Lid sinds

7 jaar 5 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

# 127 Uitverkoop met een '+'

Ik voel me bespied in de winkelgangen die nauwer zijn door de najaarsdrukte. Kan niet, hou ik mezelf voor; de warmte, het geroezemoes, zelfs die onverbiddelijke kerstmuziek zijn ideaal om weg te glijden in de anonimiteit. Vrouwen in de koopjeshoek van vrouwen- en kinderkleding, het gedrein van kleuters, het onvolwassen gedrag van mensen die volwassen worden genoemd. Wat doe ik hier. Zoek ik onbewust naar wat ik jaren geleden verloren heb? De ogen op mijn rug doen me omkeren, een hartig woordje is nu op zijn plaats, kerst of niet. Ik merk niemand, maar op hetzelfde moment wordt aan mijn jas getrokken. Mijn ogen zwerven over een meisje met blonde vlechtjes en engelachtige ogen. Vier jaar schat ik haar. De stof van haar blauwe jasje is gescheurd. “Waarom volg je me?” De barsheid die ik in mijn stem wil leggen komt er niet uit. In plaats daarvan kniel ik voor een kind dat er verloren uitziet. Ze kijkt me aan, geschrokken dat een man zo dicht bij haar zit. Snel kijkt ze om zich heen, vindt niet diegene die ze zoekt want ze knippert naar me. Haar lippen trillen. “Mama. Mama is in de uit-ver-koop.” Ze spelt het woord in delen, alsof ze het net geleerd heeft. Haar kin bibbert nu ook. “Dat is toch leuk voor haar?” Ik aai de vlasfijne haren, ze trekt verrast haar ogen open, het kuiltje naast haar lip verzacht mijn hart. De pijn die ik meedraag, heb ik ooit zelf veroorzaakt. Ik vraag me af of ik haar naam moet laten afroepen aan de balie. “Mama zegt. Mijn papa wilde geen kindje. Hij heeft mama doen huilen. ‘Ik zet de baby in de uit-ver-koop.’ Dat roepte papa.” De tranen rollen. “En nu wil mama…” “Sandrientje.” Een vrouwenstem hijgt nog na. “Kindje, loop niet weg. Je moet bij mama…” Die stem. Een stroom van herinneringen komt terug als ik omhoog kijk, een winterjas komt me bekend voor, een gelaat ziet er vermoeid en bezorgd uit. En toch schenkt ze me van opluchting haar mooiste glimlach. Tot ze me herkent. “Geert.” Haar glimlach verdwijnt. De verwijten van destijds blijven gelukkig achterwege. Dan lacht ze opnieuw, ongemakkelijk. “Ik ben blij dat ze terecht is. Dank je. Kom Sandrientje, zeg meneer maar dag.” Ze wil haar dochter meetrekken, maar het kind grijpt intuitief naar mijn hand. “Een koffietje dan maar?” probeer ik, mijn hart draaft een slag door. Ze knikt aarzelend, maar haar ogen en het verlangend opkijkend kerstengeltje naast haar geven me hoop voor een nieuw begin.

Lid sinds

14 jaar 11 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
  • Pluslid
Lief verhaal. Wat doe ik hier? Ik merk (zie)(?) niemand wordt er aan mijn jas getrokken. Sandrientje? Dat doet denken aan sardientje. omhoogkijk de winterjas (?) het gelaat (?) mijn hart slaat een slag over.(?) Begrijp ik het goed dat het engeltje zijn dochter is? Kan niet missen.

Lid sinds

7 jaar 4 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Een Dickens waardig kerstverhaal dat mij eigenlijk sprakeloos maakt. Het roept veel emoties op en al lezend waande ik mij Geert in het warenhuis. Grandioos!

Lid sinds

7 jaar 7 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Je zult het zo maar aangeboden krijgen, midden in de "uit-ver-koop". Was prettig om te lezen. Goede jaarwisseling, Connie

Lid sinds

7 jaar 5 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
@allen, Dank voor het lezen en reageren. Wel langer dan het toegestane woordenaantal. De uit-ver-koop wilde ik, behalve in eerste alinea, laten afwijken van de gewoonlijk gemaakte associatie.

Lid sinds

13 jaar 3 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Mooi verhaal. Verrassende associatie met de uitverkoop. Ik heb geen idee van het aantal gewenste woorden. Misschien kom je er wel met wat schrapwerk. Deze zin bv: Zoek ik onbewust naar wat ik jaren geleden verloren heb? Maar wellicht loopt de man niet zomaar tussen de vrouwen en kinderen, misschien juist niet gelet op je afsluiting met de laatste zin. Of deze zin: een hartig woordje is nu op zijn plaats, kerst of niet. Anyway, met plezier gelezen. Groet, Imeen