige bent die mij dit wenst -en dat zit er dik in- dan heb ik geen wensen om de beste uit te kiezen en dan heb jij me in feite niets gewenst. Nou bedankt, hoor.’ ‘Zo heb ik het niet bedoeld, apie. Ik wens je gewoon het allerbeste. Zo beter? Heb jij trouwens gezien wat er met Mili aan de hand is? Ze houdt kuis haar arm voor haar boezem en een hand voor haar kanten kruis. Een paar minuten geleden heb ik haar tijdens het kwartetten nog heel anders beleefd. Daarover geen uitweiding. Wat ik wel weet is dat ze vroeger in Frankrijk overste in een klooster is geweest. Zou ze…?

Lid sinds

11 jaar 10 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
... zij duiken de gangkast in die vrijgekomen is. De vuige dampen van het krampachtige samenspel tussen de goddeloze godenzoon en die blonde slet etsen hun oogleden, maar hun hunkering naar elkaars strelingen wordt er niet door aangetast. Integendeel, eenmaal bedwelmd, laten ze alle schroom varen en leven zich uit zodat water- en gasmeter van slag raken. Het gesteun en gekreun trekt de aandacht van de feestgangers, die koste wat het kost willen meemaken hoe die twee vrijbuiters zich het nieuwe jaar in beuken. De kastdeur staat al op een kier en de dominee ligt op de grond te gluren en kwijlt van al hetgeen zijn Vader hem verboden heeft. Het wordt me nu echt teveel. Hier wordt te vroeg in het jaar gepiekt. Bovendien maak ik me zorgen om de gas- en waterrekening. De meters zijn dermate gehavend dat een achterdochtige meteropnemer frauduleus handelen mijnerzijds zou kunnen vermoeden. De bel klinkt als een verlossing, maar niets blijkt minder waar. Als ik de deur open, word ik getrakteerd op de sadistische grijns van een aap gehuld in de bedrijfskledij van Essent. 'Goedemorgen op dit godvergeten uur. Wijnhof is de naam. Uw smartmeter vertoont ernstige onregelmatigheden. Bent u een illegale oliebollenproductielijn begonnen?' 'Hier wordt enkel geschoren poedel genuttigd,' stamel ik. 'Oh gesel Gods, het is een bonobo,' krijst Klauwaard. De Angelettes, die ook op dit uur enkel en alleen op bevrediging van hun lage lusten uit zijn, vertonen simultaan een glimlach die amper door hun oren wordt begrensd. De aap, die aan minder dan een half woord genoeg lijkt te hebben, springt over me heen. In de woonkamer slingert hij zijn staart rond de kroonluchter en laat zien dat het achterblijven in de evolutie zo zijn voordelen heeft. Aan zijn staart zwierend bevrijdt hij de sloeries binnen tien seconden in onnavolgbare bewegingen met handen en voeten van hun satijnen bustiers. De borsten van hun bustierjuk bevrijd staren de dominee aan die geveld ter aarde stort. ‘Ik ben een genderdominee en eis een gendertoilet in mijn eigenste safespace,’ snikt hij. Achmed gaat dicht tegen hem aanliggen met z’n voluptueuze derrière naar het oosten en haalt wat gesplashte poedel van zijn wang. ‘Iek blij.’ Dan lijkt het alsof manna uit de hemel neerdaalt, alleen is het pleisterkalk dat zich spontaan van het plafond afscheidt door het continue geruft van de in de kroonluchter hangende Essent-aap. Kruitdampen trekken door de ruimte, het is bijna middernacht. ‘Krijg het heen en weer’, verzucht de slingerende aap en laat zich teleurgesteld uit de kroonluchter vallen. Wat hij achter de bustiers te zien kreeg was voornamelijk voorgevormde opvulling van PUR- en andere chemische origine. Hij rent op zijn vier poten terug naar de gang. Zijn Essent vermomming zit hem in de weg. Daar ontdoet hij zich van. Voor de nu wijd geopende deur van de gangkast ligt de nog steeds kwijlende en raaskallende dominee Klauwaard. Hij wordt liefdevol omklemt door Achmed, waarvan de aap voornamelijk het ontblote achterwerk te zien krijgt. Het lijkt wel een wijngaard, zo denkt de aap. Tussen Achmed's