Eer de verhalenvertellers

De allereerste verhalenvertellers waren sjamanen en priesters. Wanneer het 's avonds onheilspellend donker werd, en de lucht gonsde van gekraak, geritsel, gebrul en gezoem, maakten we een vuur in het diepst van het woud. Toen hadden we nog ontzag voor de natuur en ze boezemde angst in. We snapten niets van de donker en de bliksem, het onvoorspelbare vuur en ontembare water. We wisten niet hoe het kwam dat onze vrouwen in hun zwellende buiken nieuwe mensenkinderen opkweekten. ...Soms ging zomaar iemand dood van wie we veel hielden, en soms kleurde de maan bloedrood. 

De verhalenvertellers probeerden het leven te vatten. Ze probeerden grip te krijgen op het mysterie van het leven, en de raadselachtige dood. Ze vertelden verhalen die het leven zin probeerde te geven. Fantastische verhalen over de God van de donder, en de dieren die konden spreken. Mythen over helden die de moed hadden de berg of oceaan over te steken en hun ontmoetingen met fabelachtige wezens, sirenen, cyclopen en reuzen. Ze vertelden hoe de aarde tot stand kwam als vrucht van een kosmische vrijpartij tussen de God en de Godin. Verhalen over dromen, angsten en verlangens. Verhalen die in ons collectieve geheugen gegrift staan en we nu nog steeds vertellen. 

En nog steeds maken we steeds weer opnieuw nieuwe verhalen. In het Nederlandstalig gebied verschijnen jaarlijks 18.000 titels. Dat zijn 49 boeken per dag van het jaar. En al die schrijvers van die boeken willen uitdrukking geven aan hun begrip van het leven. Of soms aan hun onbegrip. Ze willen hun universum delen met de wereld. Dat wat zij ontdekt hebben, meegemaakt hebben, dat waardoor zij gefascineerd zijn, hoe zij denken dat het leven werkt. 

Wij mensen hebben verhalen nodig om te overleven. Verhalen geven ons moed, inspiratie en troost. Ze geven ons het gevoel dat we niet alleen zijn. Ze verschaffen ons inzicht, maken ons boos, opgewonden, blij. Ze doen ons reizen, ze verruimen onze blik vanuit de navel, en tonen ons horizonten waarvan we het bestaan niet konden vermoeden. 

En ook ons leven is een verhaal. Waarin we wroeten en worstelen, lijden en afzien, liefhebben en verliezen. Door verhalen staan we er nooit alleen voor. Zolang de mensheid bestaat, hebben we verhalen nodig om in te geloven. Ze verbinden ons. 

Laten we onze verhalenvertellers koesteren. Ieder boek is de gedistilleerde wijsheid van een mens, zijn beter ik, gestold in de linnen kaft. Maanden, soms jaren van arbeid, en afzien. Van schaven en schrappen tot ieder woord staat waar het moet staan. En iedere keer dat de kaft weer wordt opengeslagen door een lezer, komt het verhaal weer tot leven, zelfs als de verteller al lang dood is. 

Eer een verhalenverteller door het kopen van een boek. Het kan u nooit armer maken, alleen maar rijker.

Meer over Geert Kimpen? Kijk dan op zijn website

Techniek