Horen, zien, schrijven en smullen

Schrijvers zijn nieuwsgierige en bemoeizuchtige mensen. De hele dag lopen ze anderen te observeren. En alles wordt tot in de fijnste details geregistreerd: hun manier van kleden, hoe ze praten, hoe ze lopen. Zijn ze lief? Zijn ze mooi? Of juist lelijk? Dit zijn van die woorden die een verhaal niet bepaald interessant maken. Wat is lief? Wat is mooi? Wat is lelijk? Je moet kunnen omschrijven.

Omschrijven betekent extra goed opletten. Niet alleen de mensen en hun gedragingen, maar ook de omgeving, de handelingen die gepleegd worden. Acties en reacties. En vooral de gevoelens en emoties die wij daarbij zelf ervaren. We komen dagelijks in scènes terecht waar de personages in onze verhalen zich ook in kunnen bevinden. Tijd om te smullen.

De afgelopen maanden ben ik vaak in het ziekenhuis geweest. Op zich niet zo’n prettige ervaring, maar ik heb mijn opgeslagen herinneringen kunnen aanscherpen. Ik heb gekeken naar details die soms wat moeilijk voor de geest te halen zijn, en ik heb gelet op wat er in mij omging tijdens het onderzoek, de behandelingen, et cetera.

Zo was er veel te zien in de wachtkamers bij de specialisten. Bij de balie stond een zuster die eruit zag alsof ze zelf onder behandeling was voor een of andere chronische ziekte. Vader, moeder, zoon en twee dochters die gezamenlijk hun oma, die slecht ter been was, naar de dokter brachten. Zwangere tienermeisjes die zo verschrikkelijk zielig keken, alsof ze wensten dat ze nooit seks hadden gehad. Peuters die na vijf minuten zitten verveeld raakten, en dan een bezigheid zochten bij andere patiënten.

Kwam er een keer zo’n schatje naar me toe met dik kroes haar in vlechtjes, grote ronde nieuwsgierige ogen en bolle wangen met kuiltjes. ‘Mag ik je telefoon zien?’ Ik had er geen moeite mee, dus zei ik: ‘Ja hoor, poppetje, als ik hem maar terug krijg.’ Ik beëindigde mijn chat en gaf netjes mijn mobieltje. Voor kinderen mag je nooit onaardig zijn. Mevrouwtje liep rechtstreeks naar haar moeder: ‘Mama kijk! Die mevrouw zegt dat ik het mag hebben!’ Toch mooi? Heb ik daar een mogelijke jeugd-flashback-scène in een verhaal over een pathologische leugenaar.

Ik heb ook geprobeerd situaties te registreren die me bang of nerveus maakten, zoals de operatiekamer. Assistenten die haastig rondliepen alsof ze niets konden vinden. De arts die rustig te midden van de chaos kauwend een krant zat te lezen, even naar me knikte en vroeg hoe het ging. En de anesthesist vond ik helemaal een interessant personage.

De avond daarvoor hadden we een gezellige babbel op de kamer over wat me allemaal te wachten stond. Hij vroeg nu of ik lekker geslapen had en of de zusters op de afdeling een beetje lief voor me waren. Hij zei dat ik flink moest zijn, en het zou allemaal goed komen. Een paar minuten eerder had ik hem op de gang horen schreeuwen aan de telefoon, dat patiënten die klagen en vinden dat ze een betere operatie kunnen krijgen in een ander ziekenhuis maar daarheen moeten opdonderen. Opmerkelijke man.

Hij zette zijn spullen klaar voor het infuus. Daarna ging het allemaal zo snel, dat het me een beetje boos maakte. Ik had meer tijd nodig om de wazigheid die je voelt wanneer je onder narcose gaat te registreren. Tijdens het inspuiten zag ik namelijk mijn arm verkleuren. Die werd helemaal groen. Mijn arm brokkelde af in honderd groene stukjes. Alles en iedereen werd dubbel. Drie of vier seconden. Toen was het donker. Gelijk daarna werd ik kotsend wakker.

Mijn arm is niet groen geworden, en zit er nog steeds. De narcose was maar voor een uurtje, of zo. Maar het gevoel van dingen erbij fantaseren terwijl je bang bent is dus geregistreerd. Bij het denken aan mijn vergroende arm besef ik nu wel dat ik wat minder naar tekenfilms moet kijken. Ach ja, wie goed wil schrijven moet op zoek naar het gevoel. Op zoek naar de emoties. Althans, wanneer het graven in herinneringen niet voldoende is.

Hopelijk zijn mijn medische problemen nu achter de rug. Wat ik nu moet meemaken, is gearresteerd worden. Ik heb nog een aantal verkeersboetes die niet betaald zijn. Dat wordt nog smullen.

Rachel Kasketi is derdejaars studente aan de schrijversvakschool in Paramaribo, met als afstudeergenre Poëzie. Ze is civieltechnisch werkvoorbereider bij een aannemersbedrijf en is ook actief als zangeres.

Comments