Ik drenk haar woorden in de inkt van een
vulpen voor ik ze bewaar, en de woorden
druppelen, lopen uit, zij knippert de huifjes
van haar ogen, mascara trekt korrelige
strepen over haar wang, mij bekoren wil

ze, ik weet het niet. Haar woorden regenen
op mij neer, in het midden daarvan liggen
wanhoop en twijfel, buiten dat ettert het zuur

schrijnen ze in het littekenweefsel van mijn
binnenste, een andere toon heeft zich gezet
in het morendo van onze zinkende sonanten

Ik tracht de woorden te redden van een natte
dood, ze leven in te blazen, maar ruggelings
puffen ze aan de kant, stuiptrekken amper
in de inkt waarover ik waak met zwarte lippen

Door Niels Landstra

Dossier