Afbeelding

Thérèse Major

De onterechte doodsangst van de grote schrijver

Blog - De onterechte doodsangst van de grote schrijver'Als je wilt weten of iets goed is, moet je je neus erin steken,' zei mijn moeder altijd, 'dan ruik je het vanzelf.' Wat een mazzel dat we in de Groene Amsterdammer van 21 augustus met onze neus in de boter vielen!

Nelleke Noordervliet schreef over 'de definitieve proletarisering van de smaak' vanwege de teloorgang van het literaire essay dat is afgekloven tot op het blog. 

Ik las dat van Nelleke niet iedereen boekengek hoeft te zijn; een tweedimensionaal bestaan met het perspectief van een kleutertekening is ook een vorm van leven en mensen die op dit vlak hun dagen vullen, mag zij niet zien als een lagere diersoort. Zelf leeft ze met literatuur. Die schenkt haar extra dimensies, namelijk van diepte, tijd en een verveelvoudiging van haar ik. 'Dat is duizelingwekkend,' schrijft ze, 'en angstaanjagend.'

Ik kan me dat goed indenken. Het is al eng om je te vermenigvuldigen naar den vleze - ik spreek uit ervaring - maar voor iemand die leeft met columns, essays, lezingen en romans en zich alzo per woord vermenigvuldigt, moet dit hallucinaire ervaringen teweegbrengen. Ik heb al aardig wat gelezen, geschreven en gepamperd, en ofschoon ik nog niet zo ver ben als Nelleke, voel ik al wat schrijven doet: het cumuleert jezelf en dat brengt je soms in het Zwitsalhalla, en een andere keer stink je erger dan een gebruikte nachtluier.

Nu echter de burger, zegt Nelleke, aan vraatzucht en onverschilligheid is overleden, is de literatuur een verwaarloosbaar onderdeel geworden van de vermaaksindustrie. De zichzelf verwennende mens - lees dan: de gestorvene - leest een boek alleen omdat het even in de mode is.

Grote lezers bestaan niet meer, volgens Nelleke, en dientengevolge zijn ook de grote schrijvers ver te zoeken. Iedereen die graag schrijft, maakt tegenwoordig een kansje om lezers te bereiken. Het amateurisme en vluchtig literair doe-het-zelven dat daaruit voortkomt, bezorgt evenwel de professional kromme tenen.

Bij kromme tenen helpen podologen, daar hoeven de professionelen zich geen zorgen over te maken. Maar die burger. Het kan zijn dat Nelleke vanwege haar literaire Da-sein zo hoog boven de regenboog is komen te zweven dat ze het aardse niet al te scherp meer ziet, maar zij zal zich toch herinneren dat ook zij het genoegen heeft gehad om lezen en schrijven te hebben geleerd in een gealfabetiseerd land. Dat is een groot voorrecht; het is zelfs zo dat nog steeds niet geheel Nederland gedekt is door de lezenden en de schrijvenden. Er bestaat een grote groep burgers, rond het half miljoen, die daar nog steeds niet bij hoort.

Er is ook een andere groep burgers, twee maal zo groot, die enorm veel plezier beleeft aan creatief schrijven, waaronder ook literair schrijven valt. Voor deze burgers heeft de alfabetisering buitengewoon goed uitgepakt; zij tikken zich letterlijk het plastic van het toetsenbord. Om dan hun werk en plein publique zonder enig voorbeeld of analyse te vergelijken met dat van professionals, zoals Nelleke doet, en hun werk te voorzien van het stempel smaakproletarisering, laat vermoeden dat zij haar neus niet echt in deze materie heeft gestoken. Dat is opmerkelijk en moet haast wel gebaseerd zijn op het Sneeuwwitje-complex: ineens is de dochter bijna net zo mooi als zij, kan zij bijna net zoveel als zij. Ineens is zij aan de beurt om lezers te bereiken.

Ik zou zeggen, Nelleke, laat dat kind gaan. Gun het zijn groei, proces, volwassenheid, en zijn succes. Op een dag zal het moeder als maatstaf nemen en haar woorden gedenken. Dan zal iedereen weten of het goed is.

Uitgeven