Lid sinds

3 jaar 9 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Bijvoegelijke naamwoorden en komma's

'Het is een feestelijk, vrij gevoel.' 

'Het is een prachtige witte jurk.'

Het eerste fragment uit een boek dat ik lees, wordt geschreven met komma tussen de bijvoegelijke  naamwoorden, de tweede niet. Kan iemand mij een heldere argumentatie geven over de redenatie die hieraan ten grondslag ligt?

Lid sinds

17 jaar 4 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

In het eerste geval is er sprake van nevenschikking: je kunt feestelijk en vrij uitwisselen, ze kunnen van plek wisselen. Dan is een komma gewenst. Zou je ze in het geval van déze woorden werkelijk omwisselen, dan is die komma zéker gewenst, omdat dan het woord 'vrij' een tweede betekenis zou kunnen hebben: een vrij (=nogal) feestelijk gevoel.

Bij het tweede geval is er geen sprake van nevenschikking vd bijvoeglijke naamwoorden, maar wordt het woord dat de nadruk moet krijgen voorop geplaatst. De kleur is hier ondergeschikt aan het woord 'prachtige'. De kleur van de jurk had ook rood of geel kunnen zijn, maar de schrijver wil hier 'prachtig' benadrukken, dus staat dat voorop.

In zo'n geval hoort geen komma.

Lid sinds

14 jaar 9 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
  • Pluslid
  • Moderator

 

'Het is een feestelijk, vrij gevoel.'

Hier gaat het om een opsomming. Je zou er nog van alles aan toe kunnen voegen: een feestelijk, vrij, gelukzalig, fantastisch gevoel. Bij een opsomming plaats je komma's.

'Het is een prachtige witte jurk.'

Hier zegt het prachtige iets over het wit van de jurk - is dus geen opsomming en daarom plaats je daar geen komma. 

Het is overigens bijvoeglijk naamwoord en niet bijvoegelijk naamwoord.

Lid sinds

2 jaar 1 maand

Rol

  • Gewone gebruiker

 

'Het is een feestelijk, vrij gevoel.'

"Feestelijk" en "vrij" beschrijft elk het onderwerp "gevoel". Hoe is het "gevoel"? Feestelijk maar ook vrij.  Je kan ze zelfs van plaats verwisselen.

 

'Het is een prachtige witte jurk.'

 

 Volgens mij heeft men de komma vergeten.  Men laat de komma pas weg indien het de bijvoeglijk naamwoord beschrijft, hier het woord "witte". Wanneer het dus niet over de jurk gaat.  As het een aanvulling was op "witte" zoals bijvoorbeeld "helder" (Het is een helder witte jurk), dan gebruikt men geen komma. Doet men dit wel, zou er staan: "Het is een heldere, witte jurk."  Je zegt niet dat het prachtig wit is. Dan herschrijf je beter de zin. Doordat men "prachtige" in plaats van "prachtig" heeft gebruikt, denk ik dat men de komma heeft vergeten, of dat men een fout over het hoofd heeft gezien? Welke fout? Lees hier onder.

Bemerk het verschil in mijn voorbeeld tussen helder en heldere: de letter "e".  Men voegt de "e" toe wanneer het de jurk extra beschrijft, dan heb je dus 2 beschrijvingen van de jurk. Zonder de "e" beschrijft het het bijvoeglijk naamwoord, namelijk "witte". Hoe wit?  Zo wit dat het helder is, dus "helder witte jurk". In het voorbeeld waar "prachtige" werd gebruikt, beschrijft hoe het wit was, namelijk prachtig.

https://onzetaal.nl/taalloket/komma-tussen-bijvoe…

Ook zijn er natuurlijk uitzonderingen. Je vindt alles op het internet met voorbeelden.