Deze column van Lex Jansen is oorspronkelijk gepubliceerd in de derde editie in 2016 in Schrijven Magazine. 

Ik kwam vaak bij Marleen langs, op afspraak, maar ook onverwacht. Het duurde altijd even voordat zij opendeed en telkens trof ik een totaal andere afsplitsing van de Marleen die ik ooit na een lang gesprek op de uitgeverij een contract aangeboden had.

De ene keer deed een verwilderde hippie open, die ogenschijnlijk, of wérkelijk net nog een joint gerookt had, de andere keer verscheen mij een modieus geklede, gekapte en gemanicuurde zakenvrouw die me onderzoekend aankeek. Al na enkele bezoekjes merkte ik dat ook in haar huis met grote regelmaat alles veranderde. De zitkamer werd woonkamer, de stoelen, kasten, kisten en tafels wisselden geregeld van plaats en boeken die eerst in de kast hadden gestaan, trof ik later opengeslagen op de grond, of de bank. Toen ons contact nog vers was, durfde ik niet te vragen naar het waarom van al deze veranderingen, maar op een zomerse namiddag in de tuin kon ik ineens mijn mond niet meer houden. ‘Wat betekent dat toch, Marleen? Al die vermommingen, al die herinrichtingen?’

Ze begreep – geloof ik – écht niet wat ik vroeg. Voor haar was het allemaal zó gewoon, zó vanzelfsprekend dat het haar moeite kostte te geloven dat haar gedrag bij mij vragen opriep.

Ze vertelde me dat dit haar manier van schrijven was. Hoe kon ze zich beter identificeren met een karakter dan door letterlijk in zijn huid te kruipen? Hoe kun je je beter in een bepaalde ruimte wanen dan door hem na te bootsen? Het klonk redelijk, vond ik. Ze vertelde over een roman van een van haar collega-auteurs. In het verhaal komt een vrouw voor die met kennis en routine haar kunstnagels opplakt. Hoe denk je dat mijn vriend zoiets had kunnen schrijven, als hij dat niet eindeloos zelf geoefend had? Ik begon te begrijpen wat ze wilde zeggen.

Zit je aan je bureau, achter je computer te werken? Kom van die stoel af en schrijf! Alles in je eigen omgeving is onderzoeksmateriaal voor je verhaal. Het vloerkleed in de kamer, de vochtige theedoek op de verwarming, de harde stenen van de stoep, de natte aarde in de bloemperken, waar wormen en pissebedden wonen. Zoals een acteur zich inleeft in zijn rol, zo kun jij je inleven in je karakters. Marleen schrijft nu over de zeehondenjacht. Ik kreeg een kaart uit een plaats in het oosten van Canada. Ze vaart mee op de Farley Mowat, het vlaggenschip van de organisatie Sea Shepherd, die zich onafgebroken keert tegen de zeehondenjacht.

Als Marleen schrijft dat haar personage zeeziek is, dan wéét ze waarover ze het heeft.

Door Lex Jansen

Jansen was 12,5 jaar uitgever van De Arbeiderspers. In 2014 startte hij zijn eigen bedrijf: Magonia.

Techniek

Dossier