billen hangt een tros rode druiven. Het blijkt een fleurig bos aambeien te zijn. Naast de voordeur, onder de brievenbus, ligt Angus. Hij ziet bleek en kan niet meer tot tien tellen. De laatste krachtinspanningen in het oude jaar zijn hem teveel geweest. Hij moet erkennen dat de krachten van een krasse knar terminaal zijn. Hij heeft rust nodig. De nu naakte aap trekt de kastdeur nog iets verder open. Daar ziet hij Mili staan. Ze kijkt hem aan en glundert van oor tot oor. Wat zeg ik..? Zij glundert met héél haar lijf. Zij mag Angus dan wel afgemat hebben, zelf heeft ze er geen sikkepit onder geleden. Ze straalt van top tot teen, alsof ze kenbaar wil maken dat ze er nog wel pap van lust. Ondertussen fatsoeneert ze haar guêpière, die hier en daar gescheurd is. Twee ballijnen steken door het satijn en een jarretelle is van het bovenlijfje gerukt. Het Bonobo-mannetje knikt haar welwillend toe, ten teken dat hij bereid is zijn onvervalste, pre-evolutaire kunsten met haar te delen. Zoals bij bonobo’s gebruikelijk, laat hij het initiatief over aan het vrouwtje. Op het gelaat van het vrouwtje in kwestie zie ik tekenen van inkeer verschijnen als de pendule zich roert om het nieuwe jaar aan te kondigen. Haar gezichtsuitdrukking toont als bij klokslag, vergeef me, serene tekenen van een opwellende devotie. 'Dit wordt het jaar van de diepgang,' klinken haar woorden welhaast plechtstatig. Het is de toon die de muziek maakt. De verhitte bonobo lijkt te beseffen dat zijn klokkenspel op dit moment geen rol van betekenis krijgt toebedeeld. Verslagen door een pendule. 'Diepgang kan ook gevonden worden in de Kama Sutra,' probeert hij nog. Maar het lijkt vergeefs. Teleurgesteld dat Mili niet op zijn avances reageert, keert de aap zich van haar af. Wat zou er in haar gevaren zijn, dat takkewijf, denk hij even oneerbiedig. En plein public voor schut gezet worden brengt primitieve oerwoudgevoelens in hem naar boven. Het kost hem zichtbaar moeite zich in te houden. Hij zoekt beschaafde ondersteuning bij Angus, die nog steeds onder de brievenbus ligt maar al duidelijk verder dan tien kan tellen. Bij klokslag twaalf springt hij op en wens de aap als allereerste de beste wensen. Teleurgesteld reageert aap Wijnhof: ‘Wat kan ik daar nou mee? Je wenst mij de beste wensen. Als jij de enige bent die mij dit wenst -en dat zit er dik in- dan heb ik geen wensen om de beste uit te kiezen en dan heb jij me in feite niets gewenst. Nou bedankt, hoor.’ ‘Zo heb ik het niet bedoeld, apie. Ik wens je gewoon het allerbeste. Zo beter? Heb jij trouwens gezien wat er met Mili aan de hand is? Ze houdt kuis haar arm voor haar boezem en een hand voor haar kanten kruis. Een paar minuten geleden heb ik haar tijdens het kwartetten nog heel anders beleefd. Daarover geen uitweiding. Wat ik wel weet is dat ze vroeger in Frankrijk overste in een klooster is geweest. Zou ze…, ' Angus heft het hoofd ten hemel en vervolgt dan; '...onder een dekmantel een huis van plezier hebben gedreven?' 'Die kans acht ik bepaald niet onaanzienlijk,' antwoordt Dos. 'Ik heb een aantal van haar schrifturen gelezen. Die handelden bepaald vaak over vrouwen uit mijn herkomstgebied; van beneden de evenaar. Ik sluit niet uit dat een en ander gevoed werd door haar ervaring in mensenhandelpraktijken.' Angus knikt bedachtzaam. 'Vandaar waarschijnlijk dit plotse moment van inkeer, Dos. Hoe groter de zonden in het verleden, hoe sterker het belijden in het heden. Sinds de bekering van Paulus is er weinig tot niets veranderd.' 'Wat heeft Paulus de boskabouter met deze verstoring van de openbare orde te maken?' interrumpeert een man in uniform met een rode neus en een stevige kegel. Ik zie dat Angus naar de binnenzak van zijn azuurblauwe colbert grijpt en...