Lid sinds

16 jaar 7 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

meervoudsvormen: soms een s, dan een z. Waarom?

Vraag: waarom schrijven we in de meervoudsvorm van bos een s en bij huis een z. Bossen, huizen. In Renkema van 2013 kan ik het niet vinden, in die van '95 iets maar echt duidelijk vind ik het niet. Wie kent de regels, maar vooral de uitzonderingen. We hebben logees uit Zwitserland en ze interesseren zich erg voor onze taal en vergelijken dat met de Duitse taal en daar kennen ze de uitzonderingen van. Sta ik daar met mijn mond vol tanden. Wie helpt?

Lid sinds

13 jaar 5 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Bij mijn weten is het meervoud van een woord op een -s altijd -zen: Roos --> rozen. Behalve als er een doffe klinker vóór de s staat, waardoor de -s in meervoud verdubbeld moet worden (-ssen) omdat anders de klinker zou veranderen: Ros --> Rossen Op deze regel weet ik eigenlijk geen enkele uitzondering te bedenken.

Lid sinds

16 jaar 7 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Bij mijn weten is het meervoud van een woord op een -s altijd -zen: Roos --> rozen. Behalve als er een doffe klinker vóór de s staat, waardoor de -s in meervoud verdubbeld moet worden (-ssen) omdat anders de klinker zou veranderen: Ros --> Rossen Op deze regel weet ik eigenlijk geen enkele uitzondering te bedenken.
Hoe verklaar je dan huis en huizen? Yrret, ik denk dat jouw antwoord meer mijn gedachten uitgaan. Beiden dank je wel.

Lid sinds

11 jaar 6 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
De nederlandse taal staat bol van de uitzonderingen en inconsequenties. Het wenst zich blijkbaar niet klakkeloos strak en strikt te schikken en vormelijk in de grammaticale kadans te marcheren als bijvoorbeeld het duits, waar het (min of meer) uit voorkomt. Ja, dat zijn grote stappen, maar het gaat om de gedachtengang voor de zwitsers. Zij hebben toch ook iets met reto-romaans? Allemaal heel logisch en met buitengewone mathematische precisie. Totdat je het hoort. Dan klinkt het als een handvol spijkers door een bak yoghurt geroerd.

Lid sinds

16 jaar 7 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Totdat je het hoort. Dan klinkt het als een handvol spijkers door een bak yoghurt geroerd.
:lol: Dan hoor je of een dialect of inderdaad het retro-Romaans, want daar is werkelijk geen touw aan vast te knopen. Dat is Duits, Frans, een grote portie Italiaans en ook nog het dialect uit Teccineri. Züricher plat versta ik intussen redelijk, er zijn een paar regeltjes en als je die kent, hoor je ze vanzelf. Chüchèchästli. De ch spreek je uit als een keiharde grrrr en meestal is het dan bij ons een zachte k. Drie keer raden. Keukenkastje.