Schrijfopdracht 81 Het kon echt niet meer wachten, het moest nu gebeuren.

Duimenwrijvend staat ze naast de tafel in de keuken. Rechte rug, benen naast elkaar, onhoorbaar maar diep ademend blikt ze naar de bank in de woonkamer. De tv ratelt. Met open mondje staart Nicolas naar het scherm. De schelle stemmen van de overassertieve kindsterren treiteren haar zenuwbanen maar schijnen hem niet te deren. “Hij is zich van geen kwaad bewust”, haar hart krimpt samen bij die gedachte. Ademen, spreekt ze zichzelf geruststellend toe terwijl ze naar de bank wandelt en met een hand over de leuning strijkt. Ze ontmoet de ogen van haar man aan de andere kant. Het kind in het midden op de bank. Verwijde pupillen, samengeknepen lippen, toestemmend geknik, terwijl ze zich allebei zachtjes laten zakken. Haar handen op haar schoot. Haar man neemt het woord. Thomas jongen, we moeten je iets vertellen. Papa en mama gaan scheiden. We houden nog van elkaar maar we zijn niet meer verliefd op elkaar. Stilte. Ze voelt de ader in haar keel kloppen en haar middenrif samentrekken. Met gebogen rug, wend ze haar blik af en staart kort naar de grond. In gedachten ligt ze terug op de badkamervloer. Brullend van pijn, haar man smekend om dit niet te doen, haar handen grijpend in het niets op de koude tegels. Hij torent boven haar uit en snauwt dat ze zich moet beheersen en als een volwassene moet gedragen. Ze wist goed genoeg dat het zo zou eindigen. Stop. Ademen. Ze recht haar rug en richt zich op Thomas. Ze slaat een arm om hem heen en drukt een kus op zijn hoofd. Ze fluistert met haar mond in zijn haar. Je weet dat mama en papa veel van je houden he. We komen hier samen wel door. Nagelbijtend kijkt haar zoon haar aan. Mag ik dan nu op de playstation